Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Vragen bij Overleven in Europa 2.1
Vragen bij Overleven in Europa
Paragraaf 2.1 Verder kijken dan de Costa's
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vragen bij Overleven in Europa
Paragraaf 2.1 Verder kijken dan de Costa's
Slide 1 - Tekstslide
De Middellandse Zee
A
is op 3 plaatsen toegankelijk voor zeeschepen
B
is op 1 plaats toegankelijk voor zeeschepen
C
is niet toegankelijk voor zeeschepen
Slide 2 - Quizvraag
De Middellandse Zee staat in verbinding met
A
de stille oceaan en de rode zee
B
de Atlantische oceaan, de rode zee en de zwarte zee
C
de zwarte zee, de golf van Mexico en de Atlantische oceaan
D
de zwarte zee, de rode zee en de Arabische zee
Slide 3 - Quizvraag
De Atlantische Zee is toegankelijk via
A
de straat van Gibraltar
B
het Suez kanaal
C
de Bosporus
D
het Panamakanaal
Slide 4 - Quizvraag
De Rode Zee is toegankelijk via
A
het Suez kanaal
B
het Panamakanaal
C
de Bosporus
D
de straat de Gibraltar
Slide 5 - Quizvraag
De kustlijn van de Middellandse Zee is erg onregelmatig met veel schiereilanden
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
De straat van Gibraltar is smal en diep
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
De Middellandse Zee is zouter dan de Atlantische oceaan
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De water van de Middellandse Zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is
Slide 9 - Quizvraag
In de Middellandse Zee verdampt er meer water dan er door neerslag en rivieren wordt aangevuld
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In de Middellandse Zee verdampt er meer water dan er aangevuld. Kies het juiste antwoord
A
Hierdoor daalt het waterpeil in de Middellandse zee
B
het waterpeil daalt niet omdat vanuit andere zeeën water naar binnen stroomt
Slide 11 - Quizvraag
Water met een hoge dichtheid is zwaar en zakt naar beneden. De dichtheid van water wordt bepaald door
A
temperatuur en vochtigheid
B
het gesteente en het zoutgehalte
C
de temperatuur en het zoutgehalte
Slide 12 - Quizvraag
Het zoutgehalte is het hoogste in
A
het oosten
B
het westen
C
het zoutgehalte is overal gelijk
Slide 13 - Quizvraag
In het oosten is het warmer waardoor er meer verdamping is (en het water dus zouter)
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
In het oosten is er minder verversing van het water (minder instroom vanuit andere wateren) waardoor het water zouter is
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Hoe dieper
A
hoe kouder het water
B
hoe warmer het water
Slide 16 - Quizvraag
Het Mediterraanse klimaat wordt gekenmerkt door
A
warme natte zomers
B
warme droge winters
C
warme droge zomers
D
koude droge winters
Slide 17 - Quizvraag
De natuurlijk vegetatie bestaat uit:
A
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
B
1. varens 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
C
1.regenwouden 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
D
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. naaldbomen
Slide 18 - Quizvraag
In het mediterrane gebied wordt voornamelijk
A
aan akkerbouw gedaan (en tegenwoordig ook veel tuinbouw)
B
aan veeteelt gedaan
C
aan zowel akkerbouw als veeteelt gedaan
Slide 19 - Quizvraag
Een nadeel van droge akkerbouw is
A
dat het erg arbeidsintensief is
B
dat er een twee- of driejarige cyclus is en de grond dus vaak braak ligt
C
dat er irrigatie nodig is om voldoende opbrengst te krijgen
Slide 20 - Quizvraag
Een voordeel van irrigatielandbouw is
A
dat er veel kapitaal voor nodig is
B
dat er weinig kennis voor nodig is
C
dat het weinig ruimte in beslag neemt
D
dat er mee gewassen geteeld kunnen worden en dat er meer oogsten mogelijk zijn
Slide 21 - Quizvraag
Een nadeel van irrigatielandbouw is
A
dat je erg afhankelijk bent van het klimaat
B
dat er een groter risico is op het mislukken van oogsten
C
dat het zeer kapitaal- en arbeidsintensief is
Slide 22 - Quizvraag
Veeteelt is in het Middellands zeegebied van geringe betekenis
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
In berggebieden wordt er aan transhumance gedaan. Deze vorm van veeteelt neemt echter aan betekenis af
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Vragen bij Overleven in Europa 3.1
September 2020
- Les met
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 3.1
April 2022
- Les met
20 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa
September 2023
- Les met
28 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Overleven in Europa H2
September 2024
- Les met
33 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 2.1
Oktober 2024
- Les met
17 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa
Oktober 2024
- Les met
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Par 3.1 Overleven in Europa
Maart 2021
- Les met
54 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa
Oktober 2022
- Les met
37 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4