kinderdiabetes

kinderdiabetes
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

kinderdiabetes

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Wat is dibetes type 1
  • wat zijn glucose, koolhydraten  en energie;
  • de rol van insuline;
  • de alvleesklier, de eilandjes van Langerhans en de lever.
  • de regulatie van de bloedglucosespiegel;
  • de oorzaken van diabetes mellitus;
  • wat de symptomen zijn en waardoor deze symptomen ontstaan.
  • Wat keto accidose in houdt, hoe je het herkent en hoe je dit behandelt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over diabetes?

Slide 3 - Woordweb

Wat is diabetes
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. (Diabetes Fonds, 2020)

Slide 4 - Tekstslide

kinderdiabetes ofwel diabetes type 1
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. De oorzaak van de ziekte is gelegen in een ontregeling van het eigen afweersysteem. Normaal ruimt de afweer alleen ziektes op in het lichaam. Bij diabetes type 1 vernielt het afweersysteem per ongeluk de cellen die insuline maken; de bètacellen van de Eilandjes van Langerhans.

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak
  • Erfelijke aanleg (verhoogde vatbaarheid)
  • Onbekende omgevingsfactoren
(mogelijk infecties en vitamine D tekort)
  • Openbaart zich vaak na een virus.

Slide 6 - Tekstslide

Bij verdenking op diabetes is het
van het grootste belang het kind direct en met spoed te verwijzen naar een kinderdiabetesteam,
Waarom?
De belangrijkste reden hiervoor is dat de metabole toestand binnen uren kan verslechteren en
uitmonden in een levensbedreigende keto-acidose.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Neonatale diabetes
  • Ontstaat in de eerste 6 maanden
  • Geen verband met auto-immuniteit
  • Kan gepaard gaan met een ontwikkelingsachterstand met spierzwakte en epilepsie.
  • Er ontstaat een mutatie in één erfelijke code voor eiwitten die deel uitmaken van kaliumkanaaltjes in de bètacellen.
  • Het is een tijdelijke vorm van diabetes, die tijdens het eerste levensjaar weer verdwijnt. Kan tijdens de tienerjaren terug komen.
  • Neonatale diabetes is uiterst zeldzaam en komt bij 1 op 200 000 geboortes voor 

Slide 9 - Tekstslide

  • Deze vorm van diabetes ontstaat vaak al op jonge leeftijd.
  • In Nederland zijn er naar schatting 10.000 kinderen met diabetes type 1.
  • Kinderen met diabetes type 2 zijn erg zeldzaam, Bij deze groep speelt obesitas en erfelijkheid een belangrijke rol.
  • Auto-immuunziekte
  • Er is geen of te weinig insuline om glucose naar de cellen te vervoeren.

Slide 10 - Tekstslide

Anatomie van het lichaam

        Welke organen spelen een rol bij 
                               diabetes?
Lever
pancreas
Eilandjes van Langerhans





Slide 11 - Tekstslide

De Pancreas

Slide 12 - Tekstslide

Pancreas
- ligt links achter/onder de maag
- 2 hoofdfuncties:
1. maakt insuline aan
2. helpt bij de spijsvertering
- geeft insuline af aan het bloed
- eilandjes van Langerhans
(daar wordt de insuline gemaakt)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lever
- ligt rechts boven in de buikholte
- maakt giftige stoffen in je lichaam onschadelijk
- Kan suiker (glycogeen) opslaan --> wordt vrijgegeven bij te laag glucose gehalte in het bloed.
- opslag van vet

Slide 15 - Tekstslide

Glucose
Voedingsmiddelen met koolhydraten worden in de maag en darmen omgezet tot glucose. Glucose wordt opgenomen in je bloed. 
Vanuit daar gaat het naar je spieren en organen. 
Glucose is brandstof voor je lichaam.


Slide 16 - Tekstslide

Glycogeen
Glucose welke is omgezet door insuline in glycogeen. deze stof kan opgeslagen worden in de lever.
Glycogeen komt vrij op het moment dat het lichaan glucose nodig heeft, maar deze niet aanwezig is. 

Slide 17 - Tekstslide

Insuline
  • Insuline is een hormaan dat wordt aangemaakt in de eilandjes van langerhans, door de betacellen. 
  • Insuline zorgt ervoor dat glucose de cel in kan
  • Daarbij zorgt insuline voor omzetting van glucose naar glycogeen, glycogeen wordt in de lever opgeslagen. 

Slide 18 - Tekstslide

Glucagon
  • Is ook een hormoon (net als insuline)
  • Wordt ook aangemaakt in de eilandjes van Langerhans, alleen dan door de Alfa cellen.
  • Glucagon wordt aangemaakt op het moment dat glucose te weinig aanwezig is.
  • Glucagon is in staat om de opgeslagen glycogeen uit de lever te halen. En zo de glucosespiegel weer te verhogen .

Slide 19 - Tekstslide

En hoe werken insuline en glucagon samen?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekend diabetes voor een kind?

Slide 29 - Tekstslide

Peuter/ kleuter:
  • Kind is volledig afhankelijk van ouders. Medische Info is vooral op de ouders gericht.
  • Kind wordt op pedagogische wijze, passend bij de leeftijd, betrokken bij de behandeling:
  • Gebruik eenvoudige, begrijpelijke, positieve taal.
  • Probeer de toon luchtig te houden... maar wees altijd eerlijk
  • Geef informatie die duidelijk de oorzaak en het effect verklaart (voorbeeld auto)
  • Maak gebruik van afbeeldingen, boeken en digitale media
  • Speel met ze en doe rollenspellen.
  • Maak van het spuiten en prikken een steeds terugkomend, voorspelbaar ritueel, zodat het voorspelbaar is voor het kind.

Slide 30 - Tekstslide

Schoolgaand kind
  • Betrek het kind steeds meer bij de uitleg. En de gevolgen op een positieve manier.
  • Laat het kind de regie steeds meer zelf pakken.
  • Leer het kind zelfstandig met zijn diabetes omgaan. 
  • Informeer school, sportclubjes en ouders van vrienden/ vriendinnen, zodat ze een zo normaal mogelijk sociaal leven kunnen oppakken.

Slide 31 - Tekstslide

De puber
  •  Het kind wordt volledige betrokken bij de behandeling en heeft ook inspraak samen met ouders.
  • Het kind moet ook toesteming geven voor behaneling, maar heeft nog niet het recht om zelfstandig keuzes te maken. 
  • Vanaf 16 jaar mogen kinderen zelfstandig beslissen.
  • Onderwerpen die je bespreekt met de puber:
  • -Uitgaan
  • - Groepsdruk
  • - Alcohol/drugs
  • - festivals
  • - HBA1C

Slide 32 - Tekstslide

HBA1C
  • De afkorting staat voor Hemoglobine A1c. 
  • Hemoglobine A1c is een eiwit dat de rode bloedcellen zijn kleur geeft en waaraan suiker is gebonden.
  • Je HbA1c-waarde is een manier om je gemiddelde bloedglucosewaarde in de laatste 2-3 maanden te benoemen.
  • Het is goed als je HbA1c-waarde lager is dan 53 mmol/mol. Dan verklein je de kans op complicaties bij diabetes. 
  • Een hoog HbA1c kan dus betekenen dat je meer risico hebt op complicaties.

Slide 33 - Tekstslide

Glucosewaarde meten met een sensor
2 soorten: 
  1. Continue glucose meting (CGM)
  2. Flash Glucose Monitoring (FGM)
  • Waarom?
  • Voordeel?
  • Nadeel?
Glucosewaarde meten met een bloedglucosemeter
  • Waarom?
  • Voordeel
  • Nadeel


Slide 34 - Tekstslide

Insuline toediening
Insuline kan op 2 manieren toegediend worden:
Pen
Pomp

Slide 35 - Tekstslide

Wat zijn de voordelen en nadelen?

Slide 36 - Tekstslide

Vele soorten
https://www.dvn.nl/behandelingen/insuline-toedienen/insulinepompen-op-de-markt

Slide 37 - Tekstslide

Keto accidosr

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide