Medicatieleer les 3

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
basiszorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Herhalen lesstof vorige lessen
Kennis van het toedienen van medicatie
Medicatie veiligheid
Rol van een helpende 

Slide 2 - Tekstslide

Werking van Medicatie
- Een medicijn werkt pas als er genoeg van de werkzame stof op de  plaats komt waar het zijn werk moet doen.
- Er is onderscheid tussen medicatie: die in de bloedbaan wordt vervoerd en die op een bepaalde plaats wordt aangebracht.

Slide 3 - Tekstslide

De route van de medicatie 
- mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm 

In de dunne darm wordt het medicijn opgenomen door de wand in het bloed.
De lever haalt de giftige stoffen  uit het bloed en die worden afgevoerd naar de nieren.
Via de urine verlaat het medicijn het lichaam.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan een zetpil (rectale toediening) tegen oorpijn toch dezelfde werking hebben dan een tablet in de mond.

Slide 5 - Open vraag

Meerdere aandoeningen bij een zorgvrager
- De zorgvrager neemt meerdere medicatie in
- De verschillende stoffen kunnen elkaar beïnvloeden (interactie)
-  Controleren hoort dan bij de taak van een arts of apotheker.
- Neem als helpende een onderzoekende houding aan > zodat je op tijd kan signaleren

Slide 6 - Tekstslide

Te veel of te weinig medicatie
- Is er te weinig werkzame stof aanwezig in de bloedbaan, kan het zijn dat het medicijn niet werkt.
- Is er te veel werkzame stof aanwezig in de bloedbaan, dan kan het zijn dat het schadelijk wordt voor de zorgvrager en en soms dodelijk.
- Een arts schrijft daarom een juiste dosering uit en verdeelt dat over meerdere keren per dag.

Slide 7 - Tekstslide

Groepen medicatie
We hebben het in de vorige les gehad over groepen medicatie.

Wie kan er een aantal benoemen?
Beantwoord de volgende vraag >>>>

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van analgetica (Pijnstiller)

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wordt bij ouderen het medicijn paracetamol meerdere keren per dag voorgeschreven?

Slide 11 - Open vraag

Bijwerkingen Medicatie
- Ieder medicijn heeft bijwerkingen
- Bijwerking kunnen door het hele lichaam werken, soms dan ook niet gewenst
- Soms onschuldig en in een enkel geval ernstig
- De fabrikant is verplicht alle bijwerkingen te vermelden in de bijsluiter

Slide 12 - Tekstslide

Medicatie dient bewaard te worden volgens het bewaaradvies van
A
de apotheker
B
de zorginstelling
C
de verpleegkundige
D
de arts

Slide 13 - Quizvraag

De Bijsluiter
- Geeft je voorlichting en informatie over het medicijn
- Als de bijwerkingen groter zijn dan het medicijn, kan een arts besluiten te stoppen.
- Als helpende > observeren, signaleren en rapporteren van mogelijke bijwerkingen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht bijsluiter
- Ga naar de site (volgende slide) van de rijksoverheid en beantwoord de volgende vragen.
1. Wat zijn de hoofdzaken die in een bijsluiter staan?
2. Waarom moeten wij een bijsluiter lezen?
3. Wat zijn de voor- en nadelen van een bijsluiter?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Tekstslide

Veilig medicatie toedienen
Bekijk het filmpje op de volgende slide 
- Geef antwoord op de volgende vragen.
1. Wat kan er fout gaan bij het toedienen van medicatie
2. Noem tips hoe je medicatie fouten kunt voorkomen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De regel van vijf
1. De juiste zorgvrager
2. Het juiste medicijn (let ook op de vervaldatum)
3. De juiste dosering (aantal tabletten)
4. Het juiste tijdstip
5. Juiste toedieningsvorm

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Toedieningsvormen
1. Tablet (samengeperst poeder, meestal ingenomen met water, de tablet valt uiteen in de maag)
2. Dragee (zit een laagje omheen om te voorkomen dat het te snel uiteen valt in het maag-darmkanaal)
3. Capsule (poeder met gelatineomhulsel, de werkzame stof past niet in de dragee)
4. Drankje (een voordeel is dat je niet hoeft te kauwen)
5. Poeder (oplosbaar in water)

Slide 22 - Tekstslide

VRAGEN en OPMERKINGEN
Wie oh wie :) 

Slide 23 - Tekstslide