Les 9 M&G: Voedselovergevoeligheid en Coeliakie

Blok 4
De basisschool

Voedselovergevoeligheid

coeliakie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Blok 4
De basisschool

Voedselovergevoeligheid

coeliakie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag:
Les 1: Je kunt uitleggen wat een voedselovergevoeligheid is
Les 2: Je kunt vertellen wat coeliakie is

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
We gaan het nu hebben over de theorie  voedselovergevoeligheid (blok 4)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is voedselovergevoeligheid:
Je lichaam geeft een negatieve reactie op bepaald voedsel

Bijvoorbeeld: iemand krijg buikpijn als hij melk drinkt, of iemand krijgt het benauwd als hij noten eet.

Slide 4 - Tekstslide

Als je meteen een dikke keel krijgt bij het eten van noten heb je dan een voedselallergie of een voedselintolerantie?
A
voedselallergie
B
voedselintolerantie

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer praat je over een allergie en wanneer is het een intolerantie?
Verschil Allergie of intolerantie

Slide 6 - Tekstslide

Voedselallergie
Er komt een reactie van het lichaam vrijwel meteen na het eten van een allergeen( de stof waar je allergisch voor bent.) 

Bijvoorbeeld: na het eten van walnoten krijgt iemand binnen een paar minuten jeuk in zijn keel, neus en oren.

Slide 7 - Tekstslide

Immuunsysteem
Als je allergisch bent voor een stof, komt het immuunsysteem van het lichaam (het afweersysteem) in actie. 
Er komt dan o.a. histamine vrij.

Slide 8 - Tekstslide

Histamine
Zorgt voor de allergische reactie (bijvoorbeeld niezen, huiduitslag, rode ogen etc.). Je merkt het dus vrij snel wanneer je allergisch bent voor iets

Slide 9 - Tekstslide

Levensgevaarlijk
 Mensen kunnen zelfs doodgaan aan een allergische reactie, wanneer het lichaam in een anafylactische shock (ofwel: anafylaxie) belandt. 
noten- of pinda-allergie 

Slide 10 - Tekstslide

Meeste allergische reacties op:
 koemelk, schaaldieren, schelpdieren, vis, kippenei, noten, pinda, soja, appel en sesamzaad

Slide 11 - Tekstslide

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Pinda allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Schaaldierenallergie

Slide 12 - Quizvraag

Voedselintolerantie
- De  reactie komt veel later. 
- 8 tot 48 uur 
- verschillend reageren: 

 hoofdpijn, diarree of huiduitslag. 

Doordat de reactie trager optreedt, is het veel moeilijker om erachter te komen waarvoor je intolerant bent.

Slide 13 - Tekstslide

Ontstaan voedselintolerantie
 Doordat in je lichaam het enzym (gedeeltelijk) ontbreekt om een bepaalde stof te verteren. 

Bijvoorbeeld:
-  volledig lactose-intolerant (ze missen het enzym om lactose te verteren)

- gedeeltelijk intolerant. Ze hebben bijvoorbeeld nog een klein beetje van het lactase-enzym en hebben alleen last als ze veel lactose-rijke producten eten.  Zo kunnen sommige mensen geen melk verdragen, maar wel yoghurt, omdat in yoghurt minder lactose zit.

Slide 14 - Tekstslide

Voedselallergie bij baby's
Voedselallergie komt vaker voor bij baby's en jonge kinderen. De darmen en het afweersysteem van de jonge kinderen is nog niet volledig ontwikkeld. 

Bij een voedselallergie reageert het lichaam op gewone stoffen in de voeding alsof het ziektekiemen zijn.
Bijvoorbeeld eiwitten die een brandstof voor het lichaam zijn.
Hierdoor worden de eiwitten nog niet goed afgebroken.  Deze grotere eiwitten kunnen dan een voedselallergie veroorzaken,


Slide 15 - Tekstslide

Wat zie je dan
Baby's  gaan ‘kwakkelen’: 
Ze zijn vaak verkouden, ademen niet gemakkelijk, de huid krijgt rode, droge plekken (eczeem), ze huilen erg vaak en ze groeien onvoldoende. 

Dit kan dus ontstaan door de voeding

Slide 16 - Tekstslide

Producten die problemen kunnen geven zijn:

Koemelk;

Bepaalde groenten en fruitsoorten;

Gluten.

Slide 17 - Tekstslide

Behandeling
Als een arts heeft vastgesteld dat je last hebt van voedselovergevoeligheid, kan hij je door verwijzen naar een diëtist. Hij geeft advies over wat je wel en niet moe eten en hoe je toch gezond kunt blijven.

Soms is het gebruik van medicijnen nodig.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag les 1:
Blok 4

Maak nu opdracht 1 voedselintolerantie in de methode


Slide 19 - Tekstslide

Bespreken
We bekijken samen Opdracht 1 Voedingsintolerantie

Slide 20 - Tekstslide

Les 2 Coeliakie
Wat is  Coeliakie

Slide 21 - Tekstslide

Wat is Coeliakie,
A
Koemelk-allergie
B
Gluten-allergie
C
Geen suiker kunnen verdragen
D
Noten-allergie

Slide 22 - Quizvraag

Als je last van glutenintolerantie (coeliakie) hebt dan zit het probleem in je
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

De theorie uit de methode:
Coeliakie
Gluten

Slide 25 - Tekstslide

Wat is Gluten:

Gluten is een eiwit 

 tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut

Gluten lost niet op in water en wordt door de plant opgeslagen in de graankorrel als reservevoedsel.

Slide 26 - Tekstslide

Coeliakie

 - Intolerantie voor gluten. 
Dat betekent dat het lichaam geen gluten kan verdragen. 


Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen van coeliakie
Wanneer iemand met coeliakie voedsel eet waarin GLUTEN zitten raakt het slijmvlies van de dunne darm beschadigd. 

De voedingsstoffen worden door de wand van de dunne darm in het lichaam opgenomen. De wand van de dunne darm is geplooid en bedekt met darmvlokken (uitsteeksels).

Bij mensen met coeliakie gaan de darmvlokken kapot als deze regelmatig met gluten in aanraking komen. 

Dit alles veroorzaakt: 

Slide 28 - Tekstslide

Gevolg:
- buikklachten
Doordat deze darmvlokken kapot gaan krijgt het lichaam niet de gewenste voedingsstoffen binnen:
* Tekort aan vitaminen en mineralen 
* Het lichaamsgewicht neemt af. 
* Diarree of verstopping, opgezette buik, buikpijn, overgeven, verminderde eetlust.

Slide 29 - Tekstslide

Bij Ernstige beschadiging kan iemand zich heel ziek voelen en kunnen de volgende lachten ontstaan:

  1. gewichtsverlies en ondergewicht;
  2. bloedarmoede;
  3. vermoeidheid;
  4. depressiviteit en/of veel huilen;
  5. te weinig groei;
  6. te late pubertijd;
  7. onvruchtbaarheid;
  8. botontkalking.

Slide 30 - Tekstslide

Dieet 
- leven lang een glutenvrij dieet volgen. 
- alternatieve voor de granen waar gluten inzitten:
 Teff, gierst, mais en rijst, en niet-granen zoals quinoa en boekweit worden dan gebruikt in plaats van tarwe. 

Nadat de persoon geen gluten meer binnenkrijgt kan de dunne darm binnen zes maanden tot een jaar herstellen.

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag les 2:
Blok 4


Opdracht 2 Glutenvrije producten zoeken

Classroom: Week 2


Samenwerken gebruik www.ah.nl

Slide 32 - Tekstslide

Even checken of de theorie is blijven 'hangen'

Slide 33 - Tekstslide

Voedselallergie
Voedselintolerantie
reactie van het lichaam vrijwel meteen na het eten van een allergeen.
de reactie komt veel later ( 8 tot 48 uur )
hevige reactie ( anafylactische shock (ofwel: anafylaxie), kun je aan doodgaan.)
reacties zijn heel verschillend per persoon

Slide 34 - Sleepvraag

Waarom komt voedselallergie vaker voor bij baby’s en jonge kinderen?

A
Hun darmen en afweersysteem zijn nog niet volledig ontwikkeld.
B
Hun voeding bevat meer stoffen die een allergie kunnen uitlokken.
C
Zij worden aan meer ziektekiemen blootgesteld.
D
Zij zijn vaker verkouden en eten dan niet goed.

Slide 35 - Quizvraag

Voorbeelden van een voedselallergie zijn?
timer
0:30
A
Vis en schaaldieren allergie
B
Noten allergie
C
Tarwe allergie
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 36 - Quizvraag

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Gluten allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Graanallergie

Slide 37 - Quizvraag

Kun je van Glutenintolerantie (coeliakie) genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quizvraag

Opdracht: Presentatie Voedselovergevoeligheid (de gehele theorie)
Titel: voedselovergevoeligheid
In de presentatie ga je in eigen woorden uitleggen wat: 
-voedselovergevoeligheid, voedselintolerantie en coeliakie (gluten) is.

Ga naar Classroom voor de verdere uitleg. Je levert de presentatie daar in!

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide