Burgerlijke cultuur Muziek

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zag de tijd van de Republiek eruit?

Slide 4 - Woordweb

Hoe werd er naar kunst gekeken?

Slide 5 - Woordweb

DE KUNSTENAAR
  • Afhankelijk van (particuliere) opdrachtgevers
  • Vaak deel van een gilde
  • Gericht op de smaak/vraag van de welgestelde burgerij

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zag de muziek van deze periode eruit?

Slide 7 - Woordweb

Prima Prattica:
  • polyfonie/meerstemmig
  • Gaat om de vorm (inhoud staat onder de vorm)
  • a capella
  • Individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
  • teksten moeilijk te verstaan (door de meerstemmigheid)

Secunda Prattica:
  • Monodie/eenstemmig
  • Gaat om de inhoud (tekst is belangrijker dan de vorm)
  • Zang met akkoordbegeleiding 
  • geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
  • Toepassen van dissonanten

Slide 8 - Tekstslide

Er vind een switch plaats in de muziek.
In welke setting denk jij dat er veel (nieuwe) belangstelling is voor muziek?
A
In de kerk
B
De huiselijke kring
C
Op de markt
D
Op het toneel

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

AFFECTENLEER
  • Al die vrije expressie door de mogelijkheid van improvisatie wordt aan banden gelegd door de affectenleer.

  • De affectenleer is een muzikaal systeem vanuit de gedachte dat zintuiglijkheden (zoals het gehoor) invloed hebben op de geestestoestand van de mens.
  • Door dit 'vaste systeem' worden muziekpartijen vastgelegd.
  • Voorbeeld: Als de dood zijn intreden doet daalt de toonsoort en met de gang naar de hemel, gaat de muzikale compositie ook weer omhoog.

  • De affectenleer zelf blijft niet lang populair, maar de vastlegging van muziek blijft.

Slide 11 - Tekstslide

MUZIEK BURGERLIJKE CULTUUR

Vormen van muziek:
  • Psalmzang, buiten diensten om.
  • Binnen huiselijke kring:
       --> Liedboeken
       --> Collegium Musicum of Rederijkerskamer
       --> Muziekinstrument met opvoeding/leraar
  • Tussen bedrijven door of ter ondersteuning van het ballet of zang
  • Muziek maken buiten de kerk mogelijk door verspreiding bladmuziek en zangteksten.

Slide 12 - Tekstslide

JAN PIETERSZOON SWEELINCK (1562 - 1621)
  • Componist, organist, klavecinist, muziekpedagoog, en organisator
  • Maakt muziek los van de kerk, in dienst Amsterdam

  • Componeert tussen 1604 en 1621 het Franstalige Geneefse Psalmboek, 150 psalmen uit de Bijbel op rijm en muziek

Slide 13 - Tekstslide

PSALMZANG
  • In de kerk buiten de diensten om.
  • Veelal eenstemmig en nuchter.
      --> Woord voor woord verstaanbaar

  • Gezongen in volkstaal (Nederlands) in plaats van Latijn
  • Weinig groei door gebrek kerk en hof/koning als opdrachtgevers
      --> Vrijwel puur voor vermaak

  • Herschrijving door Jan Pieterszoon Sweelinck

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

BINNEN DE HUISELIJKE KRING

  • Collegium Musicum
      --> Muziekvereniging met een
             expert ter begeleiding voor
             plezier.
     --> Onderwijs in blokfluit, luit,
             klavecimbel, traverso of orgel.
  • Psalmen van Sweelinck
  • Protestanten en katholieken samen

Slide 16 - Tekstslide

LIEDBOEKEN 
(MOPSJES)
  • Liedboek: een boek dat een verzameling liederen bevat. Naast liedteksten kan het boek ook muzieknotatie bevatten.
  • Wereldlijke onderwerpen en teksten, hartstochten en kluchten.
  • Men nam deze overal mee naartoe, en kon overal gebruikt worden.
  • Sweelinck's herschrijvingen van de Psalmen
  • Veel liederen waren contrafacten, nieuwe teksten op bestaande melodie.

Slide 17 - Tekstslide

ONDERSTEUNING VAN TONEEL
  • Meestal rond de 3 muzikanten
  • Dienen veelal voor begeleiding, ondersteuning van zang en opvulling van leegtes.

Slide 18 - Tekstslide

SAMENGEVAT

  • De kunst in de republiek diende ter lering en vermaak, met muziek in huiselijke kring voornamelijk ter vermaak.
  • De welvarende burgerij had het voor het zeggen.
  • Waar binnen de kerk muziek werd 'verbannen', bloeide het op in de huiselijke kring.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide