Wanneer gebruik je meer dan één liggend streepje bij samenstellingen?
Welke tips en tops zijn er bij de zakelijke brief?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Uitleg door leerling
Wanneer gebruik je GEEN liggend streepje?
Wanneer gebruik je WEL een liggend streepje?
Wanneer gebruik je meer dan één liggend streepje bij samenstellingen?
Welke tips en tops zijn er bij de zakelijke brief?
Slide 1 - Tekstslide
Meervoudsvormen
De meervoudsuitgangen van de meeste zelfstandige naamwoorden zijn: -(e)n, -s en -eren. Meestal levert het meervoud geen enkel probleem op: je schrijft op wat je hoort.
Voorbeelden:
gewonde - gewonden
schrift - schriften
installatie - installaties
rund - runderen
Maar er zijn ook lastigere meervoudsvormen
Slide 2 - Tekstslide
Opdrachten maken:
Doornemen blz. 28 en 29.
Oefenen meervoudsvormen in Lesson Up.
Maken opdracht 15.
Streep opdracht 16 op blz. 30 door. Deze maak je NIET.
Maak opdracht 17 en bespreken. Gebruik blz. 4 t/m 9 en 11 .
Klaar? Doorlezen oefenbrief 2 + correctiemodel.
Start maken oefenbrief 2.
Slide 3 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een woord met een meervoud op -n en -s zoals gedachten/gedachtes
Slide 4 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een woord met een meervoud op -ie zoals poriën.
Slide 5 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een woord met aan het einde een klinker en 'y' zoals sprays.