Medische woordenschat

Medische woordenschat
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Medische woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:
  • de betekenis van enkele medische woorden herkennen of opzoeken;
  • uitleggen welke informatie je in een bijsluiter bij een medicijn kunt vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watte?
“Jouw nierfunctie is niet helemaal goed”, zegt de huisarts, nadat hij jou heeft onderzocht.
“Dit past bij de symptomen dat je heel veel dorst hebt.
Ik zal je een recept voorschrijven om het nierfalen op te lossen”.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet wat iets betekent?
Er zijn een aantal manieren om achter de betekenis te komen.

  • Vraag je arts om meer uitleg.
  • Lees de bijsluiter die bij je medicijnen zit.
  • Zoek informatie op een betrouwbare gezondheidssite
    (bijvoorbeeld www.gezondheidsplein.nl). 
  • Bel naar de huisartsenpraktijk en vraag de assistente om meer uitleg.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moeilijke woorden in bijsluiters
Heb je geen idee wat 'orodispergeerbaar' betekent? Dan ben je niet de enige. Het is het meest gezochte woord in het Online Bijsluiterwoordenboek.


De top 5 moeilijke woorden bestaat uit:

  1. orodispergeerbaar (niet oplosbaar),
  2. dispergeerbaar (oplosbaar),
  3. keratolytisch effect (ontschilferend, verweekt de hoornhuid),
  4. vochtretentie (het vasthouden van vocht),
  5. antiflogistica (ontstekingsremmers).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek voor bijsluiters

Zoek de betekenis op van de volgende woorden:
Oedeem
Syfilis
Cholinesterase
Furosemide

Slide 6 - Tekstslide

Deel dit scherm met je leerlingen
Lees de bijsluiter
Het is belangrijk dat je een bijsluiter goed leest.
Het kan namelijk zo zijn, dat een bepaald medicijn slecht samengaat met een ander medicijn.
Dit staat duidelijk in de bijsluiter vermeld.

Slide 7 - Tekstslide

Deel dit scherm met je leerlingen

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik jij medicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijwerkingen
heeft jouw mediactie?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zet de omschrijvingen bij de juiste aandoening
Kyste
Oedeem
Abces
Leukemie
Fractuur
Metabolisme

holte gevuld met vocht

ophoping van pus in het lichaam

ophoping van vocht

bloedkanker

been(bot)breuk

stofwisseling

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk
Ga nu aan de slag met:
Werkboek(je)
VO-Next
NUMO

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies