4Havo Marktvormen en marktfalen lesweek 2 januari 2021

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

4 kenmerken van volledige mededinging / volkomen concurrentie zijn..

Slide 6 - Open vraag

Kenmerken van marktvormen
  • Hoeveel aanbieders zijn er?
  • Hoeveel vragers zijn er?
  • Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Break-out rooms
Ik ga jullie in Teams in break out rooms plaatsen. Je gaat dan in tweetallen of in een drietal aan het werk met opgave 7,8,9. Ben je hiermee klaar dan werk je verder aan 4, 5, 10 en 11.
Ik check de rooms regelmatig. Na ongeveer 20 min haal ik jullie weer terug. Dit 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De monopolist

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken
  • Een product bij één aanbieder 
  • Er zijn niet zo veel monopolisten 
  • Bijna monopolisten zijn er veel meer denk aan: 
  • Google, Microsoft, Android, Apple, NS, Arriva, Vitens 

Slide 17 - Tekstslide

Monopolisten: prijszetters
Producenten die op een marktvorm van onvolkomen concurrentie aanbieden, zijn prijszetters. D.w.z. dat ze zelf hun prijs kunnen bepalen. Ze moeten hierbij wel rekening houden met het feit dat wanneer ze de prijs verhogen, de vraag daalt. 
De prijsafzetlijn wordt dan gegeven door de vraaglijn. 

Slide 18 - Tekstslide

MO-lijn bij prijszetters
De MO-lijn verloopt ook dalend; als de producent meer wil verkopen, moet de prijs omlaag. 
Dus, voor elk extra product, neemt de extra opbrengst af.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat de vraaglijn naar een 
bepaald product van een 
monopolist wordt gegeven door 
de volgende vraagfunctie: 
qv = -2p + 12

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
De MO-lijn daalt 2x zo snel 
als de prijsafzetlijn, 
dus de MO-lijn snijdt 
de q-as op de helft 
van waar de GO-lijn de 
q-as snijdt.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Prijsdiscriminatie
  • Aanbieder biedt hetzelfde product aan voor een andere prijs 
  • Vliegtickets in de winter vs last minute 
  • Concerttickets die op naam staan 
  • Prijzen discrimineren op leeftijd 

Slide 23 - Tekstslide

Prijsdiscriminatie 
Concertzaal de harmonie verkocht in 2018
12000 concertkaartjes voor een bedrag van 35 euro
Omzet 420,000 euro

Geen interesse vanuit jongeren
Half volle/lege concertzaal
Concertbezoekers
Tot 25 jaar : 2000
25 jaar en ouder: 10,000

Slide 24 - Tekstslide

Een oplossing
  • Jongeren tot 25 jaar krijgen korting 
  • Een concertkaartje voor jongeren kost 15 euro 
  • Een concertkaartje voor ouderen kost 40 euro 
  • Kaartjes worden gemerkt, bij twijfel om legitimatie gevraagd. 
  • Hierdoor worden markten duidelijk gescheiden 

Slide 25 - Tekstslide

Wat bereken je met MO=MK
A
De hoeveelheid producten voor maximale winst
B
De P voor maximale winst
C
Hoe groot je winst is.
D
De P waar je geen winst, maar ook geen verlies maakt

Slide 26 - Quizvraag

De maximale winst
is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250

Slide 27 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij een Break-even punt?
A
De variabele kosten zijn gelijk aan de vaste kosten
B
MO = MK
C
De totale kosten zijn gelijk aan de totale opbrengsten
D
De Constante kosten zijn dan nul

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de prijs bij maximale winst?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide