woordstrategieën en woordenboek

woordenboek &

woord(raad)strategieën

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

woordenboek &

woord(raad)strategieën

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:


- Herhalen van de woordstrategieën.

- Je weet hoe je een woordenboek gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week zijn de woord(raad)strategieën herhaalt. Welke weet je nog?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Stappenplan bij een moeilijk woord in de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Welke informatie vind je in een woordenboek?

Slide 6 - Woordweb

Kijkopdracht:

Je gaat kijken naar een uitleg over het gebruik van een woordenboek.

Maak aantekeningen en geef antwoord op de volgende vragen:


1. Wat is een trefwoord?

2. Hoe vind je de basisvorm van een woord?

3. Waarom is het alfabet belangrijk?

4. Wat zijn richtwoorden?

5. Waarom is de context van het woord belangrijk?


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1. Wat is een trefwoord?

Slide 9 - Open vraag

2. Hoe vind je de basisvorm van een woord?

Slide 10 - Open vraag

3. Waarom is het alfabet belangrijk?

Slide 11 - Open vraag

4. Wat zijn richtwoorden?

Slide 12 - Open vraag

5. Waarom is de context van het moeilijke woord belangrijk?

Slide 13 - Open vraag

Oefenen met het woordenboek
Je krijgt een aantal dia's te zien.
Wat doe je om het woord in het woordenboek op te zoeken?
Je hebt een woordenboek nodig.

Slide 14 - Tekstslide

Bij welk woord in het woordenboek zoek je 'knappe'?

Slide 15 - Open vraag

Hoe zoek je 'stel vast' op in het woordenboek?

Slide 16 - Open vraag

Gebruik het woordenboek.
Wat betekent: improviserende?

Slide 17 - Open vraag

Gebruik het woordenboek.
Wat betekent 'confronteren'

Slide 18 - Open vraag

Gebruik het woordenboek.
Wat betekent: 'compagnon'?

Slide 19 - Open vraag

Frauderisico staat niet in het woordenboek.
Hoe kan je toch achter de betekenis komen?
_____________

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
Maak van H1 Woordenschat opdracht 2 een woordenlijst:
schrijf het onderstreepte woord op met de juiste betekenis.
Dit heb je nodig voor de toets.

Maken H2 Woordenschat opdracht 1 t/m 4 (blz. 52-55 of online)

Slide 21 - Tekstslide