In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Werkwijze Biologie
Pak je spullen:
Eventueel laptop
Biologieboek
Schrift voor aantekeningen
Pen
Mobiel in de tas!
Mooi! Dan gaan we beginnen!
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Herhaling 2.2: Het Hart
Uitleg 2.3/2.4: Het bloedvatenstelsel en bloed
Zelfstandig werken 2/3/2.4
Slide 2 - Tekstslide
Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 3 - Quizvraag
Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop
Slide 4 - Quizvraag
In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
Slide 5 - Quizvraag
Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen, ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 6 - Quizvraag
Vraag
Ik heb vanochtend een boterham met pindakaas gegegeten. Deze boterham wordt verteerd in het verteringsstelsel. In de dunne darm wordt een glucosemolecuul opgenomen in het bloed. Welke weg legt dit glucose molecuul af van de darmen tot aan de longen?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem
Slide 8 - Quizvraag
Pargraaf 2.3: Het bloedvatenstelsel
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoelen 2.3
3.1 Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten en kunt de relatie tussen bouw en werking uitleggen.
3.2 Je kunt zuurstofgehalte, stroomrichting en verloop van bloeddruk en stroomsnelheid in de delen van het bloedvatenstelsel toelichten.
Slide 10 - Tekstslide
Typen bloedvaten
Slagader / arterie
Dikke, elastische wand
van glad spierweefsel
Vertakt in arteriolen
Haarvat / capillair
enkele cellaag dik
Ader / venen
Dunne wand
kleppen
Vertakken in venulen
Binas 84C2
Slide 11 - Tekstslide
(Ader)kleppen
Laten het bloed in één richting stromen
Zodat het niet door de zwaartekracht terugstroomt naar de organen
Slide 12 - Tekstslide
Vernauwen en verwijden
Dankzij de spierlaag in (slag)aders kunnen deze vernauwen (vasoconstrictie) en verwijden (vasodilatatie).
Dit om bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur of de bloeddruk te regelen
Vasoconstrictie
Vasodilatatie
Slide 13 - Tekstslide
Haarvaten
Bij de organen vertakken de slagaders in haarvaten
In de wand van de haarvaten zitten kleine openingen.
De cellen in de wand van een haarvat laten weefselvloeistof (bloedplasma) en witte bloedcellen door.
Slide 14 - Tekstslide
Naamgeving van bloedvaten
Van hart (af) naar nier = nierslagader
Van nier naar hart (toe) = nierader
Binas 84A
Slide 15 - Tekstslide
bloeddruk 120/80
120= Bovendruk 80= onderdruk
Slide 16 - Tekstslide
Bloeddruk
De bloeddruk is druk van bloed tegen de wanden van bloedvaten
Maximale druk bij samentrekken kamers (bovendruk / systolische druk)
Minimale druk tijdens de hartpauze (onderdruk / diastolische druk)
Bovendruk
Onderdruk
Slide 17 - Tekstslide
Atherosclerose
Atherosclerose ook wel slagaderverkalking is het gevolg van het afzetten van cholesterol tegen de wand van het bloedvat.
Kan leiden tot trombose (verstopping door bloedprop) en infarcten (afsterven cellen door zuurstoftekort)
Slide 18 - Tekstslide
Hoge bloeddruk
stress
roken
overgewicht
zout
Langdurige hoge bloeddruk beschadigt de wanden van de slagaders!
Slide 19 - Tekstslide
Bloeddruk en stroomsnelheid
1. Er is te zien dat de bloeddruk afneemt tijdens het stromen van het bloed door de slagaders via de haarvaten naar de aders.
2. Verband stroomsnelheid bloed en totale doorsnede bij de verschillende typen bloedvaten.
3. Stroomsnelheid bloed is het laagst in haarvaten maar de totale doorsnede van dit type is het hoogst.