In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Argumenteren
Hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
3PAK
Quizlet Literaire begrippen
H2 Argumenteren - herhaling argumentatiestructuur en -schema
H2 Argumenteren - drogredenen
Ingezonden brief afschrijven
Slide 2 - Tekstslide
3PAK
Oefenen met mogelijke vragen.
Slide 3 - Tekstslide
quizlet.live
Slide 4 - Tekstslide
Argumenteren
Nieuw Nederlands - Hoofdstuk 2
Slide 5 - Tekstslide
Doelen
Ik kan enkelvoudig, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren onderscheiden.
Ik kan argumentatieschema's herkennen en benoemen.
Ik kan drogredenen herkennen en benoemen.
Slide 6 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen
Opdracht bij tekst 1
Slide 8 - Tekstslide
Maken
Opdracht bij tekst 1
Slide 9 - Tekstslide
Doelen
Ik kan enkelvoudig, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren onderscheiden.
Ik kan argumentatieschema's herkennen en benoemen.
Ik kan drogredenen herkennen en benoemen.
Slide 10 - Tekstslide
Ingezonden brieven
Bekijk de voorbeelden.
Welke uitwerking vind jij het beste?
Slide 11 - Tekstslide
De inleiding
De inleiding trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp van de brief:
Noem in de eerste zin het nieuwsfeit of het artikel waarop je reageert:de datum, de titel en – als het bekend is – de naam van de auteur
Vermeld de gebeurtenis of het standpunt waar je het wel of niet mee eens bent.
Slide 12 - Tekstslide
Het middenstuk
Geef aan waarom je je ergens kwaad over maakt (nieuwsfeit) of noem de argumenten die niet kloppen (artikel). Citeer de zinnen waarover je iets wilt zeggen; dan kan niemand later beweren dat jij iemands woorden hebt verdraaid.
Vertel waarom je het ergens wel of niet mee eens bent of geef aan waarom iets een probleem is. Geef minimaal drie argumenten voor jouw standpunt. Gebruik voor ieder argument een alinea.
Slide 13 - Tekstslide
Het slot
Geef aan wat er volgens jou moet gebeuren of herhaal nog een keer krachtig je mening. Het slot van de ingezonden brief bevat een pakkende afsluiting.
Sluit af met je naam en woonplaats.
Slide 14 - Tekstslide
Toon
Let op de toon van je brief. Je hebt drie mogelijkheden:
-zakelijk: je betoog maakt een degelijke indruk
-verontwaardigd: je kwaadheid tonen kan functioneel zijn
-ironisch: zo krijg je de lachers op je hand
Slide 15 - Tekstslide
Taalverzorging
Je schrijft de brief zonder taal- en spelfouten en gebruikt de juiste leestekens.
Formulering: zorg voor variatie in het woordgebruik.
Pas je toon aan bij het medium en publiek dat je kiest.
Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden correct.
Zorg dat iedere alinea een duidelijk herkenbare kernzin heeft.
Je verwoordt je mening en argumenten op een persoonlijke manier.
Geen aanhef en slotgroet
Slide 16 - Tekstslide
Herinvoering dienstplicht
Slide 17 - Tekstslide
Herinvoering diensplicht
We bekijken een fragment over de herinvoering van de dienstplicht.
We lezen een artikel over de herinvoering van de dienstplicht
Noteer het standpunt of de gebeurtenis waar je het wel of niet mee eens bent of waar je je zorgen om maakt.
Noteer argumenten voor jouw standpunt.
Noteer wat er volgens jou zou moeten gebeuren.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
CDA-leider Hoekstra pleit voor herinvoering dienstplicht
Lees het artikel.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf een ingezonden brief (200 - 300 woorden), waarin je uitlegt of je het wel of niet eens bent met meneer Hoekstra. Zorg hierbij voor een correcte indeling (inleiding - kern - slot).
Inleiding: vermeld het standpunt waar je het wel of niet mee eens bent
Kern: leg uit waarom je het hier wel/niet mee eens bent. Bedenk drie argumenten. Gebruik voor ieder argument één alinea.
Slot: geef aan wat er volgens jou moet gebeuren of herhaal krachtig je mening.
Slide 21 - Tekstslide
Doelen
Ik kan adequaat reageren op een nieuwsfeit of artikel.
Ik kan hierbij mijn standpunt ondersteunen met relevante argumenten.