6. Mens en Gezondheid

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In welke volgorde verloopt de taalontwikkeling?
A
brabbelen, imiteren, huilen, 2 woorden zinnen
B
imiteren, huilen, brabbelen, 2 woorden zinnen
C
huilen brabbelen, imiteren, 2 woorden zinnen
D
brabbelen, huilen, imiteren, 2 woorden zinnen

Slide 2 - Quizvraag

Welke maaltijd is geschikt voor een veganist?
A
Broodje met halal shoarma
B
gegrilde spies met champignons, paprika en ananas
C
kipsaté met friet
D
salade met walnoten en geitenkaas

Slide 3 - Quizvraag

Welke ontwikkeling wordt op de afbeelding gestimuleerd?

Slide 4 - Open vraag

Welke ontwikkeling wordt op de afbeelding gestimuleerd?

Slide 5 - Open vraag

Welke producten horen in het vak 'groente en fruit' van de schijf van vijf
A
Aardappelen, peren en sla
B
meloen, peren, diepvriesdoperwten
C
aarbeien ijs, diepvriesdoperwten, meloen
D
peren, sla ongezouten noten

Slide 6 - Quizvraag

Welke van deze voedingsmiddelen zijn het meest gevoelig voor vocht?
A
Koffie
B
vis
C
verse melk
D
vlees

Slide 7 - Quizvraag

Wat past in een gezonde leefstijl?
A
op vaste tijden slapen en opstaan
B
2 x per week douchen
C
drug gebruiken
D
onveilig vrijen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de begeleiding waarin jongeren van 16 en 17 jaar leren om zelfstandig te wonen?

Slide 9 - Open vraag

Mens en Gezondheid


Het Gezondheidscentrum

Blok 6

Slide 10 - Tekstslide

Het gebit

* melkgebit (6 - 9 maand)

* wisselgebit (5 - 14 jaar)

* 4 verstandskiezen (18 - 24 jaar)

* kunstgebit/ prothese

Slide 11 - Tekstslide

Voedselovergevoeligheid

Lichaam geeft een negatieve reactie op bepaalde voeding

* Voedselallergie: directe reactie van het lichaam op bepaalde voedingsmiddelen. koemelk, schaaldieren, schelpdieren, vis, kippenei, noten, pinda, soja, appel en sesamzaad

* Voedselintollerantie: reactie van het lichaam op bepaalde voedingsmiddelen komt veel later (8 - 48 uur). Reacties verschillen bv. buikpijn, hoofdpijn, diarree


Slide 12 - Tekstslide

Voedselallergie bij baby's

De darmen en het afweersysteem van de jonge kinderen is nog niet volledig ontwikkeld.

(verkouden, benauwd, rode en droge plekken, huilenI)

  • koemelk;
  • bepaalde groenten en fruitsoorten;
  • gluten.

Slide 13 - Tekstslide


Coeliaki: Intolerantie voor gluten.

Dat betekent dat het lichaam geen gluten kan verdragen. Mensen met coeliakie krijgen vervelende buikklachten zoals buikpijn


Gluten: Een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut.


Slide 14 - Tekstslide

Een levenlang glutenvrij

Wanneer iemand met coeliakie voedsel eet waarin gluten zitten, dan raakt het slijmvlies van de dunne darm beschadigd

  • gewichtsverlies en ondergewicht;
  • bloedarmoede;
  • vermoeidheid;
  • depressiviteit en/of veel huilen;
  • te weinig groei;
  • te late pubertijd;
  • onvruchtbaarheid;
  • botontkalking.
  • Slide 15 - Tekstslide

    Diabetes mellitus / suikerziekte

    Verstoring van de glucosestofwisseling


  • diabetes type 1: kinderen en jong- volwassenen. Door gebrek aan insuline stijgt het bloedsuikergehalte. Regelmatig meten en spuiten.
  • diabetes type 2: Kan ontstaan door ongezonde leefstijl. Vaak op oudere leeftijd.
  • Slide 16 - Tekstslide

    Verschijnselen/ symptomen


  • vaak naar het toilet moet;
  • veel dorst hebt;
  • infecties hebt die moeilijk genezen;
  • veel eet en toch niet dikker wordt;
  • last hebt van je tandvlees;
  • jeuk hebt
  • Behandeling


  • gezond eten;
  • veel bewegen;
  • eventueel vermageren;
  • medicijnen voor bloedsuiker, bloeddruk en cholesterol;
  • insuline spuiten of via een pomp.
  • Slide 17 - Tekstslide

    Rapporteren


    Hoe gaat het met de client

    Welke handelingen heb je uitgevoerd




    Slide 18 - Tekstslide

    Objectief rapporten: feitenlijke informatie, geen mening


    Subjectief rapporteren: Je geeft je mening

    Slide 19 - Tekstslide

    De trui is zwart
    A
    Objectief
    B
    Subjectief

    Slide 20 - Quizvraag

    Martijn wilde alleen maar met zijn knuffel spelen
    A
    Objectief
    B
    Subjectief

    Slide 21 - Quizvraag

    Martijn huilde vandaag 2 uur
    A
    Objectief
    B
    Subjectief

    Slide 22 - Quizvraag

    Martijn was vandaag lastig
    A
    Objectief
    B
    Subjectief

    Slide 23 - Quizvraag

    Aan de slag

    Deze week werk je aan de opdrachten uit blok 6

    Maak aan het eind een samenvatting

    Noteer de moeilijke woorden (vrijdag)

    Slide 24 - Tekstslide