In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
welkom
Ga rustig zitten.
pak alvast je boek, pen en rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
2e uur
Examenvragen (3 in totaal)
Lastige opgave paragraaf 8.1
uitleg van arbeidsproductiviteit
3e uur
Afwisseling zelfstandig werken en rekentrainer.
Slide 2 - Tekstslide
De familie Van Binsbergen woont in een oude woning in de binnenstad van Utrecht. Er zijn nog maar weinig aanpassingen aan de woning gedaan, waardoor de energierekening hoog is. De familie Van Binsbergen heeft diverse offertes opgevraagd voor de isolatie van de woning. De offerte van Energieservice bv bleek het meest voordelig.
Van welke functie van geld is sprake wanneer de familie Van Binsbergen diverse offertes opvraagt
A
ruilmiddel
B
geldmiddel
C
spaarmiddel
D
rekenmiddel
Slide 3 - Quizvraag
Als de familie Van Binsbergen besluit om de woning te isoleren is ze van plan om het geld hiervoor te lenen. Tot welke soort uitgaven behoren de kosten van de lening om de woning te kunnen isoleren?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste Lasten
Slide 4 - Quizvraag
Uitzendbureau Randstad heeft eerder een ander uitzendbureau, Vedior, overgenomen. Randstad en Vedior bemiddelen beide voornamelijk in banen in de commerciële dienstverlening.
Noem twee redenen waarom een bedrijf een ander bedrijf wil overnemen.
Slide 5 - Open vraag
Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd
Formule voor arbeidsproductiviteit
Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit
Schrijf dit op
Slide 6 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
Productie : gewerkte tijd
Zie voorbeeld hiernaast
Slide 7 - Tekstslide
Arbeidsjaren
1 baan telt als 1 arbeidsjaar
2 halve banen tellen als 1 arbeidsjaar
Slide 8 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Aan de slag met rekentrainer bladzijde 141
eerste kolom
Deze kijken we na 5 minuten na.
timer
5:00
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig werken
maken paragraaf 8.2
timer
20:00
Slide 10 - Tekstslide
Productiecapaciteit
alles wat beschikbaar is in een onderneming (arbeid en kapitaal) om te produceren, bepalen de productiecapaciteit.
Wordt de productiecapaciteit niet benut, dan is er sprake van onderbezetting