Dementie
Passieve boosheid is:
A
Fysieke agressie
B
Negeren
C
Schreeuwen
D
Anderen beschuldigen
1 / 15
Onderdelen in deze les
Passieve boosheid is:
A
Fysieke agressie
B
Negeren
C
Schreeuwen
D
Anderen beschuldigen
Slide 1 - Quizvraag
Wat is expressieve agressie.
A
gericht op situatie of organisatie
B
bewust agressie inzetten om doel te bereiken / dreigen
C
opgestapelde frustratie/ emotie
D
neurologische of psychische aandoening
Slide 2 - Quizvraag
Luisteren is belangrijk in het omgaan met expressieve agressie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
WMO indicatie begeleiden richt zich op:
A
Vergroten van zelfstandigheid
B
Vergroten van participatie
C
Vergroten van zelfredzaamheid
D
Alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 4 - Quizvraag
Opstapeling van het wasgoed duidt op een probleem in het leefgebied:
A
Dagbesteding
B
Huiselijke relaties
C
Praktisch functioneren
D
Sociaal netwerk
Slide 5 - Quizvraag
De cirkel van de WMO indicatie begeleiding is:
A
Verkennen, uitvoeren,
doelen stellen.
B
Verkennen, plannen, uitvoeren en evalueren
C
Plannen, doelen stellen, evalueren en bijstellen
D
Doelen stellen, acties uitvoeren en evalueren
Slide 6 - Quizvraag
Wat vraag je bij het evalueren van de WMO- indicatie begeleiding?
A
Is het doel bereikt?
B
Wat is de begeleidingsvraag?
C
Welke problemen geeft de client aan?
D
Welke acties worden er uitgevoerd?
Slide 7 - Quizvraag
Waar zoek je in de sociale kaart bij problemen met Sociaal netwerk.
A
Woonstichting
B
Schuldhulp
C
Maatjesproject
D
Stadsdelen
Slide 8 - Quizvraag
Je leest in een rapportage dat dhr. erg vervelend gedrag liet zien bij je collega. Is dit een juiste rapportage?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Je cliënt geeft aan jou te slaan als jij de badkamer niet schoonmaakt vandaag. Wat voor soort agressie is dit?
A
Passieve agressie
B
Instrumentele agressie
C
Frustratie agressie
D
Expressieve agressie
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het allerbelangrijkste bij het omgaan met een agressieve cliënt?
A
Rustig blijven
B
Letten op je eigen veiligheid
C
Goed luisteren
D
Samenvatten
Slide 11 - Quizvraag
Doel: Dhr. maakt zijn keuken schoon.
Is dit doel SMART?
Is dit doel SMART?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Doel: Iedere donderdag om 10:00 uur brengt dhr. de vuilniszak naar buiten.
Is dit doel SMART?
Is dit doel SMART?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Is deze rapportage juist of niet.
Dhr. is erg agressief geweest vanmiddag.
Dhr. is erg agressief geweest vanmiddag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Wat is expressieve agressie.
A
gericht op situatie of organisatie
B
bewust agressie inzetten om doel te bereiken / dreigen
C
opgestapelde frustratie/ emotie
D
neurologische of psychische aandoening
