Sprookjesquiz

• Nederlands
• Secundair onderwijs

1. Hoe komt de wolf in ‘De wolf en de zeven geitjes’ om het leven?

1. Hij werd neergeschoten door de boswachter.
2. Moeder geit sneed hem open en toen overleed hij.
3. Hij verdronk in de bosvijver.

2. Vrouw Holle beloont een meisje door...

1. goud te laten regenen op haar.
2. haar te laten trouwen met een prins.
3. haar klompen in goud te veranderen.

3. Wat was het eerste sprookje dat Walt Disney bewerkte tot een langspeeltekenfilm in kleur?

1. Roodkapje
2. Sneeuwwitje
3. Pinokkio
4. De drie biggetjes

De boze stiefmoeder probeert Sneeuwwitje in de oorspronkelijke versie van Grimm om te brengen door

1. haar een dodelijke gordel te verkopen
2. haar een giftige haarspeld te verkopen
3. haar een giftige kam te verkopen
4. haar een giftige ketting te verkopen

5. Het getal 40 in Ali Baba en de 40 rovers is een voorbeeld van getallensymboliek. Het staat voor

1. 'het Kwade'
2. 'heel veel'
3. 'heiligheid'
4. 'de onschuld'

6. Wat past niet in het rijtje?

1. Märchenglück
2. happy end
3. cliffhanger
4. 'en ze leefden nog lang en gelukkig'

7. Wat gebeurt er op het einde met het meisje met de zwavelstokjes in het gelijknamige sprookje?

1. Ze trouwt met een welstellende heer.
2. Ze mag van de fee drie wensen doen en die gaan in vervulling.
3. Ze prikt zich aan het spinnewiel.
4. Ze vriest dood.

8. Door wie werden de magische spullen in ‘Tafeltje, dek je’ afgepakt?

1. De boswachter
2. De herbergier
3. De kleermaker
4. De molenaar

9. Welk getal krijgt in sprookjes geen symbolische betekenis?

1. 3
2. 7
3. 9

10. Een goed voorbeeld van antropomorfisme is

1. Een kikker die in een prins verandert
2. Een prins die in een kikker verandert
3. De wolf in het verhaal van de drie biggetjes

11. Wat doen de boze stiefzussen van Assepoester om de prins te misleiden bij het passen van het schoentje?

1. Ze gebruiken stiekem een ander schoentje.
2. Ze snijden stukken van hun voeten.
3. Ze binden linten om hun voeten om ze kleiner te maken.

12. De heldin uit Repelsteeltje zou haar eerstgeboren kind verliezen aan de dwerg die haar redde, tenzij ze

1. zijn naam kon raden.
2. van stro goud kon spinnen.
3. van bonen brood kon maken.

13. In de Grimmversie van het sprookje ‘Roodkapje’ sterft de wolf omdat de jager

1. Zijn buik opensnijdt om er Roodkapje en haar oma uit te halen.
2. Hem neerschiet om er Roodkapje en haar oma uit te halen.
3. Stenen in zijn buik stak nadat hij er Roodkapje en haar oma uithaalde.

14. Wat moet de Kleine Zeemeermin aan de Zeeheks geven om mens te worden?

1. haar stem
2. haar geur
3. haar ziel
4. haar haren

15. Waarom ging de Chinese nachtegaal weg bij de keizer?

1. De keizer gaf hem geen vrijheid.
2. Hij werd gek van alle aandacht.
3. Hij werd vervangen.
4. De keizer werd misselijk van zijn liedjes.

16. Hans Christian Andersen was afkomstig uit

1. Duitsland
2. Denemarken
3. Zweden
4. Groot-Britannië

17. Blauwbaard is in het gelijknamige sprookje

1. een trol
2. een seriemoordenaar van vrouwen
3. een reus
4. een machtige tovenaar

18. Alice uit 'Alice in Wonderland' komt in een sprookjeswereld terecht door

1. in een spiegel te stappen
2. van een paddenstoel te eten
3. een wit konijn te volgen
4. op een ladder te klimmen

De gebroeders Grimm

1. haalden hun inspiratie uit de klassieke mythologie.
2. schreven zelf de bekendste volkssprookjes.
3. schreven zelf de bekendste cultuursprookjes.
4. verzamelden volkssprookjes.

Waarom laten de ouders Hans en Grietje alleen?

1. Ze hebben niet genoeg geld om voor hen te zorgen.
2. Ze zijn hen vergeten.
3. Ze gaan op schattenjacht en moeten splitsen.
4. Ze hebben een adults only-vakantie geboekt.