Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordvolgorde in de zin A2
Zinsvolgorde
De plek waar de woorden in de zin staan.
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsvolgorde
De plek waar de woorden in de zin staan.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten jullie nog?
Even testen.
Slide 2 - Tekstslide
welke zin is goed
A
De hond te kwispelen in de kamer staat nu.
B
Te kwispelen staat de hond in de kamer nu.
C
In de kamer te kwispelen staat nu de hond.
D
De hond staat nu in de kamer te kwispelen.
Slide 3 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
De man in de container doet 3 vuilniszakken elke week .
B
De man doet elke week 3 vuilniszakken in de container.
C
In de container 3 vuilniszakken elke week doet de man.
D
Elke week doet de man 3 vuilniszakken in de container.
Slide 4 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
De 6 kinderen vieren vandaag een feestje bij Shima .
B
Bij Shima de 6 kinderen een feestje vandaag vieren.
C
Vieren de 6 kinderen vandaag een feestje bij Shima.
D
Een feestje vandaag vieren bij Shima de 6 kinderen.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Tekst
in de auto
op de stoep
vanavond
met het vliegtuig
in 2023
drie keer
als ik thuis ben
lopend
in Nederland
Slide 9 - Sleepvraag
Een zin kan meerdere volgordes hebben.
Maar niet alle volgordes zijn goed!
Slide 10 - Tekstslide
Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.
Slide 11 - Tekstslide
Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.
Morgen speelt 1 keer in het stadion Messi een wedstrijd.
Slide 12 - Tekstslide
Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.
Morgen speelt 1 keer in het stadion Messi een wedstrijd.
Messi speelt morgen 1 keer een wedstrijd in het stadion.
Slide 13 - Tekstslide
Messi
speelt
morgen
1 keer
een wedstrijd
in het stadion.
Slide 14 - Tekstslide
Messi
speelt
morgen
1 keer
een wedstrijd
in het stadion.
Morgen
speelt
Messi
1 keer
een wedstrijd
in het stadion.
Slide 15 - Tekstslide
goede zinnen
Messi
speelt
morgen
1 keer
een wedstrijd
in het stadion.
Morgen
speelt
Messi
1 keer
een wedstrijd
in het stadion.
Morgen
speelt
Messi
1 keer
in het stadion
een wedstrijd.
Slide 16 - Tekstslide
Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.
Slide 17 - Tekstslide
Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.
Gisteren schoot Lieke Martens op het veld een bal in het doel met haar voet.
Slide 18 - Tekstslide
Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.
Gisteren schoot Lieke Martens op het veld een bal in het doel met haar voet.
Lieke Martens met haar voet schoot in het doel op het veld een bal. gisteren
Slide 19 - Tekstslide
Lieke Martens
schoot
gisteren
op het veld
de bal
met haar voet
in het doel.
Slide 20 - Tekstslide
Lieke Martens
schoot
gisteren
op het veld
de bal
met haar voet
in het doel.
Gisteren
schoot
Lieke Martens
op het veld
de bal
in het doel
met haar voet.
Slide 21 - Tekstslide
Tekst aardbeving.
Rond 4 uur in de nacht was de eerste beving.
Kan ook in de volgorde:
De eerste beving was rond 4 uur in de nacht.
Slide 22 - Tekstslide
Vraagzin
- Was de eerste beving rond 4 uur in de nacht?
- Was rond 4 uur in de nacht de eerste beving?
De zin begint dan met het werkwoord.
Slide 23 - Tekstslide
Welke zin staat in de goede volgorde?
A
De beving trof vooral het zuiden van Turkije.
B
Vooral de beving trof van Turkije vooral het zuiden.
C
Het zuiden van Turkije de beving trof vooral.
D
Trof vooral het zuiden van Turkije de beving.
Slide 24 - Quizvraag
De volgende vragen gaan over de aardbevingen in Turkije en Syrië.
Slide 25 - Tekstslide
Welke 2 zinnen staan in de goede volgorde?
A
Daarna de straat op vluchtten veel mensen.
B
Daarna vluchtten veel mensen de straat op.
C
Veel mensen vluchtten daarna de straat op.
D
De straat op daarna vluchtten veel mensen.
Slide 26 - Quizvraag
Welke 2 zinnen staan in de goede volgorde?
A
Dringend hulp nodig veel mensen in Turkije en Syrië hebben.
B
In Turkije en Syrië hebben veel mensen dringend hulp nodig.
C
Hebben veel mensen in Turkije en Syrië dringend hulp nodig?
D
Nodig dringend in Turkije en Syrië veel mensen hulp.
Slide 27 - Quizvraag
Maak hier een vraagzin van:
Er ligt sneeuw.
Slide 28 - Open vraag
Maak hier een vraagzin van:
Ze helpen mensen met opruimen.
Slide 29 - Open vraag
Maak hier een vraagzin van:
In het gebied komen vaker aardbevingen voor.
Slide 30 - Open vraag
Opdracht
Gebruik de tekst over de aardbevingen in Turkije en Syrië.
Haal er 10 zinnen uit die je zelf verandert. Er moeten minimaal 3 vraagzinnen bij zijn.
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woordvolgorde in de zin.ivb
December 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Vrijdag 10 feb A2A
Februari 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
RVC jeugdkamp
Juni 2023
- Les met
40 slides
Lichamelijke opvoeding
Basisschool
Groep 7
nieuwsbegrip week 23
Juni 2019
- Les met
13 slides
Taal
Voortgezet speciaal onderwijs
2H grammatica taalkundig: voorzetsels
Januari 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
grammatica taalkundig: voorzetsels
Januari 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
sportquiz Waerdenborch
Maart 2017
- Les met
29 slides
Lichamelijke opvoeding
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelregelquiz 2022
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Mentorles
MBO
Studiejaar 3