9.1 Ongezond les 1 en les 2 (Flex)

Allemaal!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Een nieuw gezicht, een nieuwe docent 
Wie ben ik?
- KKN - Mvr Kok
- Woon samen met mijn man in Apeldoorn 
- We hebben 2 katten 

Mijn hobby's
- Reizen
- Gezelligheid met vriendinnen
- Workshops en demonstraties geven



Slide 2 - Tekstslide

We herinneren elkaar even....
- Je gedraagt je in de les zoals dat van je verwacht word, denk aan de JFC Regels
- Bij binnenkomst leg je je boeken op tafel, niet mee? Dan kom je bij mij aan het begin van de les
- Je zorgt dat je je huiswerk maakt zoals in de planner staat, elke 1e lesdag van de nieuwe week controleer ik dat 
- Je hebt geen kauwgom in je mond 
- Als ik praat zijn jullie stil 
- Is er iets met je aan de hand, wil je even iets kwijt? Kom dan gewoon bij mij

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken toets 

Slide 4 - Tekstslide

H9.1 Ongezond

Slide 5 - Tekstslide

9.1 Ongezond
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een gezonde leefstijl is
  • Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een gezonde leefstijl?
Leefstijl= je manier van leven
Dus je gewoonten van eten, drinken, roken, slapen, schoolwerk, bewegen en ontspannen.

Je leefstijl kies je zelf!

Gezonde leefstijl: gezond eten, voldoende rust, voldoende bewegen!
Ongezonde leefstijl: Alcohol drinken, roken, veel vet eten, weinig bewegen

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn genotmiddelen?

Slide 8 - Woordweb

Waarom gebruik je genotmiddelen?
Genotmiddelen: middelen waardoor je je beter voelt
Bijvoorbeeld: alcohol, sigaretten, snoep, koffie

Sommige middelen zijn verslavend: als je ermee begonnen bent, kun je moeilijk stoppen.
Als je niet meer zonder kunt, ben je verslaafd/ afhankelijk:
Lichamelijk afhankelijk > ontwenningsverschijnselen
Geestelijk afhankelijk > Je denkt dan bijv. alleen maar aan alcohol, vergeetachtig

Slide 9 - Tekstslide

Wie heeft er al wel eens alcohol gedronken?
A
Ja wel eens
B
Nee nog nooit

Slide 10 - Quizvraag

Welke andere genotmiddelen naast alcohol bestaan er?

Slide 11 - Open vraag

Welke gevolgen heeft alcohol?

  • Alcohol is een gifstof die je hersenen verdooft
  • Je raakt aangeschoten of misschien wel dronken
  • Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan minder goed
  • Kater; hoofdpijn, dorst en overgeven

Slide 12 - Tekstslide

Welke gevolgen heeft alcohol?
Als je alcohol drinkt komt dit in je bloed. Via je bloed komt alcohol in de hersenen en andere organen.

Alcohol wordt in de lever afgebroken.

Als je jong bent zijn de hersenen extra gevoelig voor alcohol!!
Daarom de campagne NIXX18

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken 9.1: opdracht 1 t/m 12

~ 8 minuten in stilte aan het werk 
~ Daarna mag je zachtjes overleggen


timer
8:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Allemaal!

Slide 16 - Tekstslide

9.1 Les 2

Opdrachten 1 t/m 12 bespreken

Herhalen vorige les

Slide 17 - Tekstslide

Filmpje: Wat doet roken met je lichaam?

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van roken?

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is roken zo slecht?
Roken is ongezond!
3 schadelijke stoffen in tabaksrook:
  • Nicotine> is de verslavende stof
  • Koolstofmonoxide > Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid
  • Teer > plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen. zwarte longen, rokershoestje, longkanker

Slide 20 - Tekstslide

Wat doen drugs met je?
Drugs beïnvloedt: hoe je denkt, voelt en waarneemt
  • Verdovende middelen = laten je hersens trager werken, ze maken je suf
bijv. alcohol,heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj en wiet

  • Stimulerende middelen= laten je hersens sneller werken
 bijv. nicotine, cocaïne, speed,  cafeïne, xtc.

  • Bewustzijnsveranderende middelen= laten je hersens anders werken
 bijv. paddo's, lsd, lachgas, hasj en wiet.

Slide 21 - Tekstslide

Wat doen drugs met je?
  • Veelgebruikte drugs: 
wiet en hasj
  • Komt van de cannabisplant.
  • gerookt in een joint= blowen
Voel je je goed, dan voel je je nog beter, maar voel je je slecht, nog slechter!
GEVAAR: Paniek, versnelde hartslag, duizeligheid, verslaafd raken

Slide 22 - Tekstslide

Drugsgebruik herkennen

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag..
Maken opdrachten 9.1:
 vanaf opdracht 13
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide