Project w2

Welkom LIS 
Project W2 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom LIS 
Project W2 

Slide 1 - Tekstslide

Planning van deze les 
- Uitleg periode 4
- Aan de slag met oefeningen 

Slide 2 - Tekstslide

Studiepunt P4 
- Je levert iedere week je opdrachten in. (Teams) 
- Je let op tijdens de les 

Slide 3 - Tekstslide

2. Wat is wat? 
Klassikaal de volgorde van een zakelijke brief bespreken.  
Daarna maken opdracht A. Leef je uit. 

Let op! Je hebt het overzicht met de werknemers nodig om de opdracht goed te kunnen maken. 


 


Slide 4 - Tekstslide

3. Adressering, aanhef en afsluiting 
Klassikaal de volgorde van een zakelijke brief bespreken. 

Wat weet je nog? 

Klassikaal bespreken opdracht A,B,C  een brief adresseren 
Je schrijft de hele brief 
Maken opdracht D. Gebruik hiervoor de gegevens van je eigen zorgverzekering. 



 


Slide 5 - Tekstslide

6. Check, check, dubbelcheck 
Lees de Procedure voor correspondentie van de Efteling door.  

Controleer de vier brieven op fouten. Verbeter ze. 

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk week 1 
Wat lever je deze week allemaal in?
- Excelbestand 
- Opdracht D (adressering, aanhef en afsluiting)
- check, check, dubbelcheck (controleren vier brieven) 

Slide 7 - Tekstslide

Afsluiting les 

Slide 8 - Tekstslide

Welkom LIS 
Project W2 

Slide 9 - Tekstslide

Planning deze week
Redigeren
1 redigeren is een hit
2 huisstijl
4 taal
5 twijfeltaal
7 nieuwsbrief
inleveren in teams: foto's van quizzen, aangepaste menukaart (2) en nieuwsbrief (7)

Slide 10 - Tekstslide

Planning van deze les 
- Redigeren is een hit (PowerPoint doornemen) 
- Huisstijl 
-Taal 
- Afsluiting les 

Slide 11 - Tekstslide

1  redigeren is een HIT
- Redigeren is een hit (PowerPoint doornemen) 
maak de drie quizzen ( lever bewijs in in teams)

Slide 12 - Tekstslide

2 Huisstijl
De corporate identity is  de persoonlijkheid van het bedrijf.

De huisstijl van een organisatie is de manier waarop deze zich naar buiten toe wil presenteren in zijn communicatie. 

Onder de huisstijl vallen bijvoorbeeld naam, logo, kleur, typografie (lettertype), vormentaal en fotografiestijl.


Slide 13 - Tekstslide

2 Huisstijl
Al deze elementen worden steeds op dezelfde manier gebruikt in bijvoorbeeld presentaties, briefpapier, visitekaartjes, offertes, facturen, enveloppen, de website, e-mails en bedrijfskleding.

Voorbeeld: Deltion huisstijl 
Maken opdracht B menukaart redigeren 

Slide 14 - Tekstslide

4 Taal
Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. 

Werkwoordspelling
Als je eenmaal weet hoe het werkt, heb je er altijd voordeel van.
quiz A klassikaal maken
Moeilijke woorden
Veel woorden kun je leren, dan schrijf je die nooit meer fout. Quiz B maken
Interpunctie
Een komma op de juiste plek zorgt ervoor dat je boodschap duidelijk overkomt. Eerst uitleg dan  Quiz C maken


Slide 15 - Tekstslide

wanneer plaats je een komma?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer een komma?

- Als je een zin uitspreekt, hoor je dan rust of verschil in toonhoogte? Dan gebruik je een komma

- tussen twee werkwoorden: als jij niet belt, bel ik zelf

- voor voegwoorden zoals omdat, doordat, terwijl, maar

- bij een opsomming

- bij een aanspreking zoals Jim, kom je zo eten?

NOOIT VOOR HET WOORD EN

Slide 17 - Tekstslide

5  Twijfeltaal
Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. 

vaste voorzetsels:  quiz maken
stijlfouten: bestand inleveren
los of vast: quiz maken

wat zijn stijlfouten? 

Slide 18 - Tekstslide

Stijlfouten

Slide 19 - Tekstslide

Stijlfouten
pleonasme 

Bij een pleonasme wordt een eigenschap die al onlosmakelijk aan een begrip verbonden is, ook benoemd door een ander woord. 

 een houten boomstam, gele boterbloemen, de hete zon

De witte sneeuw is erg koud. ( sneeuw is wit van zichzelf)
Het grijze beton is strak gegoten (beton is al grijs)





Slide 20 - Tekstslide

Stijlfouten
tautologie

Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd.
voorbeelden:

Niettemin ben ik toch tevreden.
Misschien hebben ze wellicht een oplossing.









Slide 21 - Tekstslide

Stijlfouten
contaminatie

Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt
voorbeelden:

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).

Opdracht stijlfouten maken!








Slide 22 - Tekstslide

los vast: quiz maken

Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.  
rug en zak > rugzak 
voorbeelden: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink. 
regel: samenstellingen schrijf je aan elkaar, tenzij het problemen geeft met uitspraak> klinkerbotsing dan streepje ertussen
milieu-inspectie, auto-ongeluk



Slide 23 - Tekstslide

7 nieuwsbrief redigeren

Lees de opdracht eerst goed door!
inleveren: 
 gecorrigeerde nieuwsbrief
en 
overzicht fouten nieuwsbrief

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting les: opdrachten week 2 staan in teams!

Lever ze op tijd in!


Slide 25 - Tekstslide