-wat de kenmerken zijn van loofbomen, naaldbos (taiga) en toendra
-wat de kenmerken zijn van landijs en zee-ijs
- Breedteligging en temperatuur
- Wat luchtstreken zijn
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Je moet leren:
-de bevolkingsspreiding van de Inuit op Groenland
-wat de kenmerken zijn van loofbomen, naaldbos (taiga) en toendra
-wat de kenmerken zijn van landijs en zee-ijs
- Breedteligging en temperatuur
- Wat luchtstreken zijn
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Vandaag
Uitleg ijs, toendra, naaldbos, loofbomen
Herhaling breedteligging en luchtstreken
Aan de slag
Slide 3 - Tekstslide
IJs
In het midden erg koud ➔ Gebied waar altijd sneeuw ligt = eeuwige sneeuw ➔ door samenpersing ➔ landijs
Op zee ligt zee-ijs (Bevroren zeewater) ➔ Drijfijs ➔ In de zomer breekt het ijs soms af en drijven stukken ijs weg
Slide 4 - Tekstslide
Toendra
= Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen, mossen en lage struikjes.
Boomgrens = Grens tussen een gebied waar nog wel bomen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur (kouder dan 10 °C in de zomer).
Permafrost= Altijd bevroren ondergrond.
Slide 5 - Tekstslide
Naaldbos/Taiga
= een gebied waar bijna alleen naaldbomen groeien. In de winter is het er gemiddeld kouder dan -3 °C.
In de zomer is het gemiddeld warmer dan 10 °C.
Slide 6 - Tekstslide
Loofbomen
Als de temperatuur in de zomermaanden stijgt tot gemiddeld meer dan 10 °C, kunnen er bomen groeien. Is het in de winter niet kouder dan gemiddeld -3 °C, dan groeien er loofbomen, zoals eiken en beuken.
--> Loofboomgordel
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Wat? Maak opgave 3,4 en 5 van paragraaf 3 (H2) in je werkboek
Hoe? Tweetallen, fluistertoon
Hoelang? 10 min.
Eerder klaar? Paragraaf 3 afmaken
Hulp? Ik loop rond, steek je vinger op
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Luchtstreken
Temperatuurzone op aarde;
tropen, gematigde zone en
poolstreken.
Keerking= De breedtecirkel van
23 1/2 ° N.B. en 23 1/2 °Z.B.;
grens van de tropen.
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Paragraaf 3 af voor de volgende aardrijkskunde les!