H5 5.1, 5.2, 5.3, 5.4

Kassafuncties
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kassafuncties

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Telfunctie
- optellen
- aftrekken
- vermenigvuldigen
- delen
- percentages berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Bewaarfunctie
- opbergen van geld en waardepapieren
- afromen van overschot geld
- bewaren van wisselgeld

Slide 4 - Tekstslide

Controlefunctie
- checken aanwezige hoeveelheid geld
- opzoeken oorzaken kasverschillen

Slide 5 - Tekstslide

Informatiefunctie
- verkoopgegevens artikelen
- aantal klanten?
- hoeveel artikelen verkocht per klant?
- omzet per klant?
- drukste tijd van de dag?
- aanvulling winkelvoorraad nodig?
- in welke periode meeste omzet?
- vergelijkingen met andere periodes

Slide 6 - Tekstslide

Afslagbonnen
X-bon = tussentijdse uitdraai van omzet en klantenaantal, waarbij de kassa verder gaat
bedoelt om meerdere keren per dag de stand van zaken te checken
Z-bon = uitdraai van omzet en klantenaantal aan het eind van de dag.
De kassa gaat naar de 0-stand en start de volgende dag dus weer op 0

Slide 7 - Tekstslide

Beheerfunctie
Kassa levert informatie die de winkelier kan gebruiken voor het maken van beleid / plannen, zoals:
- welk artikel is verkocht
- op welke datum en welk tijdstip is het artikel verkocht
- het aankoopbedrag van dat artikel
- bij welke medewerker heeft de klant betaald

Slide 8 - Tekstslide

Registratiefunctie
Alle handelingen van de kassa worden vastgelegd;
- aantal aanslagen op de kassa
- ruilen
- retourneren
- voorraadwijzigingen
- besteladviezen

Slide 9 - Tekstslide

Kassa afromen
Hoe meer geld in de kassa, hoe groter de kans op een overval of kassagreep.
Te veel biljetten regelmatig uit de kassalade in de afroombox of airbox (buizenstelsel)

Slide 10 - Tekstslide

Praktijkvoorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Kassa opmaken

Kassa opmaken = het (op)tellen van al het geld en alle waardepapieren in kassa en afroombox en dat je het totaalbedrag vergelijkt met het bedrag dat de computerkassa (registratiefunctie!) aangeeft.

Slide 12 - Tekstslide

Kasverschil
Het bedrag dat je geteld hebt en het bedrag dat de computer aangeeft moet hetzelfde zijn. Zo niet, dan heb je een kasverschil

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht

Vraag bij de docent een opdracht voor het opmaken van een kassa en lever de uitwerking per mail (p.deboer@hetperron.nl) in.

Slide 14 - Tekstslide

Beheren van geld
Omwille van de veiligheid, maar ook ter voorkoming van derving is het belangrijk dat het in de winkel aanwezige geld op een zorgvuldige manier beheerd wordt. Maatregelen om dit te bereiken kunnen zijn:
- duidelijke kluisprocedures opstellen
- dagelijks geld op de bankrekening storten
- het geldtransport goed regelen
- de klant stimuleren om met pin te betalen
- zichtbaar maken dat in de winkel beveiligingsmaatregelen zijn genomen

Slide 15 - Tekstslide

Kluisprocedures
Ieder bedrijf heeft zijn eigen procedures. Zorg dat je op de hoogte bent als je er mee te maken krijgt.

Algemene procedures zijn;
- Geheimhoudingsprocedure
- Sleutelprocedure
- Codeprocedure

Slide 16 - Tekstslide

Geheimhoudingsprocedure
Binnen een winkel is iedereen verplicht de locatie van de kluis geheim te houden. Mensen die geen toestemming hebben om de kluis te openen mogen bovendien niet toegelaten worden tot de kluisruimte

Slide 17 - Tekstslide

Sleutelprocedure
In de sleutelprocedure staat waar de sleutel van de kluis wordt bewaard tijdens de openingsuren en buiten de openingsuren. Ook staat erin waar de reservesleutel wordt bewaard. De medewerker met de sleutel is verantwoordelijk voor de inhoud van de kluis

Slide 18 - Tekstslide

Codeprocedure
In de codeprocedure staat welke personen de kluiscode kennen en welke personen bevoegd zijn om de code te wijzigen. De kluiscode mag alleen bekend zijn bij de verantwoordelijken voor de inhoud van de kluis. Het is niet toegestaan om deze code op welke manier dan ook ergens te noteren

Slide 19 - Tekstslide

Dagelijks geld storten
Waarom?
Veiligheid en financieel (rente)
Hoe?
Stortautomaat (zonder verpakking = sealbag)
Sealbagautomaat (met verpakking = sealbag)
Wat?
Alleen biljetten, geen munten
(munten gebruiken als wisselgeld)

Slide 20 - Tekstslide

Aandachtspunten bij geldtransport
- Transporteer zo weinig mogelijk geld
- Transporteer alleen met extra toezicht bij in- uitgangen
- Geef geen informatie over het tijdstip van transport
- Geef geen informatie over het bedrag
- Betrek zo weinig mogelijk mensen
- In geval van overval: RAAK

Slide 21 - Tekstslide

Zelftransport
- Vermijd donkere en stille straten
- Neem telkens een andere route en tijdstip
- Rouleer regelmatig medewerkers die verantwoordelijk zijn
- Transporteer het geld altijd met minstens 2 personen
- Transporteer het geld zó dat het niet herkenbaar is
- Gebruik wisselende tassen

Slide 22 - Tekstslide

Uitbesteden transport
Vooral grotere bedrijven besteden het geldtransport uit.
Het transportbedrijf neemt geld en begeleidende documenten mee en vervoert dit naar de bank.
Is relatief duur

Slide 23 - Tekstslide

Pinnen
De kosten van pinnen zijn op dit moment lager dan die van contant betalen.
Is veel veiliger

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Boek: Verkoop
Lezen: Hfdst 5  paragrafen 5.1 tot en met 5.4
Maken: vraag 1 tot en met 11

Slide 25 - Tekstslide