Thema 2 Voedsel, blok 1, les 4

Thema 2 Voedsel
Blok 1, les 4.
1 KADER/MAVO - HEDG
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voedsel
Blok 1, les 4.
1 KADER/MAVO - HEDG

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Deze les gaan we kijken naar de verschillende klimaten rondom richting de polen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen les 3
  • Je kunt uitleggen wat de invloed is van het weer op het landschap.
  • Je kunt de kenmerken van de verschillende klimaten benoemen en herkennen.
  • Je kent na deze les kenmerken van de gematigde zone, taiga, toendra en het poolgebied.
  • Je kunt een klimaatgrafiek aflezen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik les 3

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het tropisch regenwoud en de savanne?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de steppe en woestijn?

Slide 6 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer? Sleep het begrip naar de juiste plek.
Tropisch regenwoud
Savanne
Steppe
Woestijn

Slide 7 - Sleepvraag

Uitleg les 3.

Slide 8 - Tekstslide

Landschappen richting de polen
Gematigde zone met loofbomen
Taiga met naaldbomen
Toendra
Poolgebied met sneeuwklimaat

Slide 9 - Tekstslide

Gematigde zone met loofbomen
Er is een temperatuurverschil tussen zomer en winter.
Niet heel warm en niet heel koud, zoals bij ons in Nederland!

In de zomermaanden is gemiddeld meer dan 10 °C, en kunnen 
er bomen groeien. In de winter is het niet kouder dan gemiddeld 
−3 °C, dan groeien er loofbomen, zoals eiken en beuken.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Kaart

Noem 3 kenmerken van de gematigde zone.

Slide 13 - Open vraag

Taiga met naaldbomen
Er is een groot temperatuurverschil tussen zomer en winter.
In de zomer wordt het warm, maar in de winter ook heel koud.

In de zomermaanden is gemiddeld meer dan 10 °C, en kunnen 
er bomen groeien. In de winter is het kouder dan gemiddeld 
−3 °C. Daarom groeien er alleen naaldbomen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Kaart

Noem 3 kenmerken van de taiga.

Slide 17 - Open vraag

Toendra
In de toendra wordt het echt veel kouder, ook in de zomer.
In de zomer wel boven nul, maar te koud voor bomen. Er
groeien alleen grassen, mossen en lage struikjes.

In de zomermaanden is gemiddeld niet warmer 10 °C.
In de winter is het heel erg koud, het kan zo -40 worden.

Slide 18 - Tekstslide

Meerdere kenmerken toendra
9 maanden per jaar is de bodem bevroren, je hebt daar permafrost

In de zomer smelt het bovenste laagje van de permafrost. Het wordt daardoor heel nat en drassig, want het smeltwater kan niet verder de bevroren ondergrond inzakken.

De permafrost is steeds vaker niet 'permanent bevroren'. Het smelt door klimaatverandering.
Permanent bevoren bodem.

Slide 19 - Tekstslide

Toendra in de winter
Toendra in de zomer

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Kaart

Noem 3 kenmerken van de toendra (plantengroei, neerslag).

Slide 24 - Open vraag

Poolgebied met sneeuwklimaat
Geen plantengroei en 'eeuwige sneeuw'. 
Wel dieren, zoals Pinguïns op de zuidpool.

Het vriest altijd. Heel soms boven nul. Laagste temperatuur 
ooit in poolgebied op Antarctica, dat was -89,2 graden.

Het land is bedekt met landijs. IJs op zee noemen we zee-ijs.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Kaart

Noem 3 kenmerken van de poolgebied (plantengroei, neerslag).

Slide 27 - Open vraag

Sleep het begrip naar de juiste plek op de foto.
Gematigde zone met loofbomen
Taiga met naaldbomen
Toendra
Poolgebied, sneeuwklimaat

Slide 28 - Sleepvraag

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van blok 1 de Zelftoets en differentiatie.

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Je gaat naar 'kennen en kunnen' (opdr. 20) en kijkt of je antwoord kunt geven op de vraag.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 29 - Tekstslide