H5 Het nieuws

5.  Het nieuws
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.  Het nieuws

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan ik
  • benoemen hoe nieuws tot stand komt 
  • uitleggen hoe je betrouwbaar nieuws herkend
  • benoemen wat het verschil tussen objecten en subjectief is 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt de media aan het nieuws?
De redacties van kranten, journaals en actualiteitenprogramma's zijn voortdurend op zoek naar nieuws. Ze krijgen dit 'nieuws' op de volgende manieren: 
  • Ontvangen persberichten van personen en instellingen.
  • Journalisten gaan zelf op zoek naar nieuws. (correspondenten) 
  • Krijgen (kopen) berichten van persbureaus die rondom de wereld nieuws verzamelen. (ANP, Novum of Reuters).

Minder dan 1% van alle berichten behalen het journaal of de krant. 

Slide 3 - Tekstslide

Selectiecriteria van het nieuws 

  • De actualiteit >  Een gebeurtenis moet nieuw zijn. Oud nieuws is geen nieuws!  
  • Bijzonder of uitzonderlijk >  Iets heel raars, vreemds is sneller nieuws
  • De nabijheid van het nieuwsfeit >  Gebeurt het hier in Arnhem/Nederland? Of ergens ver weg?
  • Doelgroep >   Voor wie wordt het nieuws geschreven? Jeugdjournaal of NOS-stories? Belangstelling is nodig. 
  • Identiteit of (commerciële doelstelling)  van het medium > wat vindt de redactie zelf belangrijk? Verdienen ze geld met dit nieuws? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actualiteit
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 5 - Quizvraag

Lees onderstaand bericht

Slide 6 - Tekstslide

Wat is hier het selectiecriteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 9 - Quizvraag

Begrippen
Objectief: een beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid en is niet gekleurd is door een mening.

Subjectief: een beschrijving van gebeurtenissen die gekleurd is door een mening.

5.2 Hoe herken je 'nepnieuws?"

Slide 10 - Tekstslide

Objectief of subjectief 
Of nieuws feiten bevat of vooral meningen, noemen we ook wel objectief en subjectief nieuws. Dit hangt af van of er bronnen zijn geraadpleegd, of er hoor en wederhoor is geweest en of de nieuwsbron vermeld is.







Objectief is hoe het feitelijk verlopen is/ zonder oordeel
Subjectief: Hoe iemand ergens over denkt.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht:
 Bekijk de afbeelding  
1. Noteer objectief wat je ziet op de volgende foto
2. Noteer subjectief wat je ziet

Slide 12 - Tekstslide

Welk kop is het meest objectief?
A
Overvallers krijgen vier maanden
B
Softe straffen voor criminele broers

Slide 13 - Quizvraag

Zijn deze uitspraken objectief of subjectief?

1. Sigaretten bevatten nicotine en teer.
2. Sigaretten zijn goor en belachelijk duur
A
Beiden zijn objectief
B
1 is objectief, 2 is subjectief
C
1 is subjectief, 2 is objectief
D
Beiden zijn subjectief

Slide 14 - Quizvraag

Objectief nieuws =
Feiten en meningen scheiden

Om nieuws zo objectief mogelijk te brengen moeten media feiten en meningen van elkaar onderscheiden. 

Dat maakt het nieuws betrouwbaar en zorgt ervoor dat mensen alleen feiten krijgen te zien en horen. 

Slide 15 - Tekstslide

Objectief nieuws =
Hoor-  en wederhoor
Alle kanten van het verhaal belichten en onderzoeken. Verschillende mensen met verschillende invalshoeken aan het woord laten.

Bijvoorbeeld praten met: 
  • de advocaat van de dader en met de officier van justitie
  • woordvoerder bedrijf en de boze werknemers


Slide 16 - Tekstslide

Objectief nieuws =
Meer dan één bron

Informatie uit één enkele bron is zelden echt betrouwbaar.
> Journalisten zoeken daarom altijd naar meerdere mensen om een verhaal te bevestigen. 

"Eén bron is geen bron"

Slide 17 - Tekstslide

Journalistieke normen
Scheiden van feiten en meningen
Hoor en wederhoor toepassen
Controleren van feiten met andere bron
Een objectieve 
informatiebron!
+
+
=

Slide 18 - Tekstslide

Kritisch lezen en kijken
Journalisten en redacties zijn bijna nooit helemaal objectief, blijf dus zelf altijd goed opletten.

  • Realiseer je dat journalisten en redacties nooit helemaal objectief zijn. 
  • Hou rekening met wie het zegt en waarom ze dat zeggen (mening, reclame, belangen, type programma).
  • Volg altijd meerdere nieuwsbronnen

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen
Selectieve perceptie = iemand maakt bewust of onbewust keuzes bij het waarnemen.

Referentiekader = al zijn persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Slide 20 - Tekstslide

Selectieve perceptie en referentiekader
  • Selectieve perceptie is het bewust of onbewust keuzes maken bij het waarnemen (kijken, lezen, luisteren) >  Waar kijk ik wel naar? Waar geef ik geen aandacht aan? 
  • Ook bij journalisten speelt selectieve perceptie een rol. Journalisten hebben ook hun  referentiekader >  alle persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Voorbeeld: 
Een journalist die tegen dierenleed is, zal eerder een artikel schrijven over plofkippen of dierenmishandeling dan iemand die dat maar onzin vindt. 


Slide 21 - Tekstslide

Actuele gebeurtenissen
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoor
Onpartijdig
Partijdig
Nieuws
Massamedia
Objectief
Subjectief

Slide 22 - Sleepvraag