De Hades: Pallas 18

De Hades: introductie
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Hades: introductie

Slide 1 - Tekstslide

Een schim leek volgens de Grieken altijd op de persoon die hij was geweest tijdens zijn leven.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Op welke afbeelding zie je Hades?
Klik op de loep om ze te vergroten.
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Waarom werd Hades ook wel Πλούτων (de Rijke) genoemd?
A
omdat vruchtbare lava uit de aarde kwam
B
omdat edelmetalen uit de aarde kwamen
C
omdat oogsten uit de aarde kwamen
D
omdat de schimmen uit de aarde kwamen

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar het juiste deel van de onderwereld.
Asphodelosweide
Elyseïsche Velden
Tartaros
de meeste schimmen
misdadigers
mensen die een voorbeeldig leven hebben geleid
Lethe
Kronos
Erinyen, wraakgodinnen

Slide 5 - Sleepvraag

Door welke god werden schimmen begeleid op hun tocht naar de onderwereld?

Slide 6 - Open vraag

Hoe heette de rivier die de grens vormde tussen de bovenwereld en de onderwereld?

Slide 7 - Open vraag

Hoe heet de man die op dit schilderij is afgebeeld met een rode doek om zich heen en
een roeispaan in zijn hand?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet dit beest, dat de toegang tot de onderwereld bewaakte volgens de Grieken?

Slide 9 - Open vraag

Wie zit hier op de troon naast Hades?

Slide 10 - Open vraag

Wie is GEEN rechter
in de onderwereld?
A
Hades
B
Minos
C
Rhadamanthys
D
Aiakos

Slide 11 - Quizvraag

Rangschik de woorden van ellendige (linksonder) naar meest fantastische plek (rechtsboven).
zeer ellendige plek
meest fantastische plek
Eilanden van de Gelukzaligen
Elyseïsche velden
Tartaros
Asphodelosweide

Slide 12 - Sleepvraag

Welke held kwam niet in de onderwereld terecht?
A
Odysseus
B
Herakles
C
Perseus
D
Orpheus

Slide 13 - Quizvraag

Odysseus kwam naar de onderwereld
om iemand te spreken. Voor wie kwam
hij eigenlijk naar het rijk van Hades?
A
zijn moeder
B
Teiresias
C
Agamemnon
D
Achilles

Slide 14 - Quizvraag

Welke held die de onderwereld bezocht
is hier afgebeeld?

Slide 15 - Open vraag

Wie is helemaal links op deze afbeelding afgebeeld?

Slide 16 - Open vraag

Welke held die de onderwereld bezocht is hier afgebeeld?

Slide 17 - Open vraag

Welke held die de onderwereld bezocht is hier helemaal rechts afgebeeld?

Slide 18 - Open vraag

Eeuwig gestraften
Sisyphos
Danaiden
Ixion

Slide 19 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
Tantalos
Kerberos
Hades
Hermes
Charon
Ixion
Persephone
Rechters

Slide 20 - Sleepvraag

Tekst 18A
Pallas 2, p.25

Slide 21 - Tekstslide

Ἡ μήτηρ ...

Slide 22 - Open vraag

Ἡ μήτηρ ...
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus

Slide 23 - Quizvraag

Ἡ μήτηρ, ἐπελθοῦσα καὶ πιοῦσα τὸ αἷμα μέλαν,

Slide 24 - Open vraag

Ἡ μήτηρ, ..., αὐτίκα μ’ ἀνέγνω·

Slide 25 - Open vraag

δακρύσασα γὰρ ...

Slide 26 - Open vraag

δακρύσασα γὰρ τάδε τὰ ἔπη εἶπεν·

Slide 27 - Open vraag

‘Τέκνον ἐμόν,

Slide 28 - Open vraag

‘Τέκνον ἐμόν: naamval?

Slide 29 - Open vraag

‘Τέκνον ἐμόν, πῶς ἦλθες δεῦρο ...;

Slide 30 - Open vraag

‘Τέκνον ἐμόν, πῶς ἦλθες δεῦρο ζωὸς ὤν;

Slide 31 - Open vraag

Χαλεπὸν γάρ ἐστι ...

Slide 32 - Open vraag

Χαλεπὸν γάρ ἐστι τοῖς ζωοῖς τάδε θεᾶσθαι.

Slide 33 - Open vraag

Ἆρ’ ἐκ τῆς Τροίας ἐνθάδε ἀφίκου,

Slide 34 - Open vraag

ἀλώμενος πολὺν χρόνον;

Slide 35 - Open vraag

Οὐδέ πω ἦλθες εἰς τὴν Ἰθάκην,

Slide 36 - Open vraag

οὐδ’ εἶδες τὴν γυναῖκά τε καὶ τὸν υἱὸν καὶ πᾶν τὸ ἔθνος;’

Slide 37 - Open vraag

Ἐγὼ δ’
Wie?

Slide 38 - Woordweb

Ἐγὼ δ’ αὐτῇ εἶπον·

Slide 39 - Open vraag

‘Μῆτερ ἐμή, τὸ χρέος με κατήγαγεν εἰς Αἵδου,

Slide 40 - Open vraag

ὅτι ἔδει με Τειρεσίᾳ χρῆσθαι·

Slide 41 - Open vraag

οὐ γάρ πω ἦλθον σχεδὸν Ἰθάκης, τῆς ἐμῆς γῆς,

Slide 42 - Open vraag

ἀεὶ ἀλώμενος καὶ πολλὰ πάθη πάσχων,

Slide 43 - Open vraag

ἐξ οὗ πρῶτον τῷ Ἀγαμέμνονι ἑσπόμην εἰς Ἴλιον.

Slide 44 - Open vraag

Tekst 18B
Pallas 2, p.27

Slide 45 - Tekstslide

Vertaal - exact! - de genitivus absolutus in regel 14.

Slide 46 - Open vraag

εἶδον (r.15)
A
Dit is een vorm van het praesens
B
Dit is een vorm van het imperfectum
C
Dit is een vorm van de aoristus

Slide 47 - Quizvraag

ἀπεστάτει (r.15)
A
Dit is een vorm van het praesens
B
Dit is een vorm van het imperfectum
C
Dit is een vorm van de aoristus

Slide 48 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil in betekenis is tussen aoristus en praesens / imperfectum

Slide 49 - Open vraag

εἶδον (r.14)
Wie is het onderwerp van deze vorm?

Slide 50 - Open vraag

Οὗτος (r.15)

Wie wordt hiermee bedoeld?
A
Odysseus
B
Achilleus
C
Ajax

Slide 51 - Quizvraag

τῇ ἐμῇ νίκῃ (r.16)
Leg in eigen woorden uit wat hiermee concreet bedoeld wordt.

Slide 52 - Open vraag

γε (r.18)
Dit woord legt nadruk op het woord dat voorafgaat. Waarop wordt hier nadruk gelegd?

Slide 53 - Open vraag

ἔπεσιν (r.19)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 54 - Quizvraag

ἔπη (r.24)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 55 - Quizvraag

In regel 20-25 is Odysseus aan het woord. Met welk Grieks woord worden zijn woorden in het voorafgaande getypeerd?

Slide 56 - Open vraag

Odysseus probeert Ajax te overtuigen: zijn woorden bevatten veel vormen van de imperativus. Noem er zes uit regel 23-25.

Slide 57 - Open vraag