Grammatica zinsdelen 6: de bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De bijwoordelijke bepaling
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
In deze les krijg je uitleg over
de bijwoordelijke bepaling.
Je weet hoe je de bijwoordelijke bepaling
kunt vinden.
Je kunt de bijwoordelijke bepaling(en)
vinden in een zin.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat je al weet en kunt
Je weet wat redekundig ontleden is.
Je kunt al de volgende zinsdelen benoemen: * persoonsvorm * werkwoordelijk gezegde * onderwerp * lijdend voorwerp. * meewerkend voorwerp
Slide 4 - Tekstslide
De zin verdelen
Zinsdelen kunnen uit één of meerdere woorden bestaan.
Om zinsdelen te vinden, hussel je de zin door elkaar.
Alles wat vóór de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.
Slide 5 - Tekstslide
Zinsdelen benoemen
Persoonsvorm (vraagzin / verander de tijd )
Werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in de zin)
Onderwerp (Wie + WG? of Wat + WG?)
Lijdend voorwerp (Wat + WG + O? of Wie + WG + O?)
meewerkend voorwerp (aan/voor/bij/van + WG + O + Lv?)
Slide 6 - Tekstslide
Bij welke optie is de zin goed verdeeld in zinsdelen?
De winkelbediende zocht bruine schoenen voor de klant.
A
De winkelbediende | zocht | bruine schoenen | voor de klant.
B
De winkelbediende zocht | bruine schoenen | voor de klant.
C
De winkelbediende | zocht | bruine | schoenen | voor de klant.
D
De winkelbediende | zocht | bruine schoenen voor de klant.
Slide 7 - Quizvraag
0
Slide 8 - Video
De bijwoordelijke bepaling
Dit zinsdeel zegt iets over het gezegde. Ze geven een nadere omschrijving bij het gezegde. Niet elke zin bevat een bijwoordelijke bepaling en sommige zinnen hebben meer dan één bijwoordelijke bepaling.
Voorbeelden:
(1) De oude heer Kamstra liep over de brug. (2) Zondag fietsten we naar het strand. (3) In Griekenland werd Hilde ernstig ziek. (4) Misschien is het morgen mooi weer.
Slide 9 - Tekstslide
Een bijwoordelijke bepaling geeft vaak een antwoord op vragen zoals:
* Waarom Vanwege het Corona-virus is dit gebied afgesloten. * Wanneer De training begint om vijf uur. * Hoelang De verlenging zal een half uur duren. * Waarheen Wij gaan naar Frankrijk dit jaar. * Waarvandaan De meeste druiven komen uit Frankrijk. * Hoe De stratenmaker heeft zijn hele leven hard gewerkt. * Waarmee De indiaan maakte met een kleed rooksignalen.
Slide 10 - Tekstslide
Soms zijn bijwoordelijke bepalingen niet zo makkelijk te vinden, omdat je vragen als waar, wanneer, etc. niet kan stellen. Maar als je de zinnen op de juist manier ontleedt, blijven ze vanzelf over.
Voorbeelden:
* Ik heb de wedstrijd niet gezien. * Zou Willem 2 deze wedstrijd ook winnen. * Waar heb je hem nou gelaten
* Ik kan dat wel begrijpen.
In deze zinnen zijn niet, ook, nou en wel bijwoordelijke bepalingen.
Slide 11 - Tekstslide
Ik krijgaltijdde schuld.
Bedenk zoveel mogelijk woorden die je op de plaats van 'altijd' kunt zetten.
Slide 12 - Woordweb
Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 13 - Quizvraag
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
Noteer de twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen hebben vandaag de grammatica goed begrepen.
Noteer de twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 15 - Open vraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
De buurman
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.
Slide 17 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
De aardige vrouw
gaf
natuurlijk
een fooi
aan de vriendelijke ober.
Slide 18 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
dit jaar
een mooi cadeau
voor haar vader
gemaakt.
Slide 19 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
met zijn verjaardag.
gisteren
Slide 20 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedkeurd.
Slide 21 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Morgen
gaat
het kleine meisje
bij haar oma
logeren.
Slide 22 - Sleepvraag
Opdracht: maak 5 verschillende zinnen door er telkens een BwB aan toe te voegen.
a. Al ons materiaal is getest.
b. Al ons materiaal is getest.
c. Al ons materiaal is getest.
d. Al ons materiaal is getest.
e. Al ons materiaal is getest.
Slide 23 - Tekstslide
Oplossing (mogelijke antwoorden)
a. Al ons materiaal is zeer uitvoerig getest. (= hoe)
b. Vorige maand is al ons materiaal getest. (= tijd)
c. Al ons materiaal is in het laboratorium getest. (= plaats)
d. Al ons materiaal is voor de veiligheid getest. (= reden)
e. Onlangs werd al ons materiaal op een zorgvuldige manier getest. (= tijd + hoe)