08. Stijlfiguren 2

Welkom & denk aan de regels
  • Jas op de kapstok
  • Petten af
  • Kauwgom uit
  • Telefoons in de tas
  • Leg je spullen vast klaar (leesboek, werkboek, schrift, pen)
  • Tassen van tafel 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom & denk aan de regels
  • Jas op de kapstok
  • Petten af
  • Kauwgom uit
  • Telefoons in de tas
  • Leg je spullen vast klaar (leesboek, werkboek, schrift, pen)
  • Tassen van tafel 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht + krant lezen (15 minuten)
  2. Theorie (10 minuten)
  3. Zelf aan de slag (25 minuten, eerste 10 minuten in stilte)

Slide 2 - Tekstslide

Krant lezen
  • Je krijgt een bladzijde uit de krant en daarvan lees je één artikel (met krantenkop, dus geen weerbericht, strip of reclame).
  • Je krijgt vijf minuten de tijd om het artikel te lezen, daarna vertellen drie leerlingen wat ze hebben gelezen.
  • Kom je moeilijke woorden tegen? Schrijf ze op, dan bespreken we die ook na het lezen. 

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren
Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken.
Ze worden veel gebruikt om de tekst levendig te houden. Ze worden veel gebruikt in reclames, poëzie en liedteksten.

Voorbeelden?

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Herhaling: Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.

Tegenstelling: In het donker is geen lichtpunt.

Opsomming: Geloof, hoop en liefde.


Slide 5 - Tekstslide

Hyperbool
Overdrijving. 

We hebben ons kapot gelachen.
Ik heb me dood gewerkt.

Slide 6 - Tekstslide

Understatement
Afzwakking. Je zegt het minder mooi, groot, belangrijk dan in werkelijkheid.

De koning woont in een leuk optrekje.
Van Gerwen kan wel een aardig pijltje gooien.

Slide 7 - Tekstslide

Eufemisme
Je zegt iets om het minder erg of hard over te laten komen. Je probeert een pijnlijke situatie of een taboe minder "erg" te laten klinken.

Ik had een woordenwisseling met mijn moeder.
Die rijke man doet aan belastingvermijding.
Ik zit even tussen twee banen in.


Slide 8 - Tekstslide

Tijdens de les hebben wij in een deuk gelegen.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 9 - Quizvraag

Mijn kat heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 10 - Quizvraag

Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 11 - Quizvraag

Zelf aan de slag, succes!

Maak: opdracht 1 t/m 7 van hoofdstuk 2 - woordenschat. Dit mag zowel online als in je boek. In je boek ga je naar pagina 56.
Tijd: tot het einde van de les. De eerste tien minuten werken we in stilte. Na tien minuten mag je overleggen met elkaar, maar let op je volume.
Hulp: Na de tien minuten werken in stilte kom ik je helpen. Steek je vinger op en dan loop ik je kant op.
Klaar: Denk aan het onderdeel spelling dat je zelfstandig af moet ronden.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide