In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdvragen 4.1:
Hoe wordt het nieuws geselecteerd?
Begrippen:
Persbureau
Selectiecriteria
Commerciële belangen
Identiteit
Slide 2 - Tekstslide
Waar zou het Journaal van 20:00 vanavond mee openen denk je?
Slide 3 - Open vraag
Hoe komen journaals en kranten aan hun nieuws?!
Ze krijgen persberichten van personen en instellingen.
Ze laten journalisten zelf opzoek gaan.
Ze kopen berichten van persbureaus.
Slide 4 - Tekstslide
Selectie van het nieuws:
Waarom haalt de ene gebeurtenis het nieuws wel, en de andere gebeurtenis het nieuws niet. Bij het maken van zo'n selectie letten de journalisten op de volgende criteria:
De actualiteit: een gebeurtenis moet nieuw zijn, iets van vorige week is niet relevant.
Bijzonder of uitzonderlijk: een gebeurtenis moet nieuw zijn, iets van vorige week is niet relevant.
De nabijheid: gebeurt het hier in Nederland? Of ergens ver in Afrika?
Doelgroep: voor wie wordt het eigenlijk geschreven? Jeugd journaal of NOS-stories?
Identiteit of doelstelling van het medium: wat vindt de redactie zelf belangrijk?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 6 - Quizvraag
Lees het bericht:
Slide 7 - Tekstslide
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 8 - Quizvraag
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 9 - Quizvraag
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 10 - Quizvraag
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 11 - Quizvraag
Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
Slide 12 - Quizvraag
Opdrachten:
Lezen 4.1
Vragen bij 4.1
Opd. 9 / 11 / 12 / 13
Begrippen: persbureau t/m identiteit
Slide 13 - Tekstslide
Hoofdvragen:
Wanneer is nieuw objectief
Begrippen:
Selectieve perceptie
Referentiekader
Objectiviteit
Subjectiviteit
Hoor en wederhoor
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat zie je?!
Slide 16 - Tekstslide
Begrippen:
Selectieve perceptie = iemand maakt bewust of onbewust keuzes bij het waarnemen.
Referentiekader = al zijn persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.
Slide 17 - Tekstslide
Begrippen:
Objectief: een beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid en niet gekleurd is door een mening.
Subjectief: een beschrijving van gebeurtenissen die gekleurd zijn door een mening.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Bedenk een OBJECTIEVE krantenkop bij de foto:
Slide 20 - Open vraag
Bedenk een SUBJECTIEVE krantenkop bij de foto:
Slide 21 - Open vraag
Hoor en wederhoor:
Alle kanten van het verhaal onderzoeken en meer mensen aan het woord laten.
Bijv.
dader vs. slachtoffer
bedrijf vs. werknemer
Slide 22 - Tekstslide
Meer dan één bron:
"Een bron is geen bron". Informatie uit een bron is vaak onbetrouwbaar. Journalisten zoeken meer mensen om een verhaal te bevestigen.
Slide 23 - Tekstslide
Opdrachten:
Lezen 3.2
Vragen bij 2.2
Opd. 14 / 15
Begrippen: selectieve perceptie & hoor en wederhoor