In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
A4 WA H10 voorkennis
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen van de vorige les
Hoofdstuk 10 paragraaf 1
Exponentiële groei
Ik kan bij exponentiele groei een verdubbelingstijd berekenen.
Ik kan bij exponentiele groei een halveringstijd berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Een hoeveelheid heeft een halveringstijd van 15 seconden. Bereken met hoeveel procent de hoeveelheid per minuut afneemt.
Slide 3 - Open vraag
Leerdoelen van deze les
Hoofdstuk 10 paragraaf 2
Groeipercentages en formules
Ik kan het groeipercentage berekenen bij een andere tijdseenheid.
Slide 4 - Tekstslide
Bij een aanvaring wordt een olietanker zo zwaar beschadigd dat een groot deel van de lading in zee stroomt. De olie verspreidt zich in de loop van de tijd over het water. Om 10 uur 's ochtends bedekt de olie een oppervlakte van 0,12 km². De oppervlakte wordt elk uur drie keer zo groot.
Hoe groot is de oppervlakte om 11.00 uur en om 13.00 uur?
Slide 5 - Open vraag
Bij een aanvaring wordt een olietanker zo zwaar beschadigd dat een groot deel van de lading in zee stroomt. De olie verspreidt zich in de loop van de tijd over het water. Om 10 uur 's ochtends bedekt de olie een oppervlakte van 0,12 km². De oppervlakte wordt elk uur drie keer zo groot.
(om 11.00 uur dus 0,36 km²en om 13.00 uur 3,24 km²)
Wat is de groeifactor per uur? En wat is de groeifactor per 3 uur?
Slide 6 - Open vraag
Bij een aanvaring wordt een olietanker zo zwaar beschadigd dat een groot deel van de lading in zee stroomt. De olie verspreidt zich in de loop van de tijd over het water. Om 10 uur 's ochtends bedekt de olie een oppervlakte van 0,12 km². De oppervlakte wordt elk uur drie keer zo groot.
Leg uit dat de groeifactor per 5 uur gelijk is aan 3^5.
Slide 7 - Open vraag
Bij een aanvaring wordt een olietanker zo zwaar beschadigd dat een groot deel van de lading in zee stroomt. De olie verspreidt zich in de loop van de tijd over het water. Om 10 uur 's ochtends bedekt de olie een oppervlakte van 0,12 km². De oppervlakte wordt elk uur drie keer zo groot.
Hierbij kan een formule worden gemaakt O=0,12*3^t, waarbij O de oppervlakte in km² is en t de tijd in uren met t=0 om 10.00 uur. Bereken hiermee de oppervlakte om 10.30 uur.
Slide 8 - Open vraag
Bij een aanvaring wordt een olietanker zo zwaar beschadigd dat een groot deel van de lading in zee stroomt. De olie verspreidt zich in de loop van de tijd over het water. Om 10 uur 's ochtends bedekt de olie een oppervlakte van 0,12 km². De oppervlakte wordt elk uur drie keer zo groot.
Hierbij kan een formule worden gemaakt O=0,12*3^t, waarbij O de oppervlakte in km² is en t de tijd in uren met t=0 om 10.00 uur. We weten om 10.30 uur de oppervlakte 0,208 km² is, wat is de groeifactor per half uur dan?
Slide 9 - Open vraag
dus: gf^(hoevaak de oude tijd in de nieuwe past) of
gf^(het gedeelte van de oude tijd die je wil weten)
Slide 10 - Tekstslide
De groeifactor per week is 1,52. Bereken de groeifactor per dag en rond af op 3 decimalen
Slide 11 - Open vraag
De groeifactor per week is 1,52. Bereken de groeifactor per 4 weken en rond af op 3 decimalen
Slide 12 - Open vraag
De groeifactor per jaar is 1,11. Bereken de groeifactor per week en rond af op 3 decimalen
Slide 13 - Open vraag
Ik kan het groeipercentage berekenen bij een andere tijdseenheid.
Slide 14 - Tekstslide
Een bacteriekolonie groeit met 30% per dag. Wat is de groei per uur? Rond je antwoord af op 3 decimalen.
Slide 15 - Open vraag
Een bacteriekolonie groeit met groeifactor 1,011 per uur. Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën per uur toe?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
De procentuele toename per 10 jaar is 30%. Bereken de procentuele toename per jaar.
Slide 18 - Open vraag
De procentuele afname per dag is 0,6%. Bereken de procentuele afname per jaar.
Slide 19 - Open vraag
Huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
Ik kan het groeipercentage berekenen bij een andere tijdseenheid.
Maak dan opdrachten 23, 24, 26, 27 van paragraaf 2 van hoofdstuk 10.