KuBv 17de eeuw muziek hfst 5

Accenten binnen dit hoofdstuk
Religieuze en wereldlijke muziek; muzikale genres voor de kleine kring.
- Sweelinck en de nieuwe rol van het orgel weten (binnen en buiten de eredienst)
- De ontwikkeling van de muziek weten in de gouden eeuw; instrumenten voor huiselijke kring; collegium musicum; liederboeken enz.
- Weten wat de affectenleer in de zeventiende eeuw inhoud en hoe deze zich verder ontwikkeld. (prima pratica en secunda pratica)

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Accenten binnen dit hoofdstuk
Religieuze en wereldlijke muziek; muzikale genres voor de kleine kring.
- Sweelinck en de nieuwe rol van het orgel weten (binnen en buiten de eredienst)
- De ontwikkeling van de muziek weten in de gouden eeuw; instrumenten voor huiselijke kring; collegium musicum; liederboeken enz.
- Weten wat de affectenleer in de zeventiende eeuw inhoud en hoe deze zich verder ontwikkeld. (prima pratica en secunda pratica)

Slide 1 - Tekstslide

Muziek in de 17e eeuw
Anders dan schilderkunst en literatuur was er geen bloeiend muziekleven, dat kwam door:
  1. Het ontbreken van een rijke hofcultuur (die er in andere delen van Europa wel was) waarin muzikanten hun brood konden verdienen 
  2. Doordat de calvinistische kerk het muziekgebruik uit de kerkdienst had verbannen. (de gelovige zongen zelf, wat een koor en orgel overbodig maakte)

Slide 2 - Tekstslide

muziek in de Katholieke kerk
zo mooi mogelijk om God te eren, dus:
  • zang (door een koor!) én orgel
  • meerstemmig (polyfonie) --> meer ruimte voor expressie
  • tekst in Latijn (Gregoriaans)
  • Meerstemmig 
  • Bestemd voor kerk

Slide 3 - Tekstslide

maar...
De Nederlanders waren vooral Calvinistisch. Daardoor speelde  de muziek een andere rol in combinatie met het geloof!!

Slide 4 - Tekstslide

Muziek in de Calvinistische kerk
het volk wordt actief betrokken bij de dienst, dus:
  • geen koor, de aanwezigen zingen psalmen
  • geen orgel, want leidt af van gezang
  • Eenstemmig -> monodie
  • Tekst in volkstaal

De kerken zien er sober uit en de muziek klinkt sober

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Eenstemmig -> monodie
De menselijke stem (Vox humana) is een instrument wat gezien werd als door god gegeven.
  • een groep die tegelijkertijd hetzelfde zingt
  • één melodie lijn
  • inhoud (tekst) staat boven de vorm (melodie)
  • de tekst is goed verstaanbaar en goed te volgen de melodie ondersteunt maar is niet ingewikkeld.
  • Melodie roept emotie op en versterkt te tekst
  • wordt ook wel seconda pratica genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Meerstemmig -> polyfonie
Door de ontwikkeling van muzieknotatie (op schrijven van composities) wordt muziek ingewikkelder
  • Meer stemmen, meerdere groepen die verschillende teksten zingen
  • Meer melodie lijnen
  • De inhoud (tekst) staat onder de vorm (melodie)
  • De melodie en harmonie is belangrijk de tekst is niet meer te volgen als luisteraar
  • De luisteraar wordt volledig meegenomen in de emotie van die de melodie oproept.
  • Wordt ook wel prima pratica genoemd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Prima Prattica
Secunda Prattica
monodie/ eenstemmig
zang met akkoordbegeleiding door een instrument
werd een groot succes in 17e eeuw
geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
tekst moeilijk te verstaan
a capella
polyfonie/ meerstemmig

Slide 12 - Sleepvraag

Prima Prattica:
  • Individuele emotie uitdrukken is niet mogelijke
  • teksten moeilijk te verstaan
  • a capella
  • polyfonie/meerstemmig

Secunda Prattica:
  • Monodie/eenstemmig
  • Zang met akkoordbegeleiding 
  • groot succes in de 17e eeuw
  • geschikt om gevoel uit te drukken in muziek

Slide 13 - Tekstslide

Prima Prattica
Secunda Prattica
Muziek 1
Muziek 2
Muziek 3
Muziek 4

Slide 14 - Sleepvraag

De affectenleer in de 17e eeuw
  • Ook in de muziek werd gezocht naar manieren om emoties/ gemoedstoestanden (affecten) uit te drukken.
  • Emoties onderscheiden; liefde, haat, verlangen, vreugde, droefheid en verwondering
  • De gevoelens werden o.a. verbonden met instrumenten (liefelijk hoorns, trotse fagotten), toonsoorten (laag = droevig, hoog = liefelijk/vrolijk) en tempo.
  • Er is meer expressie mogelijk met dissonant
    ( = wrang veel zware emotie bv. angst)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vormen van muziek buiten de kerk
  • Psalmzang, buiten diensten om.
  • Binnen huiselijke kring:
     --> Liedboeken (vaak met bekende wijsjes)
     --> Collegium Musicum of Rederijkerskamer
    --> Muziekinstrument met opvoeding/leraar (behoort tot de standaardopleiding van de jeugd (klavecimbel en luit zijn populair)
  •  Tussen bedrijven door of ter ondersteuning van het ballet of zang
  • Muziek maken buiten de kerk mogelijk door verspreiding bladmuziek en zangteksten.

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je over:
Muiderkring blz. 63

Slide 18 - Woordweb

Wat weet je over
Collegium Musicum blz. 64

Slide 19 - Woordweb

Collegium Musicum
  • Een collegium musicum is een gezelschap van gegoede burgers die in verenigingsverband samen muziek maken. --> Soms uitvoering in rederijkerskamers  
  • Het collegium bestaat alleen uit mannen.
  • Onderwijs in blokfluit, luit, klavecimbel, traverso of orgel.
  • Psalmen van Sweelinck
  • Ze speelden ter lering en vermaak.

Slide 20 - Tekstslide

Leg
Affectenleer uit blz. 58

Slide 21 - Woordweb

MUZIEK
buiten de kerk

Slide 22 - Tekstslide

Vraag: muziek in de calvinistische kerk
Muziek maakt vanaf het prille begin van de kerk deel uit van de katholieke eredienst. Met de reformatie kwam daar in Nederland verandering in. De calvinisten hadden bezwaren tegen de vorm die door de kerk van Rome gebruikt werd.
Leg uit waartegen de calvinisten precies bezwaar maakten en wat als gevolg werd veranderd. Noem twee zaken.

Slide 23 - Tekstslide

De calvinisten hadden bezwaren tegen de vorm van muziek maken die door de kerk van Rome gebruikt werd.
Leg uit waartegen de calvinisten precies bezwaar maakten en wat als gevolg werd veranderd. Noem twee zaken.

Slide 24 - Open vraag

ANTWOORD
-Bezwaar: Het gebruik van instrumenten (zoals het orgel) wordt gezien als ongepast en werelds, dat leidt af van de essentie. -> Het orgel wordt (in eerste instantie) uit de eredienst geweerd. Alleen de menselijke stem is acceptabel.
  
- Bezwaar: Polyfonie wordt in de ban gedaan omdat de gezongen teksten er onverstaanbaar door worden. -> Kerkelijke gezangen worden eenstemmig en verstaanbaar gezongen. Polyfonie is niet toegestaan.
  
- Bezwaar: Kerkelijke gezangen moeten door de gelovigen zelf (verstaanbaar) worden gezongen. Dus geen latijnse teksten -> De kerkgangers zingen de kerkelijke gezangen in hun moedertaal. Daarmee wordt het kerkkoor in de ban gedaan.

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een collegium musicum?

Slide 26 - Open vraag

Een collegium musicum...
Een
collegium musicum is een gezelschap van gegoede burgers die in verenigingsverband samen muziek maken. Het collegium bestaat alleen uit mannen. De leiding berust bij een beroepsmusicus. Ze speelden ter lering en vermaak.

Slide 27 - Tekstslide

De componist Sweelinck is katholiek, maar speelt toch orgel in de protestantse Oude Kerk in Amsterdam. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video


Er vind een switch plaats in de muziek.
In welke setting denk jij dat er veel (nieuwe) belangstelling is voor muziek?
A
In de kerk
B
De huiselijke kring
C
Op de markt
D
Op het toneel

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Muziek Burgerlijke cultuur
Vormen van muziek:
  • Psalmzang, buiten diensten om.
  • Binnen huiselijke kring:
     --> Liedboeken 
    --> Collegium Musicum of Rederijkerskamer
    --> Muziekinstrument met opvoeding/leraar
  •  Tussen bedrijven door of ter ondersteuning van het ballet of zang
  • Muziek maken buiten de kerk mogelijk door verspreiding bladmuziek en zangteksten.

Slide 33 - Tekstslide

Niet alleen de deftige bestuurslaag deed aan muziek. De hele stad Amsterdam kende een rijk muziekleven. Dat week wel af van het muziekleven van andere grote steden in Europa. Leg dit verschil uit.

Slide 34 - Open vraag

  • Componist, organist, klavecinist, muziekpedagoog, muziekorganisator
  • Maakt muziek los van de kerk, in dienst Amsterdam
  • 1561 - 1621
  • Componeert tussen 1604 en 1621 het Franstalige Geneefse Psalmboek, 150 psalmen uit de Bijbel op rijm en muziek
Jan Pieterszoon Sweelinck

Slide 35 - Tekstslide

Psalmzang
  • In de kerk buiten de diensten om.
    --> Beiaard en orgelconcerten door stadsbestuurders 
  • Veelal eenstemmig en nuchter.
    --> Woord voor woord verstaanbaar 
  • In volkstaal (Nederlands) ipv Latijns
  • Weinig groei door gebrek kerk en hof/koning als opdrachtgevers
  • Herschrijving door Jan Pieterszoon Sweelinck

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Jan Jansz Starter
  • Auteur van onder meer minnedichten (liefdesgedicht), kluchten, Liedboeken e.d.
  • 1593 -  1626
  • Van engelse afkomst, vaak gebruik van contrafacten.
  • Bekendste werk Friesche Lusthof (1621)

Slide 39 - Tekstslide

Liedboeken (Mopsjes)
  • Liedboek = een boek dat een verzameling liederen bevat. Naast liedteksten kan het boek ook muzieknotatie bevatten.
  • Wereldlijke onderwerpen en teksten.
  • Men nam deze overal mee naartoe, en kon overal gebruikt worden.
  • Sweelinck's herschrijvingen van de Psalmen
  • Veel liederen waren Contrafacten.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

De prima en secunda prattica
Geef een korte beschrijving van het verschil tussen de prima prattica en de secunda prattica. Betrek daarbij de vorm, de inhoud en het gevoel.

Slide 43 - Open vraag

Prima prattica versus Secunda
Prima pratttica: de vorm – polyfonie/meerstemmigheid – is belangrijker dan de inhoud – de tekst die door de meerstemmigheid niet goed verstaanbaar is. Individuele emotie is niet mogelijk. De zang is als regel a capella. 
De secunda prattica: De inhoud – de gezongen tekst -­‐ is belangrijker dan de vorm – monodie/eenstemmigheid. Deze laatste laat het toe gevoel uit te drukken in de zang. Dat gevoel wordt ondersteund door muzikale begeleiding.

Slide 44 - Tekstslide

Sweelinck werd wel ‘de Orfeus van Amsterdam’ genoemd. Hij was beroemd om zijn orgelspel en met name om zijn improvisaties. De componist was katholiek, maar speelde toch in de protestantse Oude Kerk in Amsterdam. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 45 - Open vraag