Herhaling stijl en werkwoordspelling

Herhaling Stijl, interpunctie en werkwoordspelling
periode 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Stijl, interpunctie en werkwoordspelling
periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Stijl

Slide 2 - Tekstslide

Wat vul je in?

Die man is twee keer zo sterk ... ik.
A
als
B
dan

Slide 3 - Quizvraag

doordat
omdat
Ik was niet op tijd op school ... het sneeuwde.
Piet doet vaker dat soort dingen, ... hij indruk wil maken

Slide 4 - Sleepvraag

Welke zin/zinnen zijn juist?
A
Dat is het ergste wat me ooit is overkomen!
B
De student met wie ik altijd samenwerk, is vandaag afwezig.
C
Er is nog veel dat ik je niet heb kunnen vertellen.
D
Hij wilde maar niet weggaan, wat ik erg irritant vond.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?

Ik ... me aan jouw gedrag!
A
erger
B
irriteer

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?

Hij ... het meisje dat naast hem zit.
A
ergert
B
irriteert

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?

Wij ... ons dat het een lastige klus is.
A
beseffen
B
realiseren

Slide 8 - Quizvraag

allen
alle
alle
De moeders willen om half vier ... hun kinderen ophalen.
... cadeaus waren gekocht door Marie en Youssef.
Ze bleven ... de hele nacht blaffen.

Slide 9 - Sleepvraag

die
dat
dit
deze
de-woorden
het-woorden

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is juist? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.



Ik wil een grote vaas gebruiken. Kun je me ... aangeven?
A
die
B
dat
C
dit
D
deze

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?

Wil ... ... tas morgen op komen halen?
A
jij, jou
B
jou, jouw
C
jij, jouw
D
jou, jou

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?

Is dat boek van ... of is dat van ...?
A
jij, hij
B
jij, hem
C
u, hij
D
u, hem

Slide 13 - Quizvraag

Welke grammaticale termen horen bij welke vorm?
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
zij
hun
hen

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is juist?

Er zijn vijftig lampen verkocht, ... er twintig LED-lampen waren.
A
waarvan
B
van wie

Slide 15 - Quizvraag

Een reeks artikelen ... opgenomen
in de dorpskrant.
A
ben
B
is
C
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Maar twintig procent van de aanwezigen ... voor.
A
stemde
B
stemden

Slide 17 - Quizvraag

De dames uit Amsterdam ... de boel
op stelten.
A
zet
B
zette
C
zetten

Slide 18 - Quizvraag

Werkwoordspelling

Slide 19 - Tekstslide

Welke vorm moet je invullen?

Het ... zakgeld werd niet aan de jongen uitgekeerd.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Quizvraag

Vul in: beloven

Het ... zakgeld werd niet aan de jongen uitgekeerd.

Slide 21 - Open vraag

Vul in: verspreiden

Het nieuwtje ... zich al snel door de school.

Slide 22 - Open vraag

Vul in: betwisten

Gisteren ... beide generaals elkaar nog de macht.

Slide 23 - Open vraag

Vul in: stofzuigen

Ik heb gisteren nog het hele huis ...!

Slide 24 - Open vraag

Vul in: vergaderen

Het team ... morgen de hele avond.

Slide 25 - Open vraag


Vul in: verloten

De ... cadeaus werden meteen uitgereikt.

Slide 26 - Open vraag

Interpunctie

Slide 27 - Tekstslide

mevrouw van den bosch van wijnen gaat op wintersport in de franse plaats tignes

Slide 28 - Open vraag

Elke zaterdag, zegt Fatima, gaan we baantjes trekken in het zwembad.

Slide 29 - Open vraag

jaap was wel op tijd maar frank niet zijn fiets was kapot

Slide 30 - Open vraag