SO V1 - §2.1 en 2.2: Natuurlandschappen

SO - Grote natuurlandschappen op aarde
Welkom! Dit is het SO over §2.1 en §2.2 over de grote natuurlandschappen op aarde. Succes!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

SO - Grote natuurlandschappen op aarde
Welkom! Dit is het SO over §2.1 en §2.2 over de grote natuurlandschappen op aarde. Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Kies het goede woord:
De evenaar / keerkring is de grens van de tropen.
A
evenaar
B
keerkring

Slide 2 - Quizvraag

Kies het goede woord:
Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, stijgt / daalt de gemiddelde temperatuur.
A
stijgt
B
daalt

Slide 3 - Quizvraag

Kies het goede woord:
Bij woestijn gebieden is het droog door dalende / stijgende lucht.
A
dalende
B
stijgende

Slide 4 - Quizvraag

Kies het goede woord:
Op de steppe / savanne is er een droge tijd van ongeveer 9 maanden
A
steppe
B
savanne

Slide 5 - Quizvraag

De temperatuur verschilt op aarde. De temperatuurverschillen hebben te maken met de stand van de zon.
Geef twee redenen waarom het op de polen kouder is dan rond de evenaar. Maak bij beide redenen een vergelijking tussen de polen en het gebied rond de evenaar.

Slide 6 - Open vraag

a. Welk begrip hoort bij het kappen van bossen?
b. Noteer twee redenen waarom het tropisch regenwoud gekapt wordt.
c. Het kappen van het tropisch regenwoud heeft (indirect) ook gevolgen voor Nederland en de rest van de wereld. Noteer een gevolg van het kappen van het regenwoud voor de rest van de wereld.

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.
a. Welk soort landschap zie je op de foto? Kies uit: ingericht landschap of natuurlandschap
b. Leg je antwoord bij vraag a uit.

Slide 8 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.
In de bron ontbreekt een landschap. Noteer de naam van het ontbrekende landschap.

Slide 9 - Open vraag

Is de volgende uitspraak goed of fout?
Extensieve veeteelt vind je in gebieden met veel neerslag.

A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Is de volgende uitspraak goed of fout?
Bij intensieve veeteelt maken boeren gebruik van irrigatie.


A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Is de volgende uitspraak goed of fout?
In de steppe valt maximaal 250 mm neerslag per jaar.


A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk bron 3 en 4 in de afbeelding. Bij welke plaats horen de klimaatgrafieken? Neem de letters A, B en C uit bron 3 over en zet achter de letter het cijfer van de juiste locatie uit bron 4. Kies uit locatie 2, 3 en 5.
(dus bijvoorbeeld: A - 5)

Slide 13 - Open vraag

Iemand doet twee uitspraken:
I: In de steppe is de biodiversiteit hoog.
II: Een ander woord voor droge gebieden is 'aride'
Wat is juist?
A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout
C
I is goed en II is fout
D
I is fout en II is goed

Slide 14 - Quizvraag

Iemand doet twee uitspraken:
I: De grootste steden liggen in Australië aan de kust
II: Bosbranden ontstaan in Australië vooral aan de kust
A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout
C
I is goed en II is fout
D
I is fout en II is goed

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
Droge lucht

Slide 16 - Sleepvraag

Tropisch
Savanne
Steppe
Woestijn
timer
0:30

Slide 17 - Sleepvraag

a. In welk deel van Egypte is de bevolkingsdichtheid waarschijnlijk het laagst?
b. Verklaar je antwoord op vraag a.

Slide 18 - Open vraag