is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
heb je geen kauwbare dingen in je mond.
is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).
Denken jullie eraan dat het 10 maart internationale Mario Dag is...
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:
is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
heb je geen kauwbare dingen in je mond.
is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).
Denken jullie eraan dat het 10 maart internationale Mario Dag is...
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 3
Spelling
Meervouden
Slide 2 - Tekstslide
Spelling: meervouden
Doel:
Aan het eind van de les:
- kun je meervouden herkennen.
- kun je meervouden correct te spellen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het meervoud van 'blad'? (Dat ding dat van de boom af valt)
A
bladeren
B
bladen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het meervoud van gewoonte?
A
gewoontes
B
gewoonten
Slide 5 - Quizvraag
Theorie - meervoudsuitgangen
- (e) n -> plant wordt planten
- s -> pauze wordt pauzes
- eren -> kind wordt kinderen
Let op: sommige woorden hebben twee meervoudsvormen: gemeenten en gemeentes
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het meervoud van taxi?
A
Taxis
B
Taxies
C
Taxi's
Slide 7 - Quizvraag
Theorie - meervoudsuitgang (2)
Woorden die in het enkelvoud op de klinkers a,i,o,u, of y eindigen, schrijf je met 's. '
Bijvoorbeeld: piano's, baby's
Geen uitspraakprobleem? Dan de s eraan vast: essays, cadeaus, cafés
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het meervoud van forel?
A
forelen
B
forellen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meervoud van kievit?
A
kieviten
B
kievitten
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het meervoud van raaf?
A
rafen
B
raven
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotografen
B
fotograven
Slide 12 - Quizvraag
Theorie - meervoudsuitgang (3)
- als woorden in het meervoud -(e)n krijgen, dan wordt de laatste letter van het enkelvoud soms verdubbeld i.v.m. spraakverwarring (pan - pannen)
- woorden die eindigen op onbeklemtoond -ik, -el, -es, -et, -it krijgen geen verdubbeling van de laatste letter (perzik - perziken, dreumes - dreumesen) - meestal verandert in het meervoud de f in een v en de s in een z, (huis - huizen , larf - larven ) maar niet altijd (paragraaf - paragrafen, krans - kransen)
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het meervoud van melodie
A
melodieën
B
melodiën
C
melodien
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het meervoud van bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën
Slide 15 - Quizvraag
Theorie- meervoudsuitgang (4)
Bij woorden die op -ie eindigen, hangt de meervoudsvorm af van de klemtoon:
- met klemtoon op ie: meervoud - ën
- met klemtoon niet op ie: meervoud -n en een trema op de laatste e.
Dus: epidemie -> epidemieën
kolonie -> koloniën
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het meervoud van abonnee
A
abonneeën
B
abonnees
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideën
C
ideeën
Slide 18 - Quizvraag
theorie meervoudsuitgang (5)
Woorden die eindigen op ee, krijgen in het meervoud meestal - ën, soms -s.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is het meervoud van museum?
A
musea
B
museums
C
muesa's
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het meervoud van politicus?
A
politici's
B
politici
C
politicussen
Slide 21 - Quizvraag
Theorie meervoudsuitgang (6)
Leenwoorden die eindigen op um of us, hebben meestal twee meervoudsvormen.
Musicus -> musici
catalogus -> catalogi en catalogussen
Slide 22 - Tekstslide
Theorie meervoudsuitgang (7)
In meervouden van letters, afkortingen of cijfers zet je een apostrof.