basiszorg wassen

Wat doe je als een oudere patiënte niet uit bed wil komen om te wassen in de wasruimte. Neem je dan ADL-taken over als je tegelijkertijd weet dat het voor de gezondheid van de patiënt goed is om zoveel mogelijk zelf actief te blijven?

A
je gaat in gesprek en probeert haar over te halen zodat ze toch zelfstandig blijft
B
je gaat in gesprek en probeert te achterhalen wat ze zelf wil
C
je vertelt nogmaals welke consequenties het heeft als ze niet wilt revalideren.
D
je laat haar maar op bed liggen
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat doe je als een oudere patiënte niet uit bed wil komen om te wassen in de wasruimte. Neem je dan ADL-taken over als je tegelijkertijd weet dat het voor de gezondheid van de patiënt goed is om zoveel mogelijk zelf actief te blijven?

A
je gaat in gesprek en probeert haar over te halen zodat ze toch zelfstandig blijft
B
je gaat in gesprek en probeert te achterhalen wat ze zelf wil
C
je vertelt nogmaals welke consequenties het heeft als ze niet wilt revalideren.
D
je laat haar maar op bed liggen

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekent ADL?
A
Alle dagen lol
B
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
Algemene dagelijkse levensmiddelen
D
Algemeen dagelijks leven

Slide 2 - Quizvraag

Op je stage bij de thuiszorg ga je meneer Jansma helpen met wassen en aankleden. Om de sfeer wat prettiger te maken, toon je belangstelling. Je weet dat meneer Jansma kinderen heeft, dus vraag je hoe het met zijn kinderen gaat. ‘Goed’, antwoordt meneer Jansma zonder je aan te kijken.
A
Je blijft vriendelijk en stelt vragen over andere onderwerpen, zoals hobby’s.
B
Je vraagt vriendelijk aan meneer Jansma of hem misschien iets dwarszit
C
Je blijft vriendelijk, maar stelt verder geen vragen die niet echt nodig zijn.
D
Je vertelt enthousiast over je eigen familie zodat er geen stiltes vallen.

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding hiernaast. De man op deze afbeelding is de zorgvrager in deze vraag.

Ivan komt bij de zorgvrager thuis om hem te helpen met wassen en ziet de zorgvrager. Wat kan Ivan het beste vragen of zeggen?

A
Dag meneer, als u gewassen bent, voelt u zich vast weer blij.
B
Dag meneer, ik kom u helpen met wassen. Gaat u met me mee?
C
Dag meneer, ik zie dat u ergens mee zit. Wat is er aan de hand?
D
Dag meneer, volgens mij bent u boos. Kunt u me vertellen waarom?

Slide 4 - Quizvraag

Hoe werk je hygiënisch bij het opmaken van een bed?
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te doen
D
Door alles wat hier voor genoemd is

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet je altijd als eerste doen als je bij een patiënt komt?
A
Bed om hoog doen
B
Handen wassen
C
Patiënt wakker maken
D
Jezelf voorstellen

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer helpen we iemand bij de ADL?
A
Als iemand vermoeid is
B
Als iemand geen zin heeft
C
Als iemand verminderde zelfregie heeft

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij het opmaken van een bed?
A
linnengoed klaarleggen
B
hulp vragen om samen een bed op te maken
C
handschoenen aandoen
D
handen wassen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Als je een cliënt op bed wast, kun je de techniek van ‘verzorgend wassen’ toepassen.

Wat houdt die techniek in?
A
Het gebruik van zo min mogelijk zeep.
B
Het gebruik van zo min mogelijk water.
C
Het gebruik van wasdoekjes met zeep die snel verdampt.
D
Het gebruik van wasdoekjes met huidvriendelijke lotion.

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet je altijd doen voordat je een bed gaat verschonen maar ook daarna?
A
Een schoon uniform aandoen
B
Je handen wassen - hygiëne!
C
Het bed op de rem zetten
D
Rapporteren

Slide 13 - Quizvraag

Met welk instrument wordt gemeten of iemand de ADL zelfstandig kan uitvoeren?
A
bertolliindex
B
barmondindex
C
bartolindex
D
barthelindex

Slide 14 - Quizvraag

ADL hulpmiddelen zijn er om?
A
Kwaliteit van leven te geven
B
Afhankelijkheid te stimuleren
C
Zorgen voor minder belasting van de rug
D
Zorgen dat er minder mensen in de zorg nodig zijn

Slide 15 - Quizvraag

Ouderen die veel hulp nodig hebben bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) hebben een verhoogd valrisico. Met welke instrument wordt gemeten in hoeverre iemand de ADL zelfstandig kan uitvoeren?
A
Bartollinindex
B
Barthelindix
C
Barlowinde
D
Barmondtindex

Slide 16 - Quizvraag

Meneer De Haan heeft dementie. Je begeleidt meneer bij het douchen. Meneer kleedt zichzelf uit en gaat onder de douche staan. Je zet de douche aan en geeft meneer een washandje. Je zegt: 'Zo, begint u met wassen? Ik help u waar het niet lukt.' De zorgvrager kijkt wat om zich heen en weet duidelijk niet wat hij moet doen.
Hoe kun je dit het beste oplossen?
A
Je herhaalt je instructie: 'Begin maar met wassen!'
B
Je neemt het washandje over en zegt: 'Ik was uw gezicht wel even.'
C
Je doet het washandje om zijn hand en zegt: 'Wast u zelf uw gezicht?'

Slide 17 - Quizvraag

Op de foto zie je een tillift. Dit is een ADL hulpmiddel.
Hoe noem je dit ook wel?
A
tiltechniek
B
lifttechniek
C
transfertechniek

Slide 18 - Quizvraag