3000 v. Chr. - 500 n. Chr. Tijdvak 2
Klassieke oudheid (Grieken en Romeinen)
-Ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
-Groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
-Klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
-Confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa
-Ontwikkeling van het Jodendom en christendom als eerste monotheïstische godsdiensten