Havo 3 Blok 1 Over taal

Werkwoordspelling
Vraag jezelf af om welke werkwoordsvorm het gaat:
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief (hele werkwoord)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Vraag jezelf af om welke werkwoordsvorm het gaat:
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief (hele werkwoord)

Slide 1 - Tekstslide

Blok 1 Spelling en Over taal

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Homofonen
homo=hetzelfde/dezelfde
fonen=klanken
Dus: woorden die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden:
ik word/hij wordt 
Ik liep op een steiger/Deze hit is de grootste stijger ooit.
Ik eet mijn groente het liefst rauw/ Sinds het overlijden van mijn moeder ben ik in de rouw
Ik pakte jouw tas. Ik zag jou in het centrum lopen.

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk zelf een voorbeeld van homofonen.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Leid van een werkwoord een zelfstandig naamwoord af
Voorbeeld: 
radicaliseren (=werkwoord)=extreme opvattingen krijgen
- radicalisering (ZNW)= het proces van radicaliseren:  (De radicalisering van jongeren neemt toe.)
- radicalisme (ZNW)=neiging om principes tot het uiterste door te voeren (Radicalisme zorgt voor angst in de samenleving.)
Je kunt er een lidwoord voor zetten:de radicalisering en het radicalisme

Slide 8 - Tekstslide

Leid van het werkwoord observeren twee zelfstandige naamwoorden af.

Slide 9 - Open vraag

Maak van Over taal opdracht 1 en 2 van Woordenschat
Ga naar Op niveau digitaal of je boek op blz. 26 

Slide 10 - Tekstslide

Vragen?
Je kunt me via Teams bereiken en je scherm met me delen, zodat ik je kan helpen.

Slide 11 - Tekstslide