In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 7: Nadenken over je eten
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor keuzes kun je maken over eten?
Slide 2 - Woordweb
Wat moet je kunnen?
Je kunt uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu.
Slide 3 - Tekstslide
Eiwitten
2 varianten:
Dierlijke eiwitten
Plantaardige eiwitten
Om dieren eten te geven wordt
veel land gebruikt. Dit land kan
ook verbouwd worden voor
plantaardig voedsel
Slide 4 - Tekstslide
Eiwitten
Tekort aan eiwit zorgt voor een hongerbuik:
er is een vochtophoping in de onderbuik
Slide 5 - Tekstslide
verschil vegatariër en veganist
Vegatariër:
Geen vlees, gevogelte en vis.
Wel melkproducten, kaas, eieren enz
Veganist:
Geen producten van dierlijke oorsprong.
( melkproducten, leer, eieren, vlees, vis, enz)
flexitariër
Slide 6 - Tekstslide
Plantaardig voedsel met veel eiwitten
Slide 7 - Tekstslide
Vleesvervangers
Plantaardig "vlees" Gebruiken eiwitten uit sojabonen of granen
Nieuwe ontwikkeling: Kweekvlees
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag
Maken mindmap en opdrachten Thema 2 basisstof 7 opdrachten : 1 t/m 5 Klaar? --> opdrachten bij mij laten zien / verbeteren Begrippen in schrift met betekenis.
Dit is volgende les af!
Slide 9 - Tekstslide
Ondervoeding kan worden veroorzaakt door een tekort aan eiwitten in het voedsel
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer ben je veganistisch?
A
Als je geen vis eet
B
Als je geen dierlijke producten zoals kaas, ei of melk eet
C
Als je wel kaas eet maar geen melk drinkt
D
Als vegatiër zijn te moeilijk is
Slide 11 - Quizvraag
Ferry is vegetariër en hardloper. Hij moet wel voldoende eiwitten binnen krijgen. Noem twee producten die Ferry kan eten en waar veel eiwitten in zitten.