In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Handel; import en export?
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het onderwerp "handel"?
Slide 2 - Woordweb
Internationale handel
Het kopen van of verkopen aan bedrijven in het buitenland. Internationale handel bestaat dus uit het in- en uitvoeren van goederen en diensten.
Slide 3 - Tekstslide
Import en Export
Slide 4 - Tekstslide
Import en export
Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets
Voorbeeld: We voeren bananen in.
Export: het buitenland betaald ons geld, we verkopen iets.
Voorbeeld: Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai.
Slide 5 - Tekstslide
Import:
-het woord Import begint met 'im' dat lijkt op 'in'
-Nederland koop veel producten uit het buitenland (koffie bonen, bananen, thee bladeren, auto's, speelgoed)
-Nederland koopt producten die zelf niet hebben of die we niet goedkoop kunnen maken.
Slide 6 - Tekstslide
Export:
-Export gaat het land uit; denk aan het Engelse woord Exit dat betekent uitgang.
-Nederland verkoopt veel producten aan het buitenland (snijbloemen, eieren, varkens, planten/bloembollen, melk)
Slide 7 - Tekstslide
QUIZ: wat is import/export?
Slide 8 - Tekstslide
Nederlandse tulpen worden verkocht aan een bedrijf in Turkije.
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 9 - Quizvraag
Een Amerikaans Techbedrijf komt naar Nederland om te helpen met nieuwe software.
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 10 - Quizvraag
Ed Sheeran drinkt een Nederlands biertje en rijdt door Amsterdam op een gehuurde fiets.
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 11 - Quizvraag
Franz Bouwer treed op in Duitsland.
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 12 - Quizvraag
De Albert Hein koopt aardbeien in vanuit Portugal.
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 13 - Quizvraag
Filmpje
Zo meteen krijg je een filmpje te zien over "handelskapitalisme" tijdens dat filmpje moet je vragen beantwoorden. Dit gebeurd automatisch. Als je de vraag hebt beantwoord kan je het filmpje weer verder bekijken.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
00:29
Wat werd er gedaan met het geld dat werd verdient aan de handel?
Slide 16 - Open vraag
01:23
Hoe word de Oostzeehandel ook wel genoemd?
A
belangrijkste handel
B
Vaderlandse goederen
C
Driekhoekshandel
D
Moedernegotie
Slide 17 - Quizvraag
02:13
De VOC (opgericht in 1602) was het eerste in veel dingen bij het handel drijven met Azië. Hoe word de VOC ook wel genoemd in het filmpje?
A
eerste multinational
B
eerste WIC (West Indische Compagnie)
C
moedernegotie
D
Oostzeehandel
Slide 18 - Quizvraag
02:51
Welk doel had de W.I.C. (de West Indische Compagnie)?
Slide 19 - Open vraag
03:12
De "handel" van de W.I.C./ de handel met Amerika, stond vooral bekend om...
A
zijn slavenhandel
B
handel in specerijen
C
handel in boten
D
handel in hout
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Huiswerk
wat ga je vanavond eten?
weet je waar de spullen vandaan komen?
waar verkopen ze het? buurtwinkel? meegenomen op vakantie?