KT1 FPZ Periode 8 week 1 MFB

KT1 FPZ Periode 8 week 1
MFB's
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

KT1 FPZ Periode 8 week 1
MFB's

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent MFB's?
A
Medisch formularium beslispunt
B
Manufacturing Farmacie Business
C
Medische forum beslissing
D
Medisch farmaceutische beslisregels

Slide 2 - Quizvraag

Een bekende MFB is....
A
lage bloeddruk bij bètablokkers
B
Anticonceptie gebruik bij vrouwen > 52 jaar
C
ORS gebruiken bij opiaten
D
Vitamine D adviseren bij een patiënt met donkere huidskleur.

Slide 3 - Quizvraag


Waar kan je informatie over MFB’s vinden?
A
AIS en Informatorium medicametorium
B
AIS en commentaren medicatiebewaking
C
AIS en Medictiebewaking kennisbank
D
AIS en dossiers patientenzorg

Slide 4 - Quizvraag

Bij de MFB..
Overgebruik triptanen.
Controleer je of de patiënt niet te veel sumatriptan gebruikt. Hoeveel?
A
> 10 tabletten per week gebruikt.
B
<10 tabletten per jaar 3 maanden gebruikt.
C
> 25 tabletten per 6 maanden gebruikt
D
< 20 tabletten per 3 maanden.

Slide 5 - Quizvraag

De MFB foliumzuur bij MTX gebruik is nodig voor....
(MTX= Methotrexaat)
A
Om minder bijwerkingen te hebben van de MTX
B
Om een betere werking te hebben van de MTX
C
Om de maag te beschermen tegen de MTX
D
Om de risico's op osteoporose te verminderen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een indifferente crème of zalf?
A
triamcinolon vaselinecetomacrogol crème
B
Unguentum simplex + HCA1%
C
Cremor vaseline 10% in cetomacrogol
D
Koelzalf met 1 % clobetasol

Slide 7 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt isosorbide dinitraat tabletten van 60mg.
Welk medicijn moet hij erbij gebruiken?
A
Omeprazol
B
Acetylsalicylzuur
C
Macrogol
D
Metoprolol

Slide 8 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt flixotide.
Hij komt voor de 2e keer in korte tijd daktarin orale gel halen. Wat bespreek je met de patiënt?
A
Of hij een laxeermiddel gebruikt ivm risico op obstipatie
B
Of hij een calcium tablet gebruik ivm met zijn corticosteroïden gebruik.
C
Of hij een indifferente crème gebruikt ivm zijn corticosteroïden gebruik
D
Of de inhalatie wel goed gaat en hij de mond spoelt na gebruik.

Slide 9 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt veel oxycodon 5mg smelttablet.
Hij komt elke keer vroeger om de tabletten op te halen... wat doe je?
A
Je vraagt of de pijn langdurig is en overlegt met de huisarts voor een tablet oxycodon MGA
B
Je geeft een maagbeschermer zoals pantoprazol erbij.
C
Je adviseert om foliumzuur te gaan slikken om de bijwerkingen te verminderen.
D
Je geeft hem meer macrgol zakjes want dat zal hij wel nodig hebben

Slide 10 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt te veel aan Imigran neusspray. Je stuurt hem naar de huisarts. Welk medicijn zal de huisarts voorschrijven?
A
Metoprolol retard 50mg
B
Acetylsalicylzuur 80mg
C
Pantoprazol 40mg
D
Sumatriptan 100mg

Slide 11 - Quizvraag