Herhaling H7: Eigen Omgeving

Herhaling H7: Eigen Omgeving
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H7: Eigen Omgeving

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Deze les herhalen we de stof van H7 

  • Waarom? Volgende week hebben we toets, dus dit is toetsvoorbereiding. 
  • Doel? Kennis ophalen en leren.

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 7.1: inrichting van een wijk
Wat moet je weten?
  • Eigen omgeving
  • Verschil wijk en buurt
  • Soorten ruimtegebruik
  • Kenmerken van woningen
  • B171: Stad of Dorp
  • B183: NIET!

Slide 3 - Tekstslide

Je eigen omgeving is het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quizvraag

Een deel van een dorp of stad.
Wat is dit?
A
een buurt
B
een winkel
C
een wijk
D
eigen omgeving

Slide 5 - Quizvraag

Noem 3 voorbeelden
van voorzieningen.

Slide 6 - Woordweb

Welke twee begrippen passen er bij deze foto?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen koopwoning en een huurwoning?

Slide 8 - Open vraag

Kenmerken van inrichting

Welk woord hoort bij de letters A, B en C?
B
C
Voorzieningen
Wonen
Verkeer

Slide 9 - Sleepvraag

Paragraaf 7.2: Inrichting en bewoners
Wat moet je weten?
  • Inrichting oude woonwijken
  • Gevolgen stedelijke vernieuwing
  • Kenmerken bewoners: aantal, groei, huishoudens, leeftijd, herkomst
  • B150: natuurlijke bevolkingsgroei
  • B174: Urbanisatie

Slide 10 - Tekstslide

De binnenstad van de Kinkerbuurt is nieuw.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 11 - Quizvraag

Renovatie is
A
Huizen opknappen
B
Huizen slopen
C
Slecht onderhouden huizen
D
Goed ouderhouden huizen

Slide 12 - Quizvraag

Wat bedoelen we met stedelijke vernieuwing?

Slide 13 - Open vraag

Huishoudens
Herkomst
Leeftijd

Slide 14 - Sleepvraag

Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei + sterftecijfer
D
natuurlijke bevolkingsgroei + migratie

Slide 15 - Quizvraag

Een stad heeft 5000 inwoners. In een jaar komen er 300 mensen bij door geboorte en overlijden er 400 mensen.

1. Hoeveel mensen wonen er na een jaar in de stad?
2. Is er sprake van een geboorteoverschot of een sterfteoverschot?

Slide 16 - Open vraag

Paragraaf 3: Stad of platteland?
Wat moet je weten?
  • Kenmerken landelijk gebied
  • Verschil tussen agglomeratie, stadsgewest en stedelijk gebied

  • B171: stad en dorp
  • B213: voorzieningen
  • B214: Verzorgingsgebied

Slide 17 - Tekstslide


Wat is het platteland?
A
een gebied met weinig huizen en veel bomen
B
een gebied met weinig huizen en veel open ruimte
C
een gebied met veel huizen en weinig bomen
D
een gebied met veel huizen en veel open ruimte

Slide 18 - Quizvraag

In een landelijk gebied zijn er weinig voorzieningen.
1. Zijn hier vooral gespecialiseerde voorzieningen of dagelijkse voorzieningen?
2. Noem van ieder type voorziening een voorbeeld

Slide 19 - Open vraag


Als iemand van een stad naar een voorstad verhuist, noemen we dit .....
A
emigreren
B
agglomeratie
C
suburbanisatie
D
verlandelijken

Slide 20 - Quizvraag

Een agglomeratie is een stad met eraan vastgegroeide dorpen en voorsteden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een stedelijk gebied

Slide 22 - Open vraag

Een verzorgingscentrum is een gebied dat voor stedelijke voorzieningen is aangewezen op een bepaalde stad
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 23 - Quizvraag

Ga je de toets goed maken Maandag? :)
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll