9.1 Ongezond les 1 en les 2

Startopdracht:
Pak je boek 
H9: lees de theorie van 9.1 door
timer
5:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Pak je boek 
H9: lees de theorie van 9.1 door
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

H9.1 Ongezond

Slide 2 - Tekstslide

9.1 Ongezond
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een gezonde leefstijl is
  • Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn genotmiddelen?

Slide 4 - Woordweb

Wat is waarvoor gezond of ongezond ?
Ongezond voor de longen
gezond voor je weerstand 
Ongezond voor de lever
Gezond voor de darmen

Slide 5 - Sleepvraag

Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl
Gezond eten
Voldoende rust
Regelmatig sporten
Alcohol drinken
Roken
Zout eten

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de gevolgen bij de juiste stof

Roken
Alcohol
Blowen
Longkanker
Verdoofde hersenen
Kapotte lever
Paniekaanvallen
Kapotte longblaasjes

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is een gezonde leefstijl?
Leefstijl= je manier van leven
Dus je gewoonten van eten, drinken, roken, slapen, schoolwerk, bewegen en ontspannen.

Je leefstijl kies je zelf!

Gezonde leefstijl: gezond eten, voldoende rust, voldoende bewegen!
Ongezonde leefstijl: Alcohol drinken, roken, veel vet eten, weinig bewegen

Slide 8 - Tekstslide

Waarom roken mensen eigenlijk?
  • Rustgevend gevoel
  • Gezelligheid
  • Jongeren voelen zich volwassen
  • “Stoer”

  • Verslaafd  ->  Ontwenningsverschijnselen
  • Rusteloos
  • Dikker (meer snoepen)
  • Nicotine


Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de video
Na afloop geef je antwoord op de vraag:
Waarom is roken slecht voor je?

Gebruik de woorden: Nicotine, teer, koolstofmonoxide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waarom gebruik je genotmiddelen?
Genotmiddelen: middelen waardoor je je beter voelt
Bijvoorbeeld: alcohol, sigaretten, snoep, koffie

Sommige middelen zijn verslavend: als je ermee begonnen bent, kun je moeilijk stoppen.
Als je niet meer zonder kunt, ben je verslaafd/ afhankelijk:
Lichamelijk afhankelijk > ontwenningsverschijnselen
Geestelijk afhankelijk > Je denkt dan bijv. alleen maar aan alcohol, vergeetachtig

Slide 12 - Tekstslide

Welke gevolgen heeft alcohol?

  • Alcohol is een gifstof die je hersenen verdooft
  • Je raakt aangeschoten of misschien wel dronken
  • Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan minder goed
  • Kater; hoofdpijn, dorst en overgeven

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan de slag
Maken 9.1: opdracht 1 t/m 12
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Van alcohol wordt je minder moe, alcohol is dus:
A
Een opwekkend middel
B
Een verdovend middel
C
Een opwekkend en verdovend middel
D
Geen van deze antwoorden, omdat alcohol geen drugs is

Slide 17 - Quizvraag

Als je alcohol drinkt, komt de alcohol in je hersenen terecht
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 1: alcohol
Alcohol is:
A
Niet verslavend
B
Alleen geestelijk verslavend
C
Alleen lichamelijk verslavend
D
Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

Slide 19 - Quizvraag

Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 20 - Sleepvraag

9.1 Ongezond
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een gezonde leefstijl is
  • Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs

Slide 21 - Tekstslide

Startopdracht:
Opdrachten 1 t/m 12 bespreken
Nakijken
Herhalen vorige les

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van roken?
A
Snel verouderde huid
B
Slechtere eicellen of zaadcellen
C
Schade aan hart en bloedvaten
D
Kanker aan longen of mond

Slide 23 - Quizvraag

Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl
Gezond eten
Voldoende rust
Regelmatig sporten
Alcohol drinken
Roken
Zout eten

Slide 24 - Sleepvraag

Zet de gevolgen bij de juiste stof

Roken
Alcohol
Blowen
Longkanker
Verdoofde hersenen
Kapotte lever
Paniekaanvallen
Kapotte longblaasjes

Slide 25 - Sleepvraag

Welke andere genotmiddelen naast alcohol bestaan er?

Slide 26 - Open vraag

Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Link

Wat zijn de gevolgen van roken?
Roken is ongezond!
3 schadelijke stoffen in tabaksrook:
  • Nicotine> is de verslavende stof
  • Koolstofmonoxide > Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid
  • Teer > plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen. zwarte longen, rokershoestje, longkanker

Slide 29 - Tekstslide

Wat doen drugs met je?
Drugs beïnvloedt: hoe je denkt, voelt en waarneemt
  • Verdovende middelen = laten je hersens trager werken, ze maken je suf
bijv. alcohol,heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj en wiet

  • Stimulerende middelen= laten je hersens sneller werken
 bijv. nicotine, cocaïne, speed,  cafeïne, xtc.

  • Bewustzijnsveranderende middelen= laten je hersens anders werken
 bijv. paddo's, lsd, lachgas, hasj en wiet.

Slide 30 - Tekstslide

Wat doen drugs met je?
  • Veelgebruikte drugs: 
wiet en hasj
  • Komt van de cannabisplant.
  • gerookt in een joint= blowen
Voel je je goed, dan voel je je nog beter, maar voel je je slecht, nog slechter!
GEVAAR: Paniek, versnelde hartslag, duizeligheid, verslaafd raken

Slide 31 - Tekstslide

Drugsgebruik herkennen

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag..
Maken opdrachten 9.1:
 vanaf opdracht 13
timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Bewustzijns veranderende drugs
Stimulerende drugs
verdovende drugs
XTC
Cocaïne
Hasj & Wiet
GHB
LSD & Paddo's 
Speed
Alcohol
Slaapmiddelen

Slide 34 - Sleepvraag

Hard drug
Soft drug
Legale drug

Slide 35 - Sleepvraag