Spartanen

1 / 47
volgende
Slide 1: Video
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Χαιρετε παντες!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Allergieën?
  • Huiswerk bespreken = opgave 19 van les 38 + r. 1-4 van 38
  • Uitleg nieuwe grammatica (deel 1)
  • Voor vrijdag: vert. les 38 + maken εργον 21  
  • Tijd om te leren voor de toets

Slide 3 - Tekstslide

N.B. woensdag
Vertaaltoets t/m les 37 
(grammatica t/m les 37 moet je kennen,
woorden t/m les 37 krijg je erbij)

- beide uren de tijd (want 30 min rooster)

- Omdat jullie aangaven vertalen lastig te vinden bij de enquete: zijn er op het moment vragen? Dingen je graag wil weten, omdat je anders denkt: mevrouw ik kan de toets niet maken als ik niet .... 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 19
Spartiaten? Hoplieten?
Verschil? Waarom dit verschil?

Slide 5 - Tekstslide

Les 38: r. 1-4: ΛΑΚΕΔΑΙΚΟΝΙΟΙ 

Ὁ παιδονομος τους παιδας, οὕς παιδευει,

ἒξω της πολεως ἐν τῳ πεδιῳ γυμναζει. Πασαις

δε ταις ἡμεραις, ἐν αἱς ἒρχεται ἐνταυθα μετ᾽

αὐτων, παραινει αὐτοις λεγων ταδε τα ἒπη ·

Slide 6 - Tekstslide


PIKACHU LOOPT DAAR. = HZ
PIKACHU IS GEEL. = HZ

Hoe kan je van deze twee zinnen één zin maken?


Slide 7 - Tekstslide

  • Pikachu loopt daar en is geel
  • Pikachu is geel en loopt daar
  • Pikachu loopt daar terwijl hij geel is
  • Pikachu is geel terwijl hij daar loopt
  • Pikachu die daar loopt is geel

Slide 8 - Tekstslide

Betrekkelijke bijzin
is een onderschikkende zin

PIKACHU LOOPT DAAR. = HZ
die geel is = BZ 

PIKACHU, die geel is, LOOPT DAAR.

Slide 9 - Tekstslide

Betrekkelijke bijzin
is een onderschikkende 'extra'zin 
over het antecedent 

PIKACHU LOOPT DAAR = HZ
die geel is = BZ 

ΠΙΚΑΤΤΥ, ὅς ξανθος ἐστιν, ἘΝΤΑΥΘΑ ἘΡΧΕΤΑΙ.

Slide 10 - Tekstslide

Betrekkelijk vnw
Pikachu huilt over de lieve ketchupfles, die stuk is.

Πικαττυ δακρυε του τον
χυτριδον τον γλυκυ κεττυπου, ὅ ἐθνῃσκεν.

Slide 11 - Tekstslide

Nu vert. r. 5-9
<<Λογιζεσθε, ὦ παιδες, ἐν τινι πολει ἐγενεσθε.

Τι γαρ ἒνθος ἡμας ἀρετῃ ὑπερβαλλει; Φαινετε

δη την ὑμετεραν ἀρετην. Συ οὖτος, ὅς οὐχ

ἱκανως πονεις, φορου την μαστιγα. Ὑμιν δε

οἱς οὐχ ἡδομαι, ἂλλο τι ποιειν προσταττω·

+ maken ΕΡΓΟΝ 21 
(blz 163 (hoop ik))
= huiswerk vrijdag 

Slide 12 - Tekstslide

Χαιρετε παντες!

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
- bespreken toets
- bespreken eerste deel ergon 21 
- verder vertalen les 38 (r. 9 was t/m vandaag) 
- indeling workshops (mevrouw van Karsen komt langs)

Maandag :
bespreken deel 2 ergon 21 (anders heel veel bespreken vandaag en we hebben maar 30 min) en r. 1 /m 11 van les 38 
>>>> ergon 21 + r. 1 t/m 11 van les 38 dus huiswerk


Slide 14 - Tekstslide

Vertaaltoets
- 20 punten te behalen
- 2 bonuspunten te behalen 
- +0,1 voor een tekening >:-)

Bij de kola 1p of 2p te verdienen
Elke fout -1, tot max punten van een kolon
Iets dat goed is fout gerekend? Omcirkel!


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Χαιρετε παντες!

Slide 20 - Tekstslide

Vorige les: toets besproken
Deze les:

> Bespr. ergon 21 & bespr. r 1-11 van les 38 
> verder met vertalen van de (best akelige :-D....) tekst 

Slide 21 - Tekstslide

εργον 21
1. De moeder van ons is een vrouw,


6. We zijn aangekomen/komen aan in de stad,

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden εργον 21
1. De moeder van ons is een vrouw
2. die ons altijd wijs raad geeft 
3. van wie (de/haar) woorden ons zeer bevallen
4. aan wie wij graag gehoorzamen
5. die wij volstrekt niet misleiden

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden εργον 21
6 We zijn aangekomen/komen aan in de stad,
7 die groot en mooi is
8 waarvan de naam Athene is
9 in welke de godin Athene zeer aanbeden wordt 
10 die we nooit eerder hebben gezien/zagen

Slide 24 - Tekstslide

Het betrekkelijk voornaamwoord 
Het rijtje staat wel in je boek, maar

  • nom: [de kat] die, [het ding], dat 
  • gen: [de man] van wie - waarvan
  • dat: [de boom] voor/aan/tegen wie/welke - waarvoor/waartegen
  • acc: [de leerling] die, dat
  • abl: [de ?? ] door/met wie - waardoor/waarmee 

Slide 25 - Tekstslide

Aantekening:

Vertaling betrek. vnw.

  • nom: [de kat] die, [het ding], dat 
  • gen: [de man] van wie - waarvan
  • dat: [de boom] voor/aan/tegen wie/welke - waarvoor/waartegen
  • acc: [de leerling] die, dat
  • abl: [de ?? ] door/met wie - waardoor/waarmee 

Slide 26 - Tekstslide


Ὁ παιδονομος τους παιδας, οὕς παιδευει,
ἒξω της πολεως ἐν τῳ πεδιῳ γυμναζει. Πασαις
δε ταις ἡμεραις, ἐν αἱς ἒρχεται ἐνταυθα μετ᾽
αὐτων, παραινει αὐτοις λεγων ταδε τα ἒπη ·




r. 1-4
Wat is er ook alweer gebeurd? 

Slide 27 - Tekstslide

bespr. r. 5 t/m 8
<<Λογιζεσθε, ὦ παιδες, ἐν τινι πολει ἐγενεσθε.

Τι γαρ ἒνθος ἡμας ἀρετῃ ὑπερβαλλει; Φαινετε

δη την ὑμετεραν ἀρετην. Συ οὖτος, ὅς οὐχ

ἱκανως πονεις, φορου την μαστιγα. 

Slide 28 - Tekstslide

bespr. r. 8 t/m 10 
Ὑμιν δε

οἱς οὐχ ἡδομαι, ἂλλο τι ποιειν προσταττω·

πονειτε κλεπτοντες τι. 

Slide 29 - Tekstslide

Nu: vert. t/m r. 14
Μεγαλην γαρ τιμην

νεμω τουτοις τοις παισιν, οἵ φοφως καρπον

τινα ἐκ των ἀγρων κλεψαντες λανθανουσιν

εἰσερχομενοι εἰς την πολιν. Ἀλλ᾽εἰ ἁλισκεσθε,

αἰσχραν ζημιαν δεχεσθε.>>


timer
12:34

Slide 30 - Tekstslide

Vert. t/m r. 22 van les 38

Slide 31 - Tekstslide

Maken εργον 37
Over de betrekkelijke voornaamwoorden - gebruik je hulpboek en kijk in de tekst wat het antecedent is 

De eerste drie hebben we al gezien in vertaling
Ik ben benieuwd hoe de laatste drie gaan  :-)

Slide 32 - Tekstslide

Χαιρετε παντες!

Slide 33 - Tekstslide

Vandaag
- Bespr. t/m r. 22 van les 38
- Bespr. ergon 37 
- Kruiswoordpuzzel
- Afmaken les 38 

Slide 34 - Tekstslide

Bespr. t/m r. 18
Παις δε τις δεκα ψοφον τινα ἀκουσας

κρυφα ἀπερχεται, ἐξευρειν βουλομενος, ὑπο

τινος ἀνθρωπου ἢ τινος θηριου ὁ ψοφος

κελαδεται.

Slide 35 - Tekstslide

Bespr. t/m r. 22 
Ταχα δε ἀλχπεκιον τι εὑρισκει

ἥμενον παρα τῃ μητρι ἀποδανουσῃ. Ὁ δε παις

το μικρον θηριον, ὅ σφοδρα φοβειται, μεγιστῃ

ἐπιμελειᾳ ἀναιρει. Ἒπειτα δε την νυκτα

ἀναμενει.


Slide 36 - Tekstslide

Ergon 37 

r. 1: οὕς - m - mv - acc 
r. 9 - οἱς - m - mv - dat 
r. 11 - οἵ - m - mv - nom 
r. 20 - ὅ - o - ev - nom
r. 23 - ὅ - o - ev - nom 
r. 25 - ὅς  - m - ev - nom
r. 31 - ᾡ - m - ev - dat

Antecedent?

Slide 37 - Tekstslide

Ergon 37 

r. 1: οὕς - m - mv - acc 
r. 9 - οἱς - m - mv - dat 
r. 11 - οἵ - m - mv - nom 
r. 20 - ὅ - o - ev - nom
r. 23 - ὅ - o - ev - nom 
r. 25 - ὅς  - m - ev - nom
r. 31 - ᾡ - m - ev - dat

Antecedent
(τους) παιδας
Ὑμιν
(τουτοις τοις) παισιν
(το μικρον)  θηριον
(τῳ) ἀλωπεκιῳ
(του) παιδονομου
(του νεου) ἡρωος

Slide 38 - Tekstslide

Nu: kruiswoordpuzzel
Welk woord komt eruit? >:-)

Slide 39 - Tekstslide

Nu: vert. laatste alinea van les 38

Slide 40 - Tekstslide

Bespr. r. 22-26
Νυκτος δε οὐν τῳ ἀλωπεκιῳ, ὅ ὑπο της ἐσθητος

ἒκρυψεν, πειραται εἰσελθειν εἰς την πολιν,

ἁλισκεται δε ὑπο του παιδονομου, ὅς ἐρωτῳ

αὐτον · << Τι δη νυκτος ἒξω της πολεως ἐποιεις;>>

Slide 41 - Tekstslide

bespr. r. 27-29
Και ὁ μεν παις οὐδεν ἀποκρινεται, ὁ δε

παιδονομος ἀναμενει την ἀποκρισιν αὐτου.

Ἑξαιφνης δ᾽ὁ παις καταπιπτει ἀποθανων ·



Slide 42 - Tekstslide

bespr. 30 - einde tekst
ὑπο γαρ της ἐσθητος το ἀλωπεκιον καταφαγεν

ὅλην την γαστερα του νεου ἡρωος, ᾡ ἡ της

ἁλωσεως αἰσχυνη μειζον κακον ἐφαινετο ἢ

ὁ πονος και ὁ θανατος.

Slide 43 - Tekstslide

Maak van les 38 een stripverhaal (4-6 panels) 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Maak van les 38 een stripverhaal (4-6 panels) 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video