NN7 - Meer dan lezen §3 - Argumenteren: argumentatiestructuren - opdr. 4+5 - 3H

Argumenteren: argumentatiestructuren
opdr. 4+5


NN7 - Meer dan lezen §3 - 3H
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren: argumentatiestructuren
opdr. 4+5


NN7 - Meer dan lezen §3 - 3H

Slide 1 - Tekstslide

Pak vast je lesboek.
We lezen zo Tekst 3 - Waarom we vaker plantaardig zouden moeten eten (blz. 23)

Je hebt je boek nodig, 
je laptop en ook een pen...!

Slide 2 - Tekstslide

In tekst 3 (blz. 23) zijn enkele woorden onderstreept. Leid de betekenis af uit de context. Zet de juiste betekenissen bij de woorden.

Slide 3 - Tekstslide

hoor je in het openbaar zeggen
zonder dierlijke producten bereide
veel; flink
naar verhouding; vergeleken met iets anders
 ziekten; kwalen
maakt reclame voor; bepleit
aan alle benodigde kwaliteiten voldoende
automatisch; noodzakelijk
normaal gesproken
gaan er stemmen op (al. 1)
veganistische (al. 1)
aanzienlijk (al. 2)
relatief (al. 2)
aandoeningen (al. 7)
propageert (al. 8)
volwaardige (al. 8)
per se (al. 9)
in principe (al. 9)

Slide 4 - Sleepvraag

We lezen nu samen tekst 3 - Waarom we vaker plantaardig zouden moeten eten
(blz. 23)

Slide 5 - Tekstslide

Waarmee probeert de auteur de lezer nieuwsgierig te maken naar de rest van de tekst? Kies uit:

met iets uit de actualiteit – met iets uit de geschiedenis – met een voorbeeld – met iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is – met de aanleiding voor het schrijven van de tekst – met tot de verbeelding sprekende cijfers rondom een probleem

Meerdere antwoorden mogelijk....! Leg ook uit waarom.

Slide 6 - Tekstslide

Kies uit: met iets uit de actualiteit – met iets uit de geschiedenis – met een voorbeeld – met iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is – met de aanleiding voor het schrijven van de tekst – met tot de verbeelding sprekende cijfers rondom een probleem

Slide 7 - Open vraag

Formuleer op basis van alinea 1 het standpunt waar het in deze tekst om gaat.

Slide 8 - Open vraag

Onderstreep in je boek de drie argumenten die het standpunt onderbouwen (die dus in een blokjesschema op de eerste regel onder het standpunt zouden staan).

Slide 9 - Tekstslide

Onderstreep in je boek de drie argumenten die het standpunt onderbouwen (die dus in een blokjesschema op de eerste regel onder het standpunt zouden staan).

(alinea 2) Ten eerste is het beter voor het milieu.


Slide 10 - Tekstslide

Onderstreep in je boek de drie argumenten die het standpunt onderbouwen (die dus in een blokjesschema op de eerste regel onder het standpunt zouden staan).

(alinea 2) Ten eerste is het beter voor het milieu.

(alinea 4) Op de tweede plaats betekent veganistisch eten minder dierenleed.

Slide 11 - Tekstslide

Onderstreep in je boek de drie argumenten die het standpunt onderbouwen (die dus in een blokjesschema op de eerste regel onder het standpunt zouden staan).

(alinea 2) Ten eerste is het beter voor het milieu.

(alinea 4) Op de tweede plaats betekent veganistisch eten minder dierenleed.

(alinea 7) Een laatste argument om vaker veganistisch te eten is dat het beter is voor onze gezondheid.

Slide 12 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(2) Ten eerste is het beter voor het milieu. Dierlijke voedselproducten belasten het milieu aanzienlijk meer dan plantaardige producten. Gemiddeld genomen kost het produceren van één kilo vlees zo’n vijf kilo aan plantaardig voedsel, schrijft voorlichtingsorganisatie Milieucentraal. Ook kaas scoort opvallend hoog wat betreft milieu-impact. Voor het maken van één kilo kaas is namelijk tien liter melk nodig. Met andere woorden: je hebt relatief veel vervuilende koe nodig voor relatief weinig eten. 

Slide 13 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(2) Ten eerste is het beter voor het milieu. Dierlijke voedselproducten belasten het milieu aanzienlijk meer dan plantaardige producten. Gemiddeld genomen kost het produceren van één kilo vlees zo’n vijf kilo aan plantaardig voedsel, schrijft voorlichtingsorganisatie Milieucentraal. Ook kaas scoort opvallend hoog wat betreft milieu-impact. Voor het maken van één kilo kaas is namelijk tien liter melk nodig. Met andere woorden: je hebt relatief veel vervuilende koe nodig voor relatief weinig eten. 

Slide 14 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(3) Daarnaast stoten landbouwdieren met hun methaanscheten ontzettend veel broeikasgas uit. Twee derde van de Nederlandse methaanuitstoot – een veel sterker broeikasgas dan CO2 – is afkomstig van de veeteelt. Met name koeien kunnen er wat van, waardoor rundvlees veel belastender is voor het milieu dan varkens- of kippenvlees.

Slide 15 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(3) Daarnaast stoten landbouwdieren met hun methaanscheten ontzettend veel broeikasgas uit. Twee derde van de Nederlandse methaanuitstoot – een veel sterker broeikasgas dan CO2 – is afkomstig van de veeteelt. Met name koeien kunnen er wat van, waardoor rundvlees veel belastender is voor het milieu dan varkens- of kippenvlees.

Slide 16 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(4) Op de tweede plaats betekent veganistisch eten minder dierenleed. Er hoeven dan namelijk minder dieren geslacht te worden dan de 600 miljoen kippen, 16 miljoen varkens en 2 miljoen runderen die nu jaarlijks naar het slachthuis gaan. Per dag komt dat neer op ongeveer 1,7 miljoen dieren. Een groot gedeelte daarvan is bedoeld voor de export.  

Slide 17 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(4) Op de tweede plaats betekent veganistisch eten minder dierenleed. Er hoeven dan namelijk minder dieren geslacht te worden dan de 600 miljoen kippen, 16 miljoen varkens en 2 miljoen runderen die nu jaarlijks naar het slachthuis gaan. Per dag komt dat neer op ongeveer 1,7 miljoen dieren. Een groot gedeelte daarvan is bedoeld voor de export.  

Slide 18 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(alinea 7) Een laatste argument om vaker veganistisch te eten is dat het beter is voor onze gezondheid. Hoewel vlees veel eiwitten, mineralen en vitaminen bevat, kan het consumeren van te veel vleesproducten – en met name van te veel rood en bewerkt vlees – het risico verhogen op allerlei nare aandoeningen, zoals een beroerte, diabetes type 2 en darmkanker. Kaas levert eveneens belangrijke bouwstoffen, maar bevat vaak veel zout en verzadigd vet dus ook deze lekkernij kan tot gezondheidsschade leiden, zoals nierproblemen en hart- en vaatziekten.

Slide 19 - Tekstslide

Onderstreep met een andere kleur alle subargumenten.
(alinea 7) Een laatste argument om vaker veganistisch te eten is dat het beter is voor onze gezondheid. Hoewel vlees veel eiwitten, mineralen en vitaminen bevat, kan het consumeren van te veel vleesproducten – en met name van te veel rood en bewerkt vlees – het risico verhogen op allerlei nare aandoeningen, zoals een beroerte, diabetes type 2 en darmkanker. Kaas levert eveneens belangrijke bouwstoffen, maar bevat vaak veel zout en verzadigd vet dus ook deze lekkernij kan tot gezondheidsschade leiden, zoals nierproblemen en hart- en vaatziekten.

Slide 20 - Tekstslide

Waardoor kan het eten van kaas tot gezondheidsklachten leiden?

Slide 21 - Open vraag

In alinea 4 staat dat er per jaar 2 miljoen runderen naar het slachthuis gaan. Wat voor dieren zijn dat?

Slide 22 - Open vraag

Waarom worden die runderen (uit de vorige vraag) naar het slachthuis gebracht?

Slide 23 - Open vraag

Waarom is het van belang dat je bij een plantaardig voedingspatroon de dierlijke producten vervangt door volwaardige plantaardige alternatieven? Baseer je antwoord op informatie in alinea 7 en 9.

Slide 24 - Open vraag

Tot zover weer!!

Slide 25 - Tekstslide