Examenidioom chapitre 3 boire et manger

Chapitre 3
Boire et manger
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 3
Boire et manger

Slide 1 - Tekstslide

Il mange trop de gâteau.
le gâteau
A
het ijsje
B
de vis
C
de forel
D
het koekje, het taartje

Slide 2 - Quizvraag

Il faut comparer avant de choisir.
comparer
A
vergelijken
B
uitgeven
C
bevatten
D
zich voeden

Slide 3 - Quizvraag

Quel est le poids du poulet?
le poids
A
de rekening
B
de voeding
C
het gewicht
D
de markt

Slide 4 - Quizvraag

Il lui conseille de suivre un régime.
un régime
A
een drankje
B
een dieet
C
een stuk vlees
D
een forel

Slide 5 - Quizvraag

Je n'aime pas le goût de ce chocolat.
le goût
A
het blikje
B
de smaak
C
de keus
D
de olie

Slide 6 - Quizvraag

Je me suis plains de l'addition.
se plaindre
A
zich voeden
B
klagen
C
het gaat om
D
bevatten

Slide 7 - Quizvraag

Trop maigrir est mauvais pour la santé.
maigrir
A
afvallen
B
aankomen
C
uitgeven
D
bijdragen aan

Slide 8 - Quizvraag

Je me suis plains de l'addition.
l'addition
A
de proeverij
B
de smoes
C
de rekening
D
de verpakking

Slide 9 - Quizvraag

Ce grand magasin est très bon marché.
bon marché
A
gek zijn op
B
proeven
C
goedkoop
D
afkomstig zijn van

Slide 10 - Quizvraag

On peut acheter des gâteaux dans une ______________.
A
boisson
B
robinet
C
pâtisserie
D
agriculture

Slide 11 - Quizvraag

Dans un restaurant le____________
prépare les repas.
A
addition
B
cuisinier
C
boisson
D
bon marché

Slide 12 - Quizvraag

L'agriculture biologique peut ________________ une meilleure alimentation.
A
contenir
B
contribuer à
C
adore
D
se plaindre

Slide 13 - Quizvraag