Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
4.3 Ongelijkheid in de wereld
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4.3 Ongelijkheid in de wereld
Slide 1 - Tekstslide
Hoe meet je welvaart?
A
Door het BNP, de VN-welzijnindex en de verdeling van de beroepsbevolking te meten
B
Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten
C
Door het BNP
D
Door het BNP, de koopkracht en de beroepsbevolking te meten.
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn centrum landen
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkeld landen in de periferie.
Slide 3 - Quizvraag
Ongelijkheid
Grote verschillen in welvaart in een land noemen we sociale ongelijkheid.
10% van de bevolking van Brazilië verdient 45% van het BNP.
Slide 4 - Tekstslide
Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.
Argentinië als voorbeeld:
Rijke mensen rijken in grote auto's
Arme mensen wonen in krottenwijken,
Arme mensen werken vaak in de informele sector
Slide 5 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid
Verschillen in welvaart en welzijn van gebieden binnen een land.
Slide 6 - Tekstslide
Land
Slide 7 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
A = Centrum
B = Semi-periferie
C = Periferie
Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
Dit heet:
regionale ongelijkheid
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.
Slide 8 - Tekstslide
Kenmerken
formele sector
:
telt mee voor het BBP
belasting betalen
vast inkomen
wel uitkering bij ziekte
Kenmerken
informele sector
:
niets officieel genoteerd
geen belasting betalen
wisselende inkomsten
geen uitkering bij ziekte
Slide 9 - Tekstslide
Formele sector
Officiele deel van de economie
Opbrengsten komen wel terecht in officiele statistieken
Groot in rijke landen
Slide 10 - Tekstslide
Informele sector
Niet-officiele deel van de economie (
scharreleconomie
)
Opbrengsten komen niet terecht in de officiele statistieken
Groot in arme landen, klein in rijke landen
Slide 11 - Tekstslide
Noem minimaal 2 banen in de informele sector.
Slide 12 - Woordweb
Vier foto: welke sector?
Pak een pen of potlood
Je ziet vier foto's
Je krijgt 45 seconden
Schrijf op per foto of deze in de formele of informele sector is gemaakt.
Na de foto's krijg je een meerkeuze vraag en kies je het juiste antwoord.
Slide 13 - Tekstslide
timer
0:45
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het juiste antwoord?
A. 1 Informeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 formeel
B. 1 formeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 informeel
C. 1 formeel, 2 formeel, informeel, 4 formeel
Slide 15 - Open vraag
Welk kenmerk past het best bij de formele sector?
A
Wisselende inkomsten
B
Geen belasting betalen
C
Telt mee in het BBP
D
Geen uitkering bij ziekte
Slide 16 - Quizvraag
De verdeling van welvaart in de VS (bron 9 in je lesboek)
Bekijk de bron goed en beantwoord de vraag op de volgende sheet.
Slide 17 - Tekstslide
Welke antwoorden passen het beste bij bron 9?
A
In de VS is de sociale ongelijkheid groot
B
90% van de bevolking leeft in armoede
C
43% van de bevolking in de VS is (super-)rijk
D
bbp/hoofd geeft een goed beeld van de verdeling van welvaart in de VS
Slide 18 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
Welk begrip wordt hier weergeven?
A
regionale ongelijkheid
B
Informele sector
C
armoedegrens
D
Sociale ongelijkheid
Slide 19 - Quizvraag
In welk continent (= werelddeel) vind je de meeste achterblijvers (periferielanden)?
A
Azië
B
Zuid-Amerika
C
Europa
D
Afrika
Slide 20 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding en legenda goed.
Nigeria is het omcirkelde land.
Welke zin is juist?
A
Nigeria is een van de rijkere landen van Afrika.
B
Nigeria is een centrum land
C
Nigeria is een semi periferie land
D
Nigeria is een periferie land.
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2024
- Les met
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Juni 2022
- Les met
25 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2021
- Les met
25 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 herhaling Ongelijkheid in arme en rijke landen
April 2023
- Les met
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Juli 2023
- Les met
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Maart 2021
- Les met
28 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 herhaling Ongelijkheid in arme en rijke landen
Juni 2024
- Les met
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Juni 2022
- Les met
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1