Schildklier

Schildklier
Produceert het schildklierhormoon

Beïnvloedt de stofwisseling, groei en ontwikkeling
(verbranding in cellen)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schildklier
Produceert het schildklierhormoon

Beïnvloedt de stofwisseling, groei en ontwikkeling
(verbranding in cellen)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De schildklier
de schildklier
Maakt het schildklierhormoon.
  • Regelt de stofwisseling: stimuleert de verbranding in de cellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: 
Je kunt vertellen:
  • Waar ligt de schildklier en de bijschildklieren
  • Wat is de functie van de schildklier en de bijschildklieren
  • Wat is er aan de hand bij een hypo- hyper thyreoïdie
  • Welke behandelingen zijn er voor schildklieraandoeningen.
  • Welke specifieke complicaties kunnen optreden na een totale strumectomie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werking schildklier
de schildklierhormonen (T3 & T4) zijn van invloed op de stofwisseling van (vrijwel) alle lichaamscellen en lichaamsweefsels.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze schildklierhormonen zijn onmisbaar voor de volgende lichamelijke functies en eigenschappen:
Celstofwisseling
Voedselverwerking (spijsvertering)
Hartslag & zuurstofcirculatie
Lichamelijke groei & ontwikkeling
Instandhouding & uitbreiding van zenuwstelsel
Temperatuur (indirecte thermostaat-functie)
Vetverbranding
Spierspanning & werking van gewrichten
Vochthuishouding
Psyche & hersenactiviteit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als er voldoende (niet te veel & niet te weinig) schildklierhormonen in het bloed zitten, dan spreken we van “euthyreoïdie”…

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse
Dit is een orgaantje dat ligt in de tussen hersenen.
Het heeft de grootte van een erwt.
De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een achterkwab.
De hypofyse is door middel een steeltje verbonden met de hypothalamus. (deze ligt in de hersenstam).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppelingssysteem
De hypothalamus is de grote regelaar. Hij geeft de hypofyse opdracht om meer of minder hormonen te produceren. Het hormoonstelsel en het zenuwstelsel werken nauwkeurig met elkaar samen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TSH – thyroïd stimulerend hormoon. Dit hormoon zet de schildklier aan tot de productie van: 
Thyroxine. (T3 en T4) Dit hormoon heeft invloed op alle cellen in het lichaam. Met als doel: het regelen van de stofwisseling. Thyroxine verhoogt de verbranding in de cellen.

Calcitonine. Dit hormoon verlaagt het calciumgehalte in het bloed. Calcium is nodig voor de opbouw van botten en tanden en bij overdracht van zenuwprikkels en spiercontracties en bloedstolling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van TSH op de bijschildklieren
De bijschildklieren worden door de produktie van TSH aangezet tot de produktie van het parathormoon.

Dit hormoon heeft ook invloed op de calciumbalans. Het verhoogt het calciumgehalte in het bloed.
Calcitonine en parathormoon zijn antagonisten van elkaar. Dat wil zeggen dat wanneer het calciumgehalte in het bloed te hoog wordt, er meer calcitonine gemaakt zal worden. Wanneer het weer te laag wordt, zal er meer parathormoon gemaakt worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hyperthyreoïdie: schildklier produceert te veel hormonen
Symptomen van een verhoogde stofwisseling:
  • vermagering ondanks goede eetlust
  •  snelle pols
  •  transpireren
  •  diarree
  •  onrust
  •  menstruatiestoornissen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:37
Hoe heet het stukje van de schildklier tussen de 2 kwabben?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:39
Bij onvoldoende T3 en T4 verlopen het metabolisme en de groei van het lichaam
A
op een (te) traag niveau
B
te snel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:24
Welk orgaan zorgt voor het TSH hormoon?
A
De hypothalamus
B
De hypothalamus en de hypofyse
C
De hypothalamus en de zwarte kern
D
De middenhersenen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:05
Hoe heet een goedaardige vergroting van de schildklier?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:15
Hoe noem je de levensgevaarlijke, acute vorm van hyperthyreoïdie?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

05:15
Hoe wordt de ziekte van Hashimoto behandeld?

Slide 18 - Open vraag

thyreomimetica
Behandeling hyperthyreoïdie
Thyreostatica
 Schildklierremmers > schildklier geeft minder hormoon af.

Radioactief jodium
De straling die het radioactief jodium in de schildklier uitzendt, remt de groei van de schildkliercellen waardoor ook de productie van het schildklierhormoon vermindert

Thyreoïdectomie
 Wegnemen van schildklier bij abnormale werking of struma



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Graves (ziekte van Basedov) 

De schildklier produceert teveel schildklier hormoon.
Auto immuun ziekte.
De schildklier is diffuus vergroot (diffuus struma).
Uitpuilende ogen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling ziekte van Graves
  • De schildklier medicamenteus te blokkeren met Strumazol.
Hierbij moet dan vaak wel schildklierhormoon (levothyroxine)) worden bijgegeven omdat er anders een tekort ontstaat. Na een tijd (b.v. 1 jaar) kan de behandeling worden gestaakt om te zien of er weer een normale schildklierwerking ontstaat.
  • Als de ziekte van Graves terugkomt, wordt er in principe overgegaan tot definitieve therapie in de zin van behandeling d.m.v. toediening van radioactief jodium. Er is wel kans op het ontstaan van een hypothereoïdie
  • Als alternatief bestaat er een operatieve behandeling.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothyreoïdie: schildklier produceert te weinig hormonen

Symptomen van een verlaagde stofwisselingsactiviteit:
  • Gewichtstoename
  • trage pols
  • kouwelijkheid
  • obstipatie
  • verminderde activiteit
  • menstruatiestoornissen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ziekte van Hashimoto
Dit is een ziekte van de schildklier, waarbij ons eigen afweersysteem zich richt tegen schildkliercellen, waardoor deze cellen kapot gaan en de schildklier geleidelijk langzamer gaat werken en steeds minder schildklierhormoon maakt.
 Er ontstaat dan hypothyreoïdie ofwel een te traag werkende schildklier.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg Hashimoto
De oorzaak is een auto immuun ziekte.
Klachten ontstaan geleidelijk.
Oorzaak auto immuun ziekte?
De ziekte van Hashimoto is een veel voorkomende ziekte, die vooral volwassen vrouwen treft. 
Behandeling: schilklierhormomen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Struma
een vergroting/vormverandering van de schildklier:
  • Diffuus
  • Nodulair (knobbelvormig)
  • Solitaire(één) knobbel
En schildkliervergroting of vormverandering hoeft niet samen te gaan met een toename van de functie. Bij een schildkliervergroting kan de functie ook normaal of juist verminderd zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een strumectomie operatie
Schildklierkanker: totale strumectomie
Diffuus of nodulair struma met locale bezwaren: sub totale strumectomie
Hypertyreoïdie: subtotale strumectomie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strumectomie
Er mag geen enkele schildklieroperatie verricht worden als er sprake is van een hyperthyroïdie. 

Bij zo’n operatie zou ineens te veel schildklierhormonen in het bloed terechtkomen waardoor de stofwisseling zo hoog zou worden dat uitputting optreedt en de dood het gevolg is: thyreotoxische crisis

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve complicaties
Dyspneu: benauwdheid door optreden van bloeding of ernstig oedeem, waardoor druk op de luchtpijp.
Heesheid: a.g.v. bloeding of oedeem waardoor druk op de stembandzenuw; stembandzenuw kan ook tijdens de operatie geraakt zijn.
Tintelingen/ spierkrampen: kunnen ontstaan door verlaagd calciumgehalte in het bloed door minder of niet meer functioneren van de bijschildklieren.
Bij een verlaagd gehalte van het calcium als gevolg van uitval van de bijschildklieren kunnen zich tetanie (kramptoestand van de spieren) en hartritmestoornissen voordoen!!
Therapie:Toedienen calciumtabletten en vitamine D

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke specifieke post operatieve zorg is er nodig bij een zorgvrager die een totale strumectomie heeft ondergaan

Slide 29 - Woordweb

  • let op bloeding: kleine bloeding geeft al druk- en benauwdheidsklachten. Drain goed observeren en hechtingsverwijderingsset klaarleggen
  • oedeem of beschadiging zenuw kan op stembanden werken en geeft obstructie bovenste luchtwegen (insp. stridor en hoge ademfreq)
  • thyreotoxische crisis
  • heesheid
  • hypoparathyreoïdie wat leidt tot hypocalciëmie, wat leidt tot symptoom van TRousseau, symptoom van chvostek of tintelen vingertoppen en gezicht. Dan wordt Calcium (en vit D voor betere opname) voorgeschreven
  • gedragsveranderingen
Hoe zit het met de substitutie therapie van schildklierhormomen bij een totale strumectomie?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij nu:
Waar de schildklier en de bijschildklieren liggen
Wat de functie is van de schildklier en de bijschildklieren
Wat er aan de hand is bij een hypo- hyper thyroidie
Welke behandelingen er zijn.
Welke specifieke complicaties erop kunnen treden na een totale strumectomie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies