Aardrijkskunde Thema 5: Over de grens

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Dingen(producten) uit het buitenland

Slide 3 - Woordweb

Noem vervoersmiddelen

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Hoe worden de bananen vervoerd? noem alle manieren.

Slide 6 - Open vraag

Welk vervoermiddel kies je? Voor een grote lading grind waar geen haast mee is.
A
trein
B
vrachtwagen
C
schip
D
vliegtuig

Slide 7 - Quizvraag

Welk vervoermiddel kies je? Aardbeien die ver weg moeten
A
(koel)vrachtwagen
B
trein
C
vliegtuig
D
schip

Slide 8 - Quizvraag

Welk vervoermiddel kies je? aardappelen die naar de supermarkt moeten.
A
vliegtuig
B
trein
C
schip
D
vrachtwagen

Slide 9 - Quizvraag

Import:
-het woord Import begint met 'im' dat lijkt op 'in'
-Nederland koop veel producten uit het buitenland (koffie bonen, bananen, thee bladeren, auto's, speelgoed)
-Nederland koopt producten die zelf niet hebben of die we niet goedkoop kunnen maken.

Slide 10 - Tekstslide

Export:
-Export gaat het land uit; denk aan het Engelse woord Exit dat betekent uitgang.
-Nederland verkoopt veel producten aan het buitenland (snijbloemen, eieren, varkens, planten/bloembollen, melk)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Noem de waterwegen

Slide 13 - Open vraag

Schiphol

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De grootste goederen mainport is de Rotterdamse Haven en erg belangrijk voor Nederland. Op de achtergrond zie je de overslag van stukgoederen maar Rotterdam verwerkt ook veel bulkgoederen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdracht met je schoudermaatje:
Kies een product (import of export) en zoek er informatie over:
-het transport (welk vervoersmiddel of zijn het er meer?)
-waar komt het vandaan (land of streek). Teken de reis van het product.
-wat is er allemaal gedaan voordat het in de winkel lag?
Zoek een afbeelding (en) of neem een lege verpakking van thuis mee (koffie,thee, peper etc). 

Slide 18 - Tekstslide

De opdracht presenteer je in een klein groepje en je levert het in.
Succes!!

Slide 19 - Tekstslide