Hafid begeleidt een groep van zeven vrijwilligers van buurtrestaurant Hotspot. Het is zijn taak om ervoor te zorgen dat de vrijwilligers hun werkzaamheden goed kunnen uitvoeren. Hij ondersteunt hen bij hun individuele ontwikkeling. Hafid maakt zich zorgen, omdat hij merkt dat hij steeds minder grip heeft op de groep. Tijdens het werken in de keuken vanmiddag, waren er steeds kleine ruzietjes tussen de groepsleden over de taakverdeling en werkwijze. Toen Hafid de groepsleden hierop aansprak, gaven ze hem een grote mond. Waar hij zich mee bemoeide!
‘Je kent ons niet, maar je gaat wel bepalen wat we moeten doen?’, vroeg Jos, de oudste van de vrijwilligers. Nu hij hier nog eens over nadenkt, realiseert Hafid zich dat hij inderdaad nog niet veel over de groepsleden weet. Hij besluit dit eens grondig te onderzoeken.
Hafid heeft te maken met een secundaire groep. De zeven vrijwilligers van Hotspot hebben samen een taak en een doel. Ze kenden elkaar niet voordat ze in het restaurant kwamen werken, maar wonen wel allemaal in de buurt. Ze zijn nu duidelijk aan het vechten om hun positie in de groep. Hafid weet dat dit betekent: de vrijwilligers zitten in de machtsfase. Hij wil graag weten hoe hij hen kan helpen ontwikkelen. Daarvoor wil hij inzicht krijgen in de belevingswereld en de persoonlijke omstandigheden van de groepsleden. Hafid besluit eerst een beschrijving van de beginsituatie te maken.