Boerenkool zaaien en oogsten

Boerenkool zaaien en oogsten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Boerenkool zaaien en oogsten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je boerenkool zaait en oogst.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het zaaien en oogsten van boerenkool?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Boerenkool zaaien
Boerenkool zaaien gebeurt in het voorjaar of najaar. Zaai de zaden in vochtige grond en bedek ze met een dun laagje aarde.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaaiproces
Het zaaiproces betekent het controleren van de grond, zaaien van de zaden, water geven en regelmatig controleren op onkruid.

  • Iedere week ga je samen met meneer D. Mulder de grond controleren op onkruid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij het oogsten?
Let bij het oogsten van boerenkool op de grootte van de bladeren. Kies de buitenste bladeren en laat de plant verder groeien voor een langere oogsttijd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuingereedschappen
Voor het zaaien en oogsten van boerenkool heb je een schepje, harkje, gieter en eventueel een mesje nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuingereedschappen - mesje
Een mesje is handig om de boerenkoolbladeren voorzichtig af te snijden tijdens het oogsten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuingereedschappen - harkje
Een harkje helpt bij het verwijderen van stenen en onkruid uit de grond.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Voorbereiden van de grond
Maak de grond los met een schepje en verwijder stenen en onkruid.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Zaaien van de zaden
Maak geultjes in de grond, leg de zaden erin en bedek ze met een dun laagje aarde.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Water geven
Geef de zaden regelmatig water, zodat de grond vochtig blijft. Dit betekent dat de grond niet al te nat wordt, maar ook niet droog is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Controleren op onkruid
Controleer regelmatig de boerenkoolplanten op onkruid en verwijder het voorzichtig. Dit doe je met een schepje en/of met de hand.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oogsten van boerenkool
Kies de buitenste bladeren van de boerenkoolplant en laat de binnenste bladeren heel. Snijd de bladeren voorzichtig af met een mesje. Dit doe je met een schilmesje.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootte van de bladeren
Oogst boerenkool wanneer de bladeren een goede grootte hebben bereikt, meestal ongeveer 20-30 centimeter lang.

  • Meneer D. Mulder zal jullie laten zien wanneer de boerenkool geoogst kan worden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langere oogstperiode
Laat de boerenkoolplant verder groeien nadat je enkele bladeren hebt geoogst. Hierdoor kun je gedurende een langere periode oogsten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuingereedschappen - schepje
Een schepje wordt gebruikt om de grond los te maken en geultjes te maken voor het zaaien van de zaden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuingereedschappen - gieter
Een gieter is nodig om de zaden regelmatig water te geven en de grond vochtig te houden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.