P2 - les 1 - woordenschat

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is de betekenis van: permanente

1. Prachtig
2. Blijvend
3. Handig
4. Houten

Wat is de betekenis van: alternatief

1. andere mogelijkheid
2. blijvend
3. accent
4. betere mogelijkheid

Wat is de betekenis van: fungeren

1. functioneren
2. vervangen
3. een rol vervullen
4. beginnen

Wat is de betekenis van: strikt

1. soepel
2. streng
3. gek
4. cool

Wat is de betekenis van: ambitieuze

1. lelijke
2. alternatieve
3. chronologische
4. eerzuchtige

Wat is de betekenis van: afscheiding

1. door scheuring voortgekomen uit iets anders
2. een erf
3. uit elkaar gaan
4. onderdeel van een kapsel

Wat is de betekenis van: vermaarde

1. zeer bekend en achterlijk
2. zeer bekend en lelijk
3. zeer bekend en gewaardeerd
4. zeer bekend en nieuw

Wat is de betekenis van: curiositeit

1. iets raars
2. iets moois
3. iets lelijks
4. iets fijns

Wat is de betekenis van: contouren

1. silhouet, omtrek
2. afmetingen
3. schaduwen
4. een achterwerk

Wat is de betekenis van: getransformeerd

1. vergroot
2. verduurzaamd
3. verdwenen
4. veranderd