24.11. Kap. 11 sterke ww m e

Willkommen
Wir brauchen heute: Textbuch + Arlbeitsbuch + Chromebook
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen
Wir brauchen heute: Textbuch + Arlbeitsbuch + Chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Programm, Mittwoch, 24.11.
WH Grammatik 1   -> sterke ww 
Wörterbuch
Hören
Plauderecke A

Ihr könnt die sterke werkwoorden korrekt gebrauchen. 
Ihr könnt ein Gespräche und Interviews verstehen.

Slide 2 - Tekstslide

sterke werkwoorden
 met e in stam

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
A
sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
B
zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Slide 4 - Quizvraag

Regel
Sterke werkwoorden met een "e" in de stam krijgen
bij: du  +  er, sie, es 


Als de "e" lang klinkt e -----> ie   bijv. sehen, du siehst
Als de "e" kort klinkt e -----> i     bijv. helfen, du hilfst

Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen


geben


nehmen


treten
ich
helf - e
seh - e
geb - e
nehm - e
tret - e
du
hilf - st
sieh - st 
gib- st
nimm - st
tritt - st
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
gib - t
nimm - t
tritt - t
wir
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
tret - en
ihr
helf - t
seh - t 
geb - t
nehm - t
tret - et
sie/Sie
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
ret - en
geholfen
gesehen
gegeben
genommen
getreten

Slide 6 - Tekstslide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd de klinker?
A
Ich, du, ihr
B
ich, du, er, sie, es
C
du, er, sie, es
D
wir, ihr, du, sie

Slide 7 - Quizvraag

lesen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lese
liest
liest
lesen
lest
lesen

Slide 8 - Sleepvraag

geben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
gebe
gebt
gibt
geben
gibst
geben
gibe
gibben

Slide 9 - Sleepvraag

nehmen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
nehme
nehmt
nimmt
nehmen
nimmst
nehmen
nimme
nimmen

Slide 10 - Sleepvraag

Ausnahmen
stehen          -> du stehst,  er steht
gehen            -> du gehst,  sie geht
bewegen      -> du bewegst,  es bewegt

Slide 11 - Tekstslide

Du (sprechen)..................immer so leise.
A
sprichst
B
spricht
C
sprecht
D
sprechst

Slide 12 - Quizvraag

goed of fout?
A
er list
B
er liest

Slide 13 - Quizvraag

Goed of fout?

er nihmt
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Der Arzt (geben)..............Meike eine Spritze.
A
gebt
B
gibst
C
gibt

Slide 15 - Quizvraag

Wo (treffen)....................ihr euch?
A
treffen
B
trifft
C
trefft

Slide 16 - Quizvraag

ik lees (lesen)
A
ich lese
B
ich liese

Slide 17 - Quizvraag

wij nemen (nehmen)
A
wir nehmen
B
wir nimmen

Slide 18 - Quizvraag

Mijn moeder geeft (geben)
A
Meine Mutter gebt
B
Meine Mutter gibt

Slide 19 - Quizvraag

(essen) Was ............ du am liebsten?

Slide 20 - Open vraag

(helfen) Mein Vater ............ mir immer bei den Hausaufgaben.

Slide 21 - Open vraag

Lesen
Textbuch Seite  24 
Arbeitsbuch Seite 59
7.1

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Wörterbuch
Arbeitsbuch Seite 62
8.4

Erst gut lesen!
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Hören
Arbeitsbuch Seite 62
8.5

Einleitung + Tipp lesen!

Slide 24 - Tekstslide

Plauderecke A
Textbuch Seite 26

Slide 25 - Tekstslide

Klasse!
Ihr könnt unregelmäßige Verben korrekt gebrauchen.
Ihr könnt ein Gespräch und verstehen.

Slide 26 - Tekstslide

 Hausaufgaben für Mittwoch, 1.12.
Lernen:     Wörterliste B

Machen:   8.3   online  (zie planning)



Slide 27 - Tekstslide