SCC Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Onderwerp = Wie?
Gezegde = Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp = Wat/wie + gezegde + onderwerp
Meewerkend voorwerp = Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp




 


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Onderwerp = Wie?
Gezegde = Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp = Wat/wie + gezegde + onderwerp
Meewerkend voorwerp = Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp




 


Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Een LV komt nooit voor bij een NWG!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten
A
Geen lijdend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:

Mag ik u een kopje koffie aanbieden?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Het verlegen jongetje gaf ik een schouderklopje.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De ober heeft eindelijk een glas cola voor Meindert ingeschonken.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Hij geeft zijn zus een knuffel.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Hij geeft zijn zus een knuffel.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De politieagent gaf de foutparkeerder een flinke boete.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
De politieagent gaf de foutparkeerder een flinke boete.

Slide 11 - Open vraag

De lerares geeft alle leerlingen een toets.
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde

Slide 12 - Sleepvraag

Zoë en stan slaan de boom met een stok
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde

Slide 13 - Sleepvraag

De meester moet haar de taalles uitleggen
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde

Slide 14 - Sleepvraag

Maak een zin met 'de vis' als lijdend voorwerp.

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin met 'de vis' als meewerkend voorwerp.

Slide 16 - Open vraag